VERSLAG inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013

15.5.2019 - (COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)) - ***I

Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
Rapporteur: Ulrike Müller


Procedure : 2018/0217(COD)
Stadium plenaire behandeling

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013

(COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0393),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0247/2018),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Begrotingscommissie, de Commissie begrotingscontrole en de Commissie regionale ontwikkeling (A8-0199/2019),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering, het aanpassen van onderzoek en innovatie en het overbrengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie en plattelandsontwikkeling.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  De landbouw mag geen financiële consequenties ondervinden van politieke besluiten als de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie of de financiering van nieuw beleid van de Unie. Er moet rekening worden gehouden met de resolutie van het Europees Parlement van 30 mei 2018 over het meerjarig financieel kader en de eigen middelen voor 2021-2027 (2018/2714(RSP)), waarin het Parlement betreurde dat het voorstel van de Commissie van 2 mei 2018 voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 leidt tot een verlaging van de middelen voor het GLB met 15 %, en waarin het zich met name uitsprak tegen elke ingrijpende bezuiniging die een negatieve impact zou hebben op de aard en de doelstellingen zelf van het GLB. Het plaatste in dit verband ook vraagtekens bij het voorstel om de middelen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling te verlagen met meer dan 25 %.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter)  Het GLB speelt een fundamentele rol in de Unie, met rechtstreekse betalingen en financiële middelen uit de tweede pijler voor landbouwers die een aanzienlijke bijdrage leveren niet alleen aan de voedselveiligheid, maar ook aan investeringen en werkgelegenheid in plattelandsgebieden. De ingrijpende voor het GLB geplande bezuinigingen zijn onaanvaardbaar. Daarom moet het GLB zich richten op zijn kernactiviteiten en moet de voor de EU-27 aan het GLB 2021-2027 toegewezen financiering ten minste worden gehandhaafd op het niveau van de begroting voor 2014-2020, terwijl het oorspronkelijke bedrag voor de landbouwcrisisreserve in de begroting wordt opgenomen.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater)  Krachtens artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet bij de tenuitvoerlegging van het GLB rekening worden gehouden met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking, waaronder de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de verwezenlijking van de verplichtingen inzake matiging van de klimaatverandering die de Unie heeft uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Het nalevingsgestuurde uitvoeringsmodel van het GLB moet zodanig worden aangepast dat een grotere nadruk komt te liggen op resultaten en prestaties. In het kader daarvan moet de Unie de basisbeleidsdoelstellingen, interventietypen en basisvereisten van de Unie vaststellen terwijl de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor en meer verantwoording moeten afleggen over de wijze waarop zij aan die doelstellingen voldoen. Bijgevolg moet worden gezorgd voor een grotere subsidiariteit zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale omstandigheden en behoeften. Daarom moeten de lidstaten in het nieuwe uitvoeringsmodel de verantwoordelijkheid krijgen om hun GLB-interventies toe te snijden op de basisvereisten van de Unie zodat ze maximaal kunnen bijdragen aan de GLB-doelstellingen, en om het nalevings- en controlekader voor begunstigden op te zetten en uit te werken.

(3)  Het nalevingsgestuurde uitvoeringsmodel van het GLB moet zodanig worden aangepast dat een grotere nadruk komt te liggen op resultaten en prestaties. In het kader daarvan moet de Unie de basisbeleidsdoelstellingen, interventietypen en basisvereisten van de Unie vaststellen terwijl de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor en meer verantwoording moeten afleggen over de wijze waarop zij aan die doelstellingen voldoen. Bijgevolg moet worden gezorgd voor een grotere subsidiariteit en flexibiliteit zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale omstandigheden en behoeften. Daarom moeten de lidstaten in het nieuwe uitvoeringsmodel de verantwoordelijkheid krijgen om hun GLB-interventies toe te snijden op hun specifieke behoeften en de basisvereisten van de Unie zodat ze maximaal kunnen bijdragen aan de GLB-doelstellingen. De lidstaten moeten ook een controlekader voor begunstigden opzetten en uitwerken om voort te garanderen dat de interventies in de strategische GLB-plannen voldoen aan de toepasselijke Uniewetgeving. De basisvereisten van de Unie, o.a. goede landbouw- en milieucondities (GLMC's) en uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen (RBE's), garanderen een gemeenschappelijke aanpak en een gelijk speelveld tussen de lidstaten.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  De bepalingen van Verordening (EU, Euratom) .../... van het Europees Parlement en de Raad [nieuw Financieel Reglement], en met name die welke betrekking hebben op het gedeeld beheer met de lidstaten, de werking van geaccrediteerde instanties en de begrotingsbeginselen, moeten gelden voor de interventies en maatregelen in deze verordening.

(5)  De bepalingen van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad [nieuw Financieel Reglement]12, en met name die welke betrekking hebben op het gedeeld beheer met de lidstaten, de werking van geaccrediteerde instanties en de begrotingsbeginselen, moeten gelden voor de interventies en maatregelen in deze verordening.

__________________

__________________

12 Verordening (EU, Euratom) .../... [nieuw Financieel Reglement].

12 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 bis)  Een deel van de bepalingen van Verordening (EU) …/…[CPR-verordening1 bis] moet voor deze verordening gelden.

 

__________________

 

1 bis [CPR-verordening].

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(5 ter)  De lidstaten mogen geen bijkomende regels vaststellen die het gebruik van het ELGF en het Elfpo voor de begunstigde compliceren.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Er moet een regeling komen voor de accreditering van betaalorganen en coördinerende instanties door de lidstaten en voor de instelling van de procedures voor het verkrijgen van de beheersverklaringen en jaarlijkse prestatieverslagen en voor het verkrijgen van de certificering van de beheers- en monitoringsystemen, van de rapportagesystemen en de certificering van de jaarrekeningen door onafhankelijke instanties. Voor de transparantie van het systeem van op nationaal niveau te verrichten controles, vooral wat de autorisatie-, validerings- en betalingsprocedures betreft, en voor een vermindering van de administratieve en de auditdruk voor de Commissie en voor de lidstaten wanneer elk afzonderlijk betaalorgaan moet worden geaccrediteerd, moet voorts het aantal diensten en instanties waaraan die taken worden gedelegeerd, worden beperkt, zulks met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat.

(9)  Er moet een regeling komen voor de accreditering van betaalorganen en coördinerende instanties door de lidstaten en voor de instelling van de procedures voor het verkrijgen van de beheersverklaringen, een jaarlijks verslag inzake de financiële goedkeuring en jaarlijkse prestatieverslagen en voor het verkrijgen van de certificering van de beheers- en monitoringsystemen, van de rapportagesystemen en de certificering van de jaarrekeningen door onafhankelijke instanties. Voor de transparantie van het systeem van op nationaal niveau te verrichten controles, vooral wat de autorisatie-, validerings- en betalingsprocedures betreft, en voor een vermindering van de administratieve en de auditdruk voor de Commissie en voor de lidstaten wanneer elk afzonderlijk betaalorgaan moet worden geaccrediteerd, moet voorts het aantal diensten en instanties waaraan die taken worden gedelegeerd, worden beperkt, zulks met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat. Betaalorganen moeten hun rol als adviseurs voor landbouwers ontwikkelen en zich inzetten voor de vereenvoudiging van procedures voor begunstigden en tegelijkertijd de naleving van normen op Unieniveau waarborgen.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake.

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal of regionaal niveau worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Het is van cruciaal belang om door de lidstaten geaccrediteerde betaalorganen te betrekken in het nieuwe uitvoeringsmodel voor het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de doelstellingen en streefcijfers van de desbetreffende strategische GLB-plannen worden bereikt met de interventies die uit de Uniebegroting worden gefinancierd. Daarom moet in deze verordening uitdrukkelijk worden bepaald dat alleen uitgaven van geaccrediteerde betaalorganen vergoed mogen worden uit de Uniebegroting. Daarnaast moeten de uitgaven die de Unie financiert voor de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] genoemde interventies, een corresponderende output hebben met betrekking tot en voldoen aan de basisvereisten van de Unie en de governancesystemen.

(11)  Het is van cruciaal belang om door de lidstaten geaccrediteerde betaalorganen te betrekken in het nieuwe uitvoeringsmodel voor het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de doelstellingen en streefcijfers van de desbetreffende strategische GLB-plannen worden bereikt met de interventies die uit de Uniebegroting worden gefinancierd. Daarom moet in deze verordening uitdrukkelijk worden bepaald dat alleen uitgaven van geaccrediteerde betaalorganen vergoed mogen worden uit de Uniebegroting. Daarnaast moeten de uitgaven die de Unie financiert voor de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] genoemde interventies, een corresponderende output hebben en voldoen aan de basisvereisten van de Unie en de governancesystemen.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis)  De bestaande crisisreserves moeten worden herzien en opgetrokken om de oprichting te ondersteunen van een EU-landbouwcrisisreserve, een doeltreffender en flexibeler instrument dat extra ondersteuning moet bieden aan de landbouwsector in het geval van ontwikkelingen op de markt en de Unie in staat moet stellen beter te reageren op grote crises die gevolgen hebben voor de landbouwproductie en -distributie. Met dat doel voor ogen en om de ontwikkeling van een solide kader mogelijk te maken op grond waarvan landbouwers risico's op passende wijze kunnen beheren, moeten de kredieten van de EU-landbouwcrisisreserve worden ingezet voor de financiering van maatregelen tot stabilisatie van de markt en uitzonderlijke marktmaatregelen zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsook van maatregelen die de substitutie mogelijk maken van de door de lidstaten overeenkomstig artikel 70 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] ingestelde inkomensstabiliseringsinstrumenten, en ter beschikking worden gesteld aan landbouwers in het geval van een sterke daling van het landbouwinkomen tot onder een door de Commissie vooraf bepaalde sectorale drempel waarvoor zij bevoegd moet zijn om gedelegeerde handelingen vast te stellen.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter)  De EU-landbouwcrisisreserve moet worden aangelegd binnen de begroting van het GLB en het startbedrag moet in 2021 beschikbaar worden gesteld als aanvulling op de ELGF- en Elfpo-begrotingen. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Daarom is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren, waarbij kredieten van de EU-landbouwcrisisreserve van het ene op het andere jaar kunnen worden overgedragen, gedurende de hele programmeringsperiode.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Om een buitensporige administratieve druk op de nationale instanties en landbouwers te voorkomen, moet worden bepaald dat geen terugbetaling van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgedragen bedragen van de financiële discipline mag plaatsvinden wanneer voor een tweede opeenvolgende jaar (jaar N+1) financiële discipline wordt toegepast dan wel wanneer het totale bedrag van de niet-vastgelegde kredieten minder dan 0,2 % van het jaarlijkse ELGF-maximum is.

(15)  Om een buitensporige administratieve druk op de nationale instanties en landbouwers te voorkomen, de procedures zoveel mogelijk te vereenvoudigen en de vormen van betaling minder ingewikkeld te maken, moet worden bepaald dat geen terugbetaling van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgedragen bedragen van de financiële discipline mag plaatsvinden wanneer voor een tweede opeenvolgende jaar (jaar N+1) financiële discipline wordt toegepast dan wel wanneer het totale bedrag van de niet-vastgelegde kredieten minder dan 0,2 % van het jaarlijkse ELGF-maximum is.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis)  Het is van cruciaal belang om de hoogte van de rechtstreekse betalingen tussen de lidstaten gelijk te trekken om zo te zorgen voor een gelijk speelveld binnen de interne markt. De rechtstreekse betalingen moeten dringend eerlijk worden verdeeld over de lidstaten.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21)  Om de Commissie van met name de middelen voor het beheer van de landbouwmarkten te voorzien, om de monitoring van de landbouwuitgaven te vergemakkelijken en om de agrarische hulpbronnen op middellange en lange termijn te monitoren, moeten regels worden vastgesteld voor het gebruik van het agrometeorologische systeem en voor de verwerving en verbetering van satellietgegevens.

(21)  Om de Commissie van met name de middelen voor het beheer van de landbouwmarkten te voorzien, om de monitoring van de landbouwuitgaven te vergemakkelijken, om in het geval van natuurrampen de noodzaak van hulp te beoordelen en deze hulp tijdig te verstrekken, en om de agrarische hulpbronnen die nodig zijn voor productie op middellange en lange termijn te monitoren, moeten regels worden vastgesteld voor het gebruik van het agrometeorologische systeem en voor de verwerving en verbetering van satellietgegevens.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis)  De monitoring van de Commissie van landbouwmarkten moet worden uitgebreid met monitoring van handelsstromen van en naar ontwikkelingslanden in sectoren die door de partnerlanden als gevoelig zijn aangemerkt, om de coherentie te garanderen van de GLB-gerelateerde handelsresultaten van de agrofoodsector met het engagement van de Unie om te zorgen voor beleidscoherentie voor ontwikkeling.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25)  Conform de structuur en hoofdkenmerken van het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag de subsidiabiliteit van door de lidstaten gedane betalingen die voor Uniefinanciering in aanmerking komen, niet meer afhangen van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan individuele begunstigden. In plaats daarvan moeten, wat de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes betreft, betalingen van de lidstaten subsidiabel zijn als ze matchen met een corresponderende output en in overeenstemming zijn met de toepasselijke basisvereisten van de Unie.

(25)  Conform de structuur en hoofdkenmerken van het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag de subsidiabiliteit van door de lidstaten gedane betalingen die voor Uniefinanciering in aanmerking komen, niet meer afhangen van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan individuele begunstigden. In plaats daarvan moeten, wat de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes betreft, betalingen van de lidstaten subsidiabel zijn als ze matchen met een corresponderende output en in overeenstemming zijn met de toepasselijke basisvereisten van de Unie. Het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag niet de verplichting wegnemen die de lidstaten hebben om de wettelijkheid en regelmatigheid van uitgaven te controleren teneinde de bescherming van de financiële belangen van de EU te waarborgen.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28)  Uiterlijk op 15 februari N+1 moeten de lidstaten de jaarrekeningen en een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan toezenden aan de Commissie. Ingeval deze documenten niet worden toegezonden en de Commissie de rekeningen voor het betrokken betaalorgaan dus niet kan goedkeuren en de subsidiabiliteit van de uitgaven niet kan toetsen aan de gerapporteerde output, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse betalingen te schorsen en de kwartaalvergoeding te onderbreken tot die documenten zijn ontvangen.

(28)  De lidstaten moeten uiterlijk op 15 februari N+1 de jaarrekeningen en het jaarlijks verslag inzake de financiële goedkeuring en uiterlijk op 15 april van het tweede kalenderjaar na de datum van toepassing van deze verordening en daarna elke twee jaar een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan toezenden aan de Commissie. Ingeval deze documenten niet worden toegezonden en de Commissie de rekeningen voor het betrokken betaalorgaan dus niet kan goedkeuren en de subsidiabiliteit van de uitgaven niet kan toetsen aan de gerapporteerde output, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse betalingen te schorsen en de kwartaalvergoeding te onderbreken tot die documenten zijn ontvangen.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29)  Voor situaties waarin sprake is van een abnormaal lage output, moet een nieuwe vorm van opschorting van betaling worden ingevoerd. Ingeval de gerapporteerde output op een abnormaal laag niveau ligt ten opzichte van de gedeclareerde uitgaven en waarin de lidstaten geen goede, begrijpelijke redenen voor deze situatie kunnen aanvoeren, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om naast een verlaging van de uitgaven voor begrotingsjaar N-1 ook toekomstige uitgaven te schorsen voor interventies waarbij de output abnormaal laag was. Dergelijke schorsingen moeten worden bevestigd in het jaarlijkse prestatiegoedkeuringsbesluit.

(29)  Voor situaties waarin sprake is van een abnormaal lage output, moet een nieuwe vorm van opschorting van betaling worden ingevoerd. Ingeval de gerapporteerde output op een abnormaal laag niveau ligt ten opzichte van de gedeclareerde uitgaven en waarin de lidstaten geen goede, begrijpelijke redenen voor deze situatie kunnen aanvoeren, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om naast een verlaging van de uitgaven voor begrotingsjaar N-1 en na waarschuwing vooraf ook toekomstige uitgaven te schorsen voor interventies waarbij de output abnormaal laag was. Dergelijke schorsingen moeten worden bevestigd in het jaarlijkse goedkeuringsbesluit.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen.

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de prestatierapportage over de behaalde resultaten en de afstand tot de respectieve doelstellingen gezien de meer complexe aard van de resultaatindicatoren en de noodzakelijke aanpassingen aan het nieuwe uitvoeringsmodel, uiterlijk op 15 april van het tweede kalenderjaar na de datum van toepassing van deze verordening voor het eerst worden ingediend en daarna elke twee jaar. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, en als de lidstaat geen naar behoren gemotiveerde redenen kan opgeven, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat te verzoeken een actieplan in te dienen dat is opgesteld in overleg met de Commissie. In het actieplan moeten de benodigde corrigerende acties en het verwachte tijdsbestek voor de uitvoering ervan worden beschreven. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of wanneer blijkt dat het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Overweging 39

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(39)  Om heldere financiële betrekkingen tussen de geaccrediteerde betaalorganen en de Uniebegroting tot stand te brengen, moet de Commissie de rekeningen van die betaalorganen jaarlijks goedkeuren in het kader van de jaarlijkse financiële goedkeuring van de rekeningen. Het besluit inzake de goedkeuring van de rekeningen moet beperkt blijven tot de volledigheid, nauwkeurigheid en waarheidsgetrouwheid van de rekeningen en mag geen betrekking hebben op de conformiteit van de uitgaven met het Unierecht.

(39)  Om heldere financiële betrekkingen tussen de geaccrediteerde betaalorganen en de Uniebegroting tot stand te brengen, moet de Commissie de rekeningen van die betaalorganen jaarlijks goedkeuren in het kader van de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen. Het besluit inzake de goedkeuring van de rekeningen moet beperkt blijven tot de volledigheid, nauwkeurigheid en waarheidsgetrouwheid van de rekeningen en mag geen betrekking hebben op de conformiteit van de uitgaven met het Unierecht.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Overweging 40

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(40)  In lijn met het nieuwe uitvoeringsmodel moet een jaarlijkse prestatiegoedkeuring worden ingesteld waarbij de subsidiabiliteit van de uitgaven wordt getoetst aan de gerapporteerde output. Voor situaties waarin de gedeclareerde uitgaven geen corresponderende gerapporteerde output hebben en de lidstaat deze afwijking niet kan verklaren, moet een mechanisme van verlaging van betalingen worden opgezet.

(40)  In lijn met het nieuwe uitvoeringsmodel moet een jaarlijkse goedkeuring worden ingesteld waarbij de subsidiabiliteit van de uitgaven wordt getoetst aan de gerapporteerde output. Voor situaties waarin de gedeclareerde uitgaven geen corresponderende gerapporteerde output hebben en de lidstaat deze afwijking niet kan verklaren, moet een mechanisme van verlaging van betalingen worden opgezet.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Overweging 42

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(42)  Ter bescherming van de financiële belangen van de Uniebegroting moeten de lidstaten systemen invoeren om zich ervan te vergewissen dat de uit de fondsen gefinancierde interventies daadwerkelijk plaatsvinden en correct worden uitgevoerd, terwijl het bestaande robuuste kader voor een solide financieel beheer in stand moet worden gehouden. Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. Bovendien kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 administratief onderzoek, daaronder begrepen controles ter plaatse en inspecties, verrichten om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 kan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad. Personen of entiteiten die Uniemiddelen ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie meewerken, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EOM en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van Uniemiddelen gelijkwaardige rechten verlenen. Om ervoor te zorgen dat OLAF zijn bevoegdheden kan uitoefenen en voor een efficiënte analyse van gevallen van onregelmatigheden kan zorgen, moeten de lidstaten over systemen beschikken waarmee zij verslag kunnen uitbrengen aan de Commissie over ontdekte onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving van de voorwaarden die de lidstaten in hun strategisch GLB-plan hebben vastgelegd, fraude daaronder begrepen, en over de follow-up ervan, alsmede over de follow-up van onderzoek van OLAF. De lidstaten moeten over de nodige regelingen beschikken die een doeltreffend onderzoek van klachten over de fondsen waarborgen.

(42)  Ter bescherming van de financiële belangen van de Uniebegroting moeten de lidstaten systemen invoeren om zich ervan te vergewissen dat de uit de fondsen gefinancierde interventies daadwerkelijk plaatsvinden en correct worden uitgevoerd, terwijl het bestaande robuuste kader voor een solide financieel beheer in stand moet worden gehouden. Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/201315 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/9516 van de Raad en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/9617 van de Raad, alsmede Verordening (EU) 2017/193918 van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. Bovendien kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 administratief onderzoek, daaronder begrepen controles ter plaatse en inspecties, verrichten om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 kan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/137119 van het Europees Parlement en de Raad. Personen of entiteiten die Uniemiddelen ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie meewerken, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EOM en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van Uniemiddelen gelijkwaardige rechten verlenen. Om ervoor te zorgen dat OLAF zijn bevoegdheden kan uitoefenen en voor een efficiënte analyse van gevallen van onregelmatigheden kan zorgen, moeten de lidstaten over systemen beschikken waarmee zij verslag kunnen uitbrengen aan de Commissie over ontdekte onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving van de voorwaarden die de lidstaten in hun strategisch GLB-plan hebben vastgelegd, fraude daaronder begrepen, en over de follow-up ervan, alsmede over de follow-up van onderzoek van OLAF. De lidstaten moeten over de nodige regelingen beschikken die een doeltreffend onderzoek van klachten over de fondsen waarborgen.

__________________

__________________

15 Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

15 Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

16 Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).

16 Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).

17 Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

17 Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

18 Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie ("EOM") (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

18 Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie ("EOM") (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

19 Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).

19 Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29).

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Overweging 46 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(46 bis)  Om een gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten te waarborgen, is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor controles en sancties op Unieniveau worden ingevoerd.

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Overweging 47

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten blijven bestaan. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en -diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten.

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, waaronder het systeem van vroegtijdige waarschuwing en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten op een passend niveau blijven bestaan, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de evenredigheid en ervoor wordt gezorgd dat een en ander niet leidt tot onnodige administratieve lasten voor landbouwers en administratieve instanties. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en -diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten waardoor het mogelijk wordt de gevallen waar inspecties op landbouwbedrijven vereist zijn, te beperken en de administratieve lasten voor landbouwers te verminderen.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Overweging 48

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(48)  Het geïntegreerd systeem moet, als onderdeel van de vereiste governancesystemen voor de uitvoering van het GLB, ervoor zorgen dat de geaggregeerde gegevens in de jaarlijkse prestatierapportage betrouwbaar en verifieerbaar zijn. Gezien het belang van een correct werkend geïntegreerd systeem moeten ook kwaliteitseisen worden vastgesteld. De lidstaten moeten een jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem verrichten. De lidstaten moeten ook tekortkomingen verhelpen en op verzoek van de Commissie een actieplan opstellen.

(48)  Het geïntegreerd systeem moet, als onderdeel van de vereiste governancesystemen voor de uitvoering van het GLB, ervoor zorgen dat de geaggregeerde gegevens in de rapportage betrouwbaar en verifieerbaar zijn. Gezien het belang van een correct werkend geïntegreerd systeem moeten ook kwaliteitseisen worden vastgesteld. De lidstaten moeten een jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem verrichten. De lidstaten moeten ook tekortkomingen verhelpen en op verzoek van de Commissie een actieplan opstellen.

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Overweging 53

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(53)  Gelet op de internationale structuur van het handelsverkeer van landbouwproducten en omwille van een goede werking van de interne markt moet de samenwerking tussen de lidstaten worden georganiseerd. Ook moet op Unieniveau een centraal documentatiesysteem worden opgezet over in derde landen gevestigde ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten.

(53)  Gelet op de internationale structuur van het handelsverkeer van landbouwproducten en omwille van een goede werking van de interne markt en de nakoming van de verplichtingen van de Unie op het gebied van beleidscoherentie voor ontwikkeling, moet de samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen worden georganiseerd. Ook moet op Unieniveau een centraal documentatiesysteem worden opgezet over in derde landen gevestigde ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten. Dat systeem moet tevens bijdragen tot de opsporing van onsamenhangendheden tussen de uitvoering van het GLB en de doelstellingen van het extern beleid van de Unie. Het zou bijdragen aan de monitoring van de verwezenlijking van de GLB-doelstellingen zoals uiteengezet in Verordening (EU) nr. .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], door de evaluatie mogelijk te maken van de impact van in derde landen gevestigde ondernemingen op de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de ontwikkelingsdoelstellingen van de Unie, zoals bepaald in artikel 208 VWEU.

Motivering

In de geest van degelijke en doeltreffende samenwerking met derde landen, dient de Commissie haar dialoog met partnerlanden over elk aspect dat van invloed is op hun ontwikkelingsproces te verbeteren, los van het feit of die aspecten al dan niet rechtstreeks verband houden met het beleidskader van de Unie. De input van de partners van de Unie moet gericht zijn op de aanwijzing en correctie van onsamenhangendheden in het EU-beleid. Dit wordt vergemakkelijkt door de verzameling en uitwisseling van gegevens.

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Overweging 55

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(55)  Conditionaliteit is een belangrijk onderdeel van het GLB, met name wat de milieu- en klimaatelementen van dit beleid betreft, maar ook in het kader van de volksgezondheid en diergerelateerde aangelegenheden. Dit impliceert dat controles moeten worden verricht en zo nodig sancties moeten worden toegepast om de doeltreffendheid van het conditionaliteitssysteem te waarborgen. Voor een gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor conditionaliteitscontroles en -sancties op Unieniveau worden ingevoerd.

(55)  Conditionaliteit is een belangrijk onderdeel van het GLB, dat ervoor zorgt dat betalingen een hoge mate van duurzaamheid bevorderen en een gelijk speelveld garanderen voor landbouwers binnen en tussen de lidstaten, met name wat de milieu- en klimaatelementen van dit beleid betreft, maar ook in het kader van de volksgezondheid en het dierenwelzijn. Dit impliceert dat controles moeten worden verricht en zo nodig sancties moeten worden toegepast om de doeltreffendheid van het conditionaliteitssysteem te waarborgen. Om dit gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten te garanderen, is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor conditionaliteit, en controles en sancties in verband met niet-naleving, op Unieniveau worden ingevoerd.

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Overweging 57

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(57)  Hoewel het de lidstaten moet worden toegestaan om zelf een nadere invulling te geven aan sancties, moeten die sancties wel evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en moeten ze andere in nationaal of Unierecht vastgelegde sancties onverlet laten. Voor een doeltreffende en coherente aanpak van de lidstaten is het noodzakelijk dat wordt voorzien in een minimumsanctiepercentage op Unieniveau voor gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en te wijten zijn aan nalatigheid, terwijl herhaling tot een hoger percentage moet leiden en opzettelijkheid kan resulteren in de totale uitsluiting van de betaling. Om de evenredigheid van de sancties te waarborgen, moet het de lidstaten voor lichte gevallen van niet-nalevingen die zich voor het eerst voordoen, worden toegestaan om een systeem voor vroegtijdige waarschuwing in te voeren.

(57)  Hoewel het de lidstaten moet worden toegestaan om zelf een nadere invulling te geven aan sancties, moeten die sancties wel evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en moeten ze andere in nationaal of Unierecht vastgelegde sancties onverlet laten. Voor een doeltreffende en coherente aanpak van de lidstaten is het noodzakelijk dat wordt voorzien in minimumsanctiepercentages op Unieniveau. Deze percentages moeten van toepassing zijn op gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en te wijten zijn aan nalatigheid, terwijl herhaling tot een hoger percentage moet leiden en opzettelijkheid eventueel moet resulteren in totale uitsluiting van de betaling. Om de evenredigheid van de sancties te waarborgen, moeten de lidstaten voor lichte gevallen van niet-nalevingen die zich voor het eerst voordoen, een systeem voor vroegtijdige waarschuwing invoeren dat begunstigden op de hoogte brengt van de verplichting om corrigerende maatregelen te nemen zodat zij de niet-naleving kunnen remediëren. Er mogen geen administratieve sancties worden opgelegd in het geval van niet-naleving wegens overmacht, eenvoudige nalatigheid of duidelijke fouten die door de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit zijn erkend.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Overweging 71

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(71)  Samen met de algemene voorlichting waarin deze verordening voorziet, zorgt de bekendmaking van die informatie voor een grotere transparantie op het gebied van de besteding van de Uniemiddelen voor het GLB en wordt daarmee de zichtbaarheid van en het inzicht in dat beleid vergroot. Het stelt burgers in staat om meer invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces, en waarborgt dat de overheid een grotere legitimiteit krijgt en doeltreffender werkt en meer verantwoording aflegt aan de burger. Ook kunnen de burgers concreet zien welke "publieke goederen" de landbouw levert, hetgeen de legitimiteit van staatssteun voor de landbouwsector ten goede zal komen.

(71)  Samen met de algemene voorlichting waarin deze verordening voorziet, zorgt de bekendmaking van die informatie voor een grotere transparantie op het gebied van de besteding van de Uniemiddelen voor het GLB en wordt daarmee de zichtbaarheid van en het inzicht in dat beleid vergroot. Het stelt burgers in staat om meer invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces, en waarborgt dat de overheid een grotere legitimiteit krijgt en doeltreffender werkt en meer verantwoording aflegt aan de burger. Ook kunnen de burgers concreet zien welke "publieke goederen" de landbouw levert, hetgeen de legitimiteit van Unie- en staatssteun voor de landbouwsector ten goede zal komen.

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag.

(b)  de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie als bedoeld in artikel 57 van deze verordening en van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 8, lid 3, van deze verordening bedoelde jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring en het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag ("het prestatieverslag").

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  "outputindicator": een outputindicator als omschreven in artikel 2, punt 12, van Verordening (EU) …/…[CPR-verordening];

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter c ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c ter)  "resultaatindicator": een resultaatindicator als omschreven in artikel 2, punt 13, van Verordening (EU) …/…[CPR-verordening];

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter c quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c quater)  "ernstige tekortkoming": een ernstige tekortkoming als omschreven in artikel 2, punt 30, van Verordening (EU) …/…[CPR-verordening];

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter c quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c quinquies)  "intermediaire instantie": een intermediaire instantie als omschreven in artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) …/…[CPR‑verordening];

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter c sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c sexies)  "actieplan": een actieplan als bedoeld in artikel 39, lid 1, en artikel 40, lid 1, van deze verordening.

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter -a (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a)  de begunstigde is overleden;

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  het bedrijf is zwaar getroffen door een ernstige natuurramp;

(a)  het bedrijf is zwaar getroffen door een natuurramp of extreme weersomstandigheden;

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis)  de begunstigde is langdurig arbeidsongeschikt geworden;

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter a ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a ter)  het bedrijf is zwaar getroffen door marktomstandigheden;

Amendement    43

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de veehouderijgebouwen op het bedrijf zijn door een ongeluk verloren gegaan;

(b)  de veehouderijgebouwen op het bedrijf zijn verloren gegaan;

Amendement    44

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  al het vee of alle landbouwgewassen van de begunstigde of een gedeelte ervan zijn getroffen door respectievelijk een epizoötie of een plantenziekte;

(c)  al het vee of alle landbouwgewassen van de begunstigde of een gedeelte ervan zijn getroffen door de uitbraak van respectievelijk een epizoötie of een plantenziekte of plantenplaag;

Amendement    45

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten kunnen lid 1, onder a), toepassen op een groep landbouwbedrijven die zijn getroffen door dezelfde natuurramp of extreme weersomstandigheden.

Amendement    46

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het Elfpo wordt ten uitvoer gelegd op basis van gedeeld beheer tussen de lidstaten en de Unie. Het financiert de financiële bijdrage van de Unie aan de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Het Elfpo wordt ten uitvoer gelegd op basis van gedeeld beheer tussen de lidstaten en de Unie. Het financiert de financiële bijdrage van de Unie aan de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] en acties in het kader van artikel 112 daarvan.

Motivering

Het Elfpo moet ook acties financieren die verband houden met technische bijstand op initiatief van de lidstaten.

Amendement    47

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De fondsen kunnen elk hetzij op initiatief van de Commissie hetzij namens de Commissie elk rechtstreeks de activiteiten op het gebied van de voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie financieren die nodig zijn voor de uitvoering van het GLB. Daarbij gaat het met name om:

De fondsen kunnen elk hetzij op initiatief van de Commissie hetzij namens de Commissie elk rechtstreeks de verhoogde activiteiten op het gebied van de voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie financieren die nodig zijn voor de uitvoering van het GLB. Bij de in artikel 86, lid 3, van Verordening (EU) …/… [verordening inzake de strategische GLB‑plannen] bedoelde Elfpo-bijdrage wordt rekening gehouden met de sterkere administratieve capaciteitsopbouw met betrekking tot de nieuwe beheers- en controlesystemen in de lidstaten. Daarbij gaat het met name om:

Amendement    48

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken in het kader van het GLB, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht;

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden, de uitwisseling van informatie over beste praktijken in het kader van het GLB en raadplegingen van relevante belanghebbenden, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht;

Amendement    49

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(h)  de bijdrage aan de in het kader van de plattelandsontwikkelingsinterventies genomen maatregelen op het gebied van de verspreiding van informatie, de bewustmaking, de bevordering van samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op Unieniveau, waaronder het netwerken van de betrokken partijen;

(h)  de bijdrage aan de in het kader van de plattelandsontwikkelingsinterventies genomen maatregelen op het gebied van de verspreiding van informatie, de bewustmaking, de bevordering van samenwerking en de uitwisseling van ervaringen met relevante belanghebbenden op Unieniveau, waaronder het netwerken van de betrokken partijen;

Amendement    50

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 7 bis

 

Bevoegde autoriteit

 

1.  De lidstaten wijzen een autoriteit op ministerieel niveau aan die verantwoordelijk is voor:

 

(a)  de toekenning, evaluatie en intrekking van de accreditatie van de betaalorganen als bedoeld in artikel 9, lid 2;

 

(b)  de toekenning, evaluatie en intrekking van de accreditatie van de coördinerende instantie als bedoeld in artikel 10;

 

(c)  de aanwijzing en intrekking van de aanwijzing van de certificerende instantie als bedoeld in artikel 11;

 

(d)  de uitvoering van de in het kader van dit hoofdstuk aan de bevoegde autoriteit toegewezen taken, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel.

 

2.  Op basis van een onderzoek van de criteria die overeenkomstig artikel 12, lid 1, moeten worden goedgekeurd door de Commissie, beslist de bevoegde autoriteit door een formeel besluit:

 

(a)  over de toekenning of, na een evaluatie, de intrekking van de accreditatie van het betaalorgaan en de coördinerende instantie;

 

(b)  over de aanwijzing en intrekking van de aanwijzing van de certificerende instantie.

 

De bevoegde autoriteit brengt de Commissie onverwijld op de hoogte van de accreditatie of aanwijzing van de betaalorganen, de coördinerende instantie en de certificerende instantie, en van de intrekking hiervan.

 

De Commissie bevordert de uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot de werking van governancesystemen tussen lidstaten.

(Zie de formulering van voormalig artikel 9)

Amendement    51

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Betaalorganen en coördinerende instanties

Betaalorganen

Amendement    52

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Betaalorganen zijn nationale diensten of instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven.

Betaalorganen zijn nationale en, in voorkomend geval, regionale diensten of instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven.

Amendement    53

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten accrediteren als betaalorgaan de diensten of instanties die beschikken over een administratieve organisatie en een intern controlesysteem die voldoende garanties bieden dat de betalingen wettig en regelmatig zijn en naar behoren worden geboekt. Daartoe voldoen de betaalorganen aan de minimumvoorwaarden voor de accreditering met betrekking tot de interne omgeving, controleactiviteiten, informatie en communicatie en monitoring die de Commissie in het kader van artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt.

De lidstaten accrediteren als betaalorgaan de diensten of instanties die beschikken over een administratieve organisatie en een intern controlesysteem die voldoende garanties bieden dat de betalingen wettig en regelmatig zijn en naar behoren worden geboekt. Daartoe voldoen de betaalorganen aan de minimumvoorwaarden voor de accreditering met betrekking tot de interne omgeving, controleactiviteiten, informatie en communicatie en monitoring die de Commissie in het kader van artikel 12, lid 1, onder a), vaststelt.

Amendement    54

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – alinea 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De accreditatie van betaalorganen voor de periode 2014-2020 wordt overgedragen naar de programmeringsperiode 2021-2027, mits de betaalorganen de bevoegde autoriteit hebben laten weten aan de accreditatiecriteria te voldoen en tenzij bij een uit hoofde van artikel 12, lid 2, eerste alinea, onder a), uitgevoerde controle is gebleken dat dit niet het geval is.

Amendement    55

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – alinea 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Na de inwerkingtreding van deze verordening mogen de lidstaten geen bijkomende, nieuwe betaalorganen meer aanwijzen.

Na … [de inwerkingtreding van deze verordening] mogen de lidstaten bijkomende, nieuwe betaalorganen aanwijzen, mits.

 

a)  het aantal geaccrediteerde betaalorganen niet toeneemt ten opzichte van de situatie op 31 december 2019; of

 

b)  de nieuwe betaalorganen worden aangewezen na een administratieve reorganisatie in de betrokken lidstaat.

Amendement    56

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van artikel 63, leden 5 en 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/... [het nieuwe Financieel Reglement] (hierna "het Financieel Reglement" genoemd) wordt door de persoon die verantwoordelijk is voor het geaccrediteerde betaalorgaan, uiterlijk op 15 februari van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar, het volgende opgesteld en bij de Commissie ingediend:

Voor de toepassing van artikel 63, leden 5 en 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (hierna "het Financieel Reglement" genoemd) wordt door de persoon die verantwoordelijk is voor het geaccrediteerde betaalorgaan, uiterlijk op 15 februari van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar, het volgende opgesteld en bij de Commissie ingediend:

Amendement    57

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de jaarrekeningen voor de uitgaven die gedaan zijn bij de uitvoering van de aan het geaccrediteerde betaalorgaan toevertrouwde taken, als bedoeld in artikel 63, lid 5, onder a), van het Financieel Reglement, vergezeld van de informatie die vereist is voor de goedkeuring ervan overeenkomstig artikel 51;

(a)  de jaarrekeningen voor de uitgaven die gedaan zijn bij de uitvoering van de aan het geaccrediteerde betaalorgaan toevertrouwde taken, als bedoeld in artikel 63, lid 5, onder a), van het Financieel Reglement, vergezeld van de informatie die vereist is voor de goedkeuring ervan overeenkomstig artikel 51, lid 1;

Amendement    58

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  het in artikel 52, lid 1, bedoelde jaarlijkse prestatieverslag waaruit blijkt dat de uitgaven in overeenstemming met artikel 35 zijn gedaan;

(b)  het in artikel 51, lid 2, bedoelde jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring dat informatie bevat over de gerealiseerde outputs en uitgaven en waaruit blijkt dat de uitgaven in overeenstemming met artikel 35 zijn gedaan;

Amendement    59

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1 – letter c – punt ii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii)  over de correcte werking van de ingevoerde governancesystemen, die de nodige garanties verstrekken in verband met de in het jaarlijkse prestatieverslag gerapporteerde output, overeenkomstig artikel 63, lid 6, onder b) en c), van het Financieel Reglement;

ii)  over de correcte werking van de ingevoerde interne controlesystemen en de naleving van de basisvereisten van de Unie, die, overeenkomstig artikel 63, lid 6, onder b) en c), van het Financieel Reglement, de nodige garanties verstrekken in verband met de in het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring gerapporteerde output en de conformiteit van de interventietypes als bedoeld in Verordening (EU) .../...[verordening inzake de strategische GLB-plannen] met de toepasselijke Uniewetgeving;

Amendement    60

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring wordt … [twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening] voor het eerst ingediend en vervolgens elk jaar tot en met 2030. Het eerste verslag bestrijkt de eerste twee begrotingsjaren na ... [jaar van de datum van toepassing van deze verordening]. Voor rechtstreekse betalingen in de zin van titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], bestrijkt het verslag alleen het begrotingsjaar … [jaar na de datum van toepassing van deze verordening].

Amendement    61

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Uiterlijk op 15 april van het tweede kalenderjaar na … [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] en daarna elke twee jaar stelt de persoon die verantwoordelijk is voor het geaccrediteerde betaalorgaan, gebruikmakend van de in artikel 129 bedoelde gegevens het prestatieverslag op en verstrekt hij dit aan de Commissie, waarbij hij ingaat op de vooruitgang die is geboekt in de richting van het halen van de streefcijfers in het nationale strategisch GLB-plan, en hij, indien dit haalbaar is, ook verslag uitbrengt over de effecten.

Amendement    62

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Wanneer meer dan één betaalorgaan wordt geaccrediteerd, wijst de lidstaat een publieke coördinerende instantie aan, die hij met de volgende taken belast:

Schrappen

(a)  verzameling van de aan de Commissie te verstrekken informatie en toezending van die informatie aan de Commissie;

 

(b)  levering van het in artikel 52, lid 1, bedoelde jaarlijkse prestatieverslag;

 

(c)  uitvoering of coördinatie van acties om tekortkomingen van gemeenschappelijke aard te verhelpen, en de Commissie op de hoogte houden van iedere ontwikkeling;

 

(d)  bevordering en waarborging van een geharmoniseerde toepassing van de Unieregelgeving.

 

De coördinerende instantie wordt onderworpen aan een specifieke door de lidstaat uit te voeren accreditatie voor de verwerking van de in de eerste alinea, onder a), bedoelde financiële informatie.

 

Het jaarlijkse prestatieverslag dat door de coördinerende instantie wordt verstrekt, valt onder het in artikel 11, lid 1, bedoelde oordeel, en wordt samen met een beheersverklaring die alle onderdelen van dat verslag bestrijkt, ingediend.

 

(Verplaatst naar het nieuwe artikel 10 bis "Coördinerende instanties")

Amendement    63

Voorstel voor een verordening

Artikel 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 9

Schrappen

Bevoegde autoriteit

 

1.  De lidstaten wijzen een autoriteit op ministerieel niveau aan die verantwoordelijk is voor:

 

(a)  de toekenning, evaluatie en intrekking van de accreditatie van de betaalorganen als bedoeld in artikel 8, lid 2;

 

(b)  de accreditatie van de coördinerende instantie als bedoeld in artikel 8, lid 4;

 

(c)  de aanwijzing van de certificerende instantie als bedoeld in artikel 11;

 

(d)  de uitvoering van de in het kader van dit hoofdstuk aan de bevoegde autoriteit toegewezen taken.

 

2.  De bevoegde autoriteit beslist door een formeel besluit over de toekenning of, na een evaluatie, de intrekking van de accreditatie van het betaalorgaan en de coördinerende instantie op basis van een toetsing aan de accreditatiecriteria die de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt. De bevoegde autoriteit informeert de Commissie onverwijld over accreditaties en over intrekkingen van accreditaties.

 

(Verplaatst naar het nieuwe artikel 7 bis)

Amendement    64

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 10 bis

 

Coördinerende instanties

 

1.  Wanneer meer dan één betaalorgaan wordt geaccrediteerd, wijst de lidstaat een publieke coördinerende instantie aan, die hij met de volgende taken belast:

 

(a)  collationeren van de aan de Commissie te verstrekken documenten, gegevens en informatie en toezending van die informatie aan de Commissie;

 

(b)  overleggen van de jaarrekeningen, het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring als bedoeld in artikel 51, lid 2, en de prestatieverslagen, door de door de betaalorganen ingediende gegevens en documenten te comprimeren en te collationeren;

 

(c)  uitvoering of coördinatie van acties om tekortkomingen van gemeenschappelijke aard te remediëren, en de Commissie op de hoogte houden van eventuele follow-ups;

 

(d)  waarborging van de geharmoniseerde toepassing van de Unieregelgeving.

 

De coördinerende instantie wordt onderworpen aan een specifieke door de lidstaat uit te voeren accreditatie voor de verwerking van de in de eerste alinea, onder a), bedoelde financiële informatie.

 

De jaarrekeningen, het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring en het prestatieverslag die door de coördinerende instantie worden verstrekt, vallen onder het in artikel 11, lid 1, bedoelde oordeel en worden samen met een beheersverklaring die alle onderdelen van dat verslag bestrijkt, ingediend.

(Zie de formulering van artikel 8, lid 4)

Amendement    65

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaat die meer dan één certificerende instantie accrediteert, wijst echter ook een publieke certificerende instantie op nationaal niveau aan die wordt belast met coördinatietaken.

Amendement    66

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  de prestatierapportage over outputindicatoren voor de jaarlijkse prestatiegoedkeuring als bedoeld in artikel 52, en de prestatierapportage over resultaatindicatoren voor de meerjarige prestatiemonitoring als bedoeld in artikel 115 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], waaruit blijkt dat aan artikel 35 van deze verordening is voldaan, correct zijn;

(c)  de rapportage over de outputs voor de jaarlijkse prestatiegoedkeuring als bedoeld in artikel 51, lid 2, waaruit blijkt dat aan artikel 35 van deze verordening is voldaan, correct is;

Amendement    67

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de uitgaven in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig zijn. ;

(d)  de rapportage voor de meerjarige prestatiemonitoring als bedoeld in de artikelen 115 en 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], met daarin de uitgevoerde verrichtingen en de vooruitgang die is geboekt in de richting van het halen van de streefcijfers in het nationale strategische GLB-plan, correct is;

Amendement    68

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d bis)  de uitgaven voor de interventietypes als bedoeld in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] in overeenstemming zijn met de toepasselijke Uniewetgeving;

Amendement    69

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter d ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d ter)  de uitgaven in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) nr. 1308/2013, Verordening (EU) nr. 228/2013, Verordening (EU) nr. 229/2013 en Verordening (EU) nr. 1144/2014, waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig zijn.

Amendement    70

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In dat oordeel wordt ook aangegeven of bij het onderzoek twijfels zijn gerezen over de asserties in de in artikel 8, lid 3, onder c), bedoelde beheersverklaring.

In dat oordeel wordt ook aangegeven of bij het onderzoek twijfels zijn gerezen over de asserties in de in artikel 9, lid 3, onder c), bedoelde beheersverklaring.

Amendement    71

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De certificerende instantie beschikt over de nodige technische expertise. Zij is operationeel onafhankelijk van het betaalorgaan en de coördinerende instantie in kwestie, van de autoriteit die dat orgaan heeft geaccrediteerd, en van de voor de uitvoering en de monitoring van het GLB verantwoordelijke instanties.

2.  De certificerende instantie beschikt over de nodige technische expertise, zowel wat financieel beheer betreft, als met betrekking tot de beoordeling van de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen van de interventies. Alle gegevens en informatie die worden gebruikt om de certificerende instanties in staat te stellen om te garanderen dat de streefcijfers worden gehaald, alsmede degene die ten grondslag liggen aan de gehanteerde aannames, worden op transparante wijze beschikbaar gesteld. Zij is operationeel onafhankelijk van het betaalorgaan en de coördinerende instantie in kwestie, van de autoriteit die dat orgaan heeft geaccrediteerd, en van de voor de uitvoering en de monitoring van het GLB verantwoordelijke instanties.

Amendement    72

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met regels voor de taken van de certificerende instanties, waaronder de te verrichten controles en de te controleren instanties, en voor de door de certificerende instanties op te stellen certificaten en rapporten, samen met de begeleidende documenten.

Schrappen

Die uitvoeringshandelingen bevatten ook een beschrijving van:

 

(a)  de auditbeginselen waarop de oordelen van de certificerende instantie gebaseerd moeten zijn, waaronder een beoordeling van de risico's, interne controles en het vereiste auditbewijs;

 

(b)  de auditmethoden die de certificerende instanties, gelet op internationale auditnormen, moeten volgen voor het uitbrengen van hun oordeel.

 

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 

(Tekst is verplaatst naar het nieuwe artikel 12 bis "Bevoegdheden van de Commissie", voormalig artikel 10)

Amendement    73

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Zodra de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de in dit artikel bedoelde certificerende instanties hebben aangewezen en zij de Commissie daarvan in kennis hebben gesteld, dient de Commissie uiterlijk een jaar na … [de datum van toepassing van deze verordening] en nogmaals uiterlijk vier jaar later een volledige lijst van al die instanties in bij het Europees Parlement.

Amendement    74

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het jaarlijkse maximum voor de ELGF-uitgaven wordt gevormd door de maximumbedragen die voor dit fonds zijn vastgesteld krachtens Verordening (EU, Euratom) [COM(2018) 322 final].

1.  Het jaarlijkse maximum voor de ELGF-uitgaven wordt gevormd door de maximumbedragen die voor dit fonds zijn vastgesteld krachtens Verordening (EU, Euratom) [COM(2018) 322 final], waarin afzonderlijke grenzen voor de lidstaten zijn vastgesteld.

Motivering

Het is van groot belang dat er met betrekking tot betalingen grenzen gelden voor de lidstaten, zodat de lidstaten die als eerste gebruikmaken van betalingen, niet de mogelijkheid hebben om de meeste betalingen te krijgen.

Amendement    75

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 12 bis

 

Bevoegdheden van de Commissie

 

1.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor:

 

(a)  de minimumvoorwaarden voor de accreditering van de betaalorganen als bedoeld in artikel 9, lid 2, en van de coördinerende instanties als bedoeld in artikel 10, lid 4;

 

(b)  de verplichtingen van de betaalorganen wat openbare interventie betreft, en de regels voor de inhoud van hun verantwoordelijkheden op het gebied van beheer en controle;

 

(c)  de procedures voor de toekenning, intrekking en evaluatie van de accreditatie van betaalorganen en coördinerende instanties en voor het aanwijzen en het intrekken van de aanwijzing van certificerende instanties, evenals de procedures voor het toezicht op de accreditatie van betaalorganen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel;

 

(d)  de werkzaamheden en controles die ten grondslag liggen aan de beheersverklaring van de betaalorganen als bedoeld in artikel 9, lid 3, onder c);

 

(e)  de werking van de coördinerende instantie en de kennisgeving van de in artikel 10, lid 4, bedoelde informatie aan de Commissie.

 

2.  De Commissie stelt overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening met bepalingen inzake de taken van de certificerende instanties, onder meer met betrekking tot uit te voeren controles, de aan die controles onderworpen instanties en de certificaten, verslagen en begeleidende documenten die door die instanties moeten worden opgesteld.

 

Bij die gedelegeerde handelingen worden tevens vastgesteld:

 

(a)  de auditbeginselen waarop de oordelen van de certificerende instantie gebaseerd moeten zijn, waaronder een beoordeling van de risico's, interne controles en het vereiste auditbewijs; en

 

(b)  de auditmethoden die de certificerende instanties, gelet op internationale auditnormen, moeten volgen voor het uitbrengen van hun oordeel, in voorkomend geval met inbegrip van de mogelijkheid om controles ter plaatse bij de betaalorganen te monitoren.

(Zie de formulering van voormalig artikel 10 en artikel 11, lid 3)

Amendement    76

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Aan het begin van elk jaar wordt in het ELGF een reserve aangelegd die bedoeld is om aanvullende steun aan de landbouwsector te verlenen voor het beheer of de stabilisatie van de markt of in crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen ("de landbouwreserve").

In de begroting van het GLB wordt een EU-landbouwcrisisreserve aangelegd ("de reserve") om aanvullende steun aan de landbouwsector te verlenen voor het beheer of de stabilisatie van de markt en om snel te reageren in crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen.

Amendement    77

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De kredieten voor de landbouwreserve worden rechtstreeks opgenomen in de Uniebegroting.

De kredieten voor de reserve worden rechtstreeks opgenomen in de Uniebegroting en, voor het jaar of de jaren waarvoor aanvullende steun is vereist, beschikbaar gesteld voor de financiering van de volgende maatregelen:

 

(a)   maatregelen tot stabilisatie van de landbouwmarkten zoals bedoeld in de artikelen 8 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013;

 

(b)  uitzonderlijke maatregelen uit hoofde van hoofdstuk I, deel V, van Verordening (EU) nr. 1308/2013;

 

(c)  maatregelen ter aanvulling van de instrumenten voor inkomensstabilisering als bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] in geval van marktcrises die zich voordoen met een frequentie die hoger is dan een vooraf bepaalde sectorspecifieke drempel.

Amendement    78

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie is overeenkomstig artikel 100 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde dit artikel te vervolledigen ter bepaling van de sectorale drempels voor de toepassing van maatregelen voor het aanvullen van inkomensstabiliseringsinstrumenten als bedoeld in lid 1, onder c), van dit artikel.

Amendement    79

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De middelen uit de landbouwreserve worden beschikbaar gesteld voor maatregelen in het kader van de artikelen 8 tot en met 21 en 219, 220 en 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor het jaar of de jaren waarvoor de aanvullende steun vereist is.

Schrappen

Amendement    80

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In 2021 wordt een startbedrag van 400 000 000 EUR in lopende prijzen beschikbaar gesteld als aanvulling op de ELGF- en de Elfpo-begroting.

Amendement    81

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het bedrag van de landbouwreserve is ten minste 400 miljoen EUR in lopende prijzen aan het begin van elk jaar van de periode 2021-2027. De Commissie kan het bedrag van de landbouwreserve in de loop van het jaar aanpassen wanneer dat passend is gelet op marktontwikkelingen of -vooruitzichten in het lopende of het daaropvolgende jaar en rekening houdend met de in het ELGF beschikbare kredieten.

Aan het begin van elk jaar van de periode 2021-2027 is het bedrag van de EU-landbouwcrisisreserve ten minste gelijk aan het startbedrag dat is toegewezen in 2021, met een potentieel voor verhogingen gedurende deze periode tot maximum 1 500 000 000 EUR in lopende prijzen, zonder afbreuk te doen aan de besluiten die hierover worden genomen door de begrotingsautoriteit.

 

Het bedrag van de EU-landbouwcrisisreserve wordt aangepast via de jaarlijkse begrotingsprocedure en/of in de loop van het jaar wanneer dat passend is gelet op crisisontwikkelingen of -vooruitzichten in de lopende of de daaropvolgende jaren en rekening houdend met de beschikbare inkomsten die aan het ELGF worden toegewezen of de marges die beschikbaar zijn onder het ELGF-submaximum.

Amendement    82

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien deze beschikbare kredieten niet toereikend zijn, mag financiële discipline worden gebruikt om de reserve te financieren tot maximum het in de eerste alinea genoemde startbedrag.

Amendement    83

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement worden niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd overgedragen om de landbouwreserve in de daaropvolgende begrotingsjaren te financieren.

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement worden niet-vastgelegde kredieten van de reserve zonder beperking in de tijd overgedragen om de reserve in de daaropvolgende begrotingsjaren te financieren.

Amendement    84

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bovendien wordt, in afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement, het totale ongebruikte bedrag van de crisisreserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, overgedragen naar 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de in artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde acties, en wordt het beschikbaar gesteld voor de financiering van de landbouwreserve.

Schrappen

Amendement    85

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt een aanpassingspercentage voor de in artikel 5, lid 2, onder c), van deze verordening bedoelde interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en voor de in artikel 5, lid 2, onder f), van deze verordening bedoelde financiële bijdrage van de Unie aan de specifieke maatregelen die wordt verleend in het kader van hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 en hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013 ("het aanpassingspercentage) vast wanneer de ramingen voor de financiering van de interventies en maatregelen die in het kader van dit submaximum voor een bepaald begrotingsjaar worden gefinancierd, erop wijzen dat de toepasselijke jaarlijkse maxima zullen worden overschreden.

De Commissie stelt een aanpassingspercentage voor de in artikel 5, lid 2, onder c), van deze verordening bedoelde interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen ("het aanpassingspercentage") vast wanneer de ramingen voor de financiering van de interventies en maatregelen die in het kader van dit submaximum voor een bepaald begrotingsjaar worden gefinancierd, erop wijzen dat de toepasselijke jaarlijkse maxima zullen worden overschreden.

Amendement    86

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het aanpassingspercentage dat overeenkomstig dit artikel is bepaald, is alleen van toepassing op rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die in het desbetreffende kalenderjaar aan begunstigden worden toegekend.

Amendement    87

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin aanvullende betalingen of inhoudingen worden bepaald ter aanpassing van de betalingen die overeenkomstig lid 3 zijn gedaan, zonder de in artikel 101 bedoelde procedure toe te passen.

6.  De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin aanvullende betalingen of inhoudingen worden bepaald ter aanpassing van de betalingen die overeenkomstig lid 3 zijn gedaan, waarbij de in artikel 101 bedoelde procedure wordt toegepast.

Motivering

Vanwege de duidelijkheid en transparantie moet de procedure voor maandelijkse betalingen via de Commissie blijven lopen.

Amendement    88

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Overeenkomstig artikel 7, onder b), stelt de Commissie die satellietgegevens gratis ter beschikking aan de voor het areaalmonitoringsysteem bevoegde autoriteiten of aan de dienstverleners die van deze instanties toestemming hebben gekregen om hen te vertegenwoordigen.

Overeenkomstig artikel 7, onder b), stelt de Commissie die satellietgegevens gratis ter beschikking aan de voor het areaalmonitoring- en controlesysteem bevoegde autoriteiten of aan de dienstverleners die van deze instanties toestemming hebben gekregen om hen te vertegenwoordigen.

Amendement    89

Voorstel voor een verordening

Artikel 22 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie kan gespecialiseerde entiteiten belasten met taken op het gebied van technieken of werkmethoden die verband houden met het in artikel 64, lid 1, onder c), bedoelde areaalmonitoringsysteem.

De Commissie kan gespecialiseerde entiteiten belasten met taken op het gebied van technieken of werkmethoden die verband houden met het in artikel 64, lid 1, onder c), bedoelde areaalmonitoring- en controlesysteem.

Amendement    90

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  te zorgen voor agro-economische en agromilieuklimaatmonitoring van het gebruik van landbouwgrond en veranderingen in het gebruik van landbouwgrond, waaronder boslandbouw, en monitoring van de toestand van de gewassen zodat ramingen van met name de opbrengsten en de landbouwproductie en de landbouweffecten van uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden gemaakt;

(b)  te zorgen voor agro-economische en agromilieuklimaatmonitoring van het gebruik van landbouwgrond en veranderingen in het gebruik van landbouwgrond, waaronder boslandbouw, en monitoring van de toestand van de bodem, het water, de gewassen en andere vegetatie zodat ramingen van met name de opbrengsten en de landbouwproductie en de landbouweffecten van uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden gemaakt, alsmede beoordeling van de weerbaarheid van landbouwsystemen tegen klimaatverandering en van de vorderingen in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen;

Amendement    91

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de transparantie van de mondiale markten te bevorderen;

(d)  specifieke maatregelen ter vergroting van de transparantie van de mondiale markten te bevorderen, met inbegrip van monitoring van de markt, rekening houdend met de doelstellingen en verbintenissen van de Unie, inclusief met betrekking tot beleidscoherentie voor ontwikkeling;

Amendement    92

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Krachtens artikel 7, onder c), financiert de Commissie de acties die betrekking hebben op de verzameling of aankoop van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en monitoring van het GLB, waaronder satellietgegevens, geospatiale gegevens en meteorologische gegevens, op de ontwikkeling van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens en van een website, op de uitvoering van specifieke studies over klimaatomstandigheden, op teledetectie bij de monitoring van veranderingen in het gebruik van landbouwgrond en de bodemkwaliteit en op de actualisering van agrometeorologische en econometrische modellen. Zo nodig worden die acties in samenwerking met de EER, het JRC, nationale laboratoria en instanties of met betrokkenheid van de particuliere sector uitgevoerd.

Krachtens artikel 7 financiert de Commissie de acties die betrekking hebben op de verzameling of aankoop van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en monitoring van het GLB en zijn effecten, waaronder satellietgegevens, geospatiale gegevens en meteorologische gegevens, op de ontwikkeling van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens en van een website, op de uitvoering van specifieke studies over klimaatomstandigheden, op teledetectie bij de monitoring van veranderingen in het gebruik van landbouwgrond en de bodemkwaliteit en op de actualisering van agrometeorologische en econometrische modellen. Zo nodig worden die acties in samenwerking met de EER, het JRC, Eurostat, nationale laboratoria en instanties of met betrokkenheid van de particuliere sector uitgevoerd, waarbij onpartijdigheid, transparantie en de vrije beschikbaarheid van informatie zo veel mogelijk worden gegarandeerd.

Amendement    93

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  In 2021: 1% van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

(a)  In 2021: 1,5 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

Motivering

Het is gepast de voorfinanciering in twee jaar uit te betalen om te voorkomen dat er vertraging in de lancering van de maatregelen van pijler II optreedt.

Amendement    94

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  In 2022: 1% van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

(b)  In 2022: 1,5 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

Amendement    95

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Wanneer een overheveling naar of uit het Elfpo heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 90 van het Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], wordt geen aanvullende voorfinanciering betaald of teruggevorderd.

3.  Wanneer een overheveling naar of uit het Elfpo heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 90 van het Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], kan aanvullende voorfinanciering worden betaald of teruggevorderd.

Amendement    96

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De renteopbrengsten van de voorfinanciering worden voor het betrokken strategisch GLB-plan gebruikt en in mindering gebracht op het bedrag aan publieke uitgaven dat in de einddeclaratie van de uitgaven is vermeld.

4.  De renteopbrengsten van de voorfinanciering worden voor het betrokken strategisch GLB-plan of voor het programma voor regionale interventie gebruikt en in mindering gebracht op het bedrag aan publieke uitgaven dat in de einddeclaratie van de uitgaven is vermeld.

Motivering

Omwille van de coherentie van dit artikel, dienen de renteopbrengsten uit voorfinancieringsbedragen in het geval van regionale plannen te worden aangewend voor het plan waaruit ze zijn voortgevloeid.

Amendement    97

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Voor elk strategisch GLB-plan worden tussentijdse betalingen gedaan. Ze worden berekend door het bijdragepercentage voor elk interventietype toe te passen op de in het kader van dit interventietype verrichte publieke uitgaven, als bedoeld in artikel 85 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

1.  Voor elk strategisch GLB-plan of, indien van toepassing, voor elk regionaal interventieprogramma, worden tussentijdse betalingen gedaan. Ze worden berekend door het cofinancieringpercentage voor elk interventietype toe te passen op de in het kader van dit interventietype verrichte publieke uitgaven, als bedoeld in artikel 85 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Motivering

Verduidelijking betreffende tussentijdse betalingen in het geval van regionale interventieprogramma's.

Amendement    98

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  het in de eerste uitgavendeclaratie opgenomen bedrag moet voordien in het kader van het financiële instrument zijn betaald en mag niet hoger zijn dan 25 % van het totale bedrag van de bijdrage van het strategisch GLB-plan bijdrage zoals in het kader van de desbetreffende financieringsregeling is vastgelegd voor de financiële instrumenten;

(a)  het in de eerste uitgavendeclaratie opgenomen bedrag moet voordien in het kader van het financiële instrument zijn betaald en mag niet hoger zijn dan 25 % van het totale bedrag van de cofinanciering uit hoofde van het strategisch GLB-plan zoals in het kader van de desbetreffende financieringsregeling is vastgelegd voor de financiële instrumenten;

Amendement    99

Voorstel voor een verordening

Artikel 31 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Na ontvangst van het laatste jaarlijkse prestatieverslag over de uitvoering van een strategisch GLB-plan verricht de Commissie, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen, de saldobetaling op basis van het vigerende financieringsplan op het niveau van de Elfpo-interventietypes, de jaarrekeningen voor het laatste jaar van uitvoering van het desbetreffende strategisch GLB-plan, en van de bijbehorende goedkeuringsbesluiten. Die rekeningen worden uiterlijk zes maanden na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven waarin artikel 80, lid 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, ingediend bij de Commissie en hebben betrekking op de uitgaven die het betaalorgaan tot en met de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven heeft gedaan.

1.  Na ontvangst van het laatste jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring over de uitvoering van een strategisch GLB-plan verricht de Commissie de saldobetaling op basis van het vigerende financieringsplan op het niveau van de Elfpo-interventietypes, de jaarrekeningen voor het laatste jaar van uitvoering van het desbetreffende strategisch GLB-plan, en van de bijbehorende goedkeuringsbesluiten. Die rekeningen worden uiterlijk zes maanden na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven waarin artikel 80, lid 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, ingediend bij de Commissie en hebben betrekking op de uitgaven die het betaalorgaan tot en met de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven heeft gedaan.

Amendement    100

Voorstel voor een verordening

Artikel 31 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Indien de Commissie het laatste jaarlijkse prestatieverslag en de documenten die nodig zijn voor de goedkeuring van de rekeningen over het laatste jaar van uitvoering van het plan, niet binnen de in lid 1 vastgestelde termijn heeft ontvangen, wordt het saldo overeenkomstig artikel 32 automatisch geschrapt.

3.  Indien de Commissie het laatste jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring en de documenten die nodig zijn voor de goedkeuring van de rekeningen over het laatste jaar van uitvoering van het plan, niet binnen de in lid 1 vastgestelde termijn heeft ontvangen, wordt het saldo overeenkomstig artikel 32 automatisch geschrapt.

Amendement    101

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie schrapt automatisch het gedeelte van een begrotingsvastlegging voor plattelandsontwikkelingsinterventies van een strategisch GLB-plan, indien het uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of indien daarvoor uiterlijk op die datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de eisen van artikel 30, lid 3.

1.  De Commissie schrapt automatisch het gedeelte van een begrotingsvastlegging voor plattelandsontwikkelingsinterventies van een strategisch GLB-plan, indien het uiterlijk op 31 december van het derde jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of indien daarvoor uiterlijk op die datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de eisen van artikel 30, lid 3.

Amendement    102

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In het geval van een gerechtelijke procedure of administratief beroep met schorsende werking wordt de in lid 1 of lid 2 bedoelde termijn waarna vastleggingen automatisch worden geschrapt, gedurende die procedure of dat administratief beroep onderbroken voor het bedrag van de betrokken verrichtingen, mits de Commissie uiterlijk op 31 januari van jaar N + 3 een onderbouwde kennisgeving van de lidstaat. ontvangt.

3.  In het geval van een gerechtelijke procedure of administratief beroep met schorsende werking wordt de in lid 1 of lid 2 bedoelde termijn waarna vastleggingen automatisch worden geschrapt, gedurende die procedure of dat administratief beroep onderbroken voor het bedrag van de betrokken verrichtingen, mits de Commissie uiterlijk op 31 januari van jaar N + 4 een onderbouwde kennisgeving van de lidstaat. ontvangt.

Amendement    103

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 4 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  het gedeelte van de begrotingsvastleggingen waarvoor uiterlijk op 31 december van jaar N + 2 al wel een uitgavendeclaratie is ingediend, maar waarvan de Commissie de vergoeding heeft verlaagd of geschorst;

(a)  het gedeelte van de begrotingsvastleggingen waarvoor uiterlijk op 31 december van jaar N + 3 al wel een uitgavendeclaratie is ingediend, maar waarvan de Commissie de vergoeding heeft verlaagd of geschorst;

Amendement    104

Voorstel voor een verordening

Artikel 34 – alinea 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij het Elfpo kan een verrichting diverse vormen van steun in het kader van het strategisch GLB-plan en uit andere Europese structuur- en investeringsfondsen ("ESI-fondsen") of Unie-instrumenten ontvangen, maar alleen als het totale gecumuleerde steunbedrag dat in het kader van de verschillende vormen van steun is toegekend, niet hoger is dan de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die/dat van toepassing is op dat interventietype als bedoeld in titel III van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen]. In dergelijke gevallen declareren de lidstaten bij de Commissie geen uitgaven voor:

Bij het Elfpo kan een verrichting diverse vormen van steun in het kader van het strategisch GLB-plan en uit andere Europese structuur- en investeringsfondsen ("ESI-fondsen") of Unie-instrumenten ontvangen, maar alleen als het totale gecumuleerde steunbedrag dat in het kader van de verschillende vormen van steun is toegekend, niet hoger is dan de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die/dat van toepassing is op dat interventietype als bedoeld in titel III van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen]. In dergelijke gevallen worden geen uitgaven gedeclareerd voor:

Amendement    105

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien:

De uitgaven in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) nr. 1308/2013, Verordening (EU) nr. 228/2013, Verordening (EU) nr. 229/2013 en Verordening (EU) nr. 1144/2014 kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien:

Amendement    106

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  ze gedaan zijn overeenkomstig de Unieregelgeving, of

(b)  ze gedaan zijn overeenkomstig de Unieregelgeving.

Amendement    107

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  wat betreft de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes:

Schrappen

i)  ze matchen met een corresponderende gerapporteerde output, en

 

ii)  ze gedaan zijn overeenkomstig de toepasselijke governancesystemen, voor zover deze niet de in de nationale strategische GLB-plannen vastgelegde subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden omvatten.

 

Amendement    108

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De uitgaven in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien:

 

(a)   ze gedaan zijn door geaccrediteerde betaalorganen;

 

(b)  ze matchen met een corresponderende gerapporteerde output;

 

(c)  ze gedaan zijn overeenkomstig de toepasselijke governancesystemen, met inachtneming van de basisvereisten van de Unie, voor zover deze niet de subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden omvatten.

Amendement    109

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Wanneer de Commissie uit de uitgavendeclaraties of de in artikel 88 bedoelde informatie opmaakt dat de in artikel 36 bedoelde betalingstermijnen niet zijn nageleefd, wordt de lidstaat in de gelegenheid gesteld om zijn opmerkingen te maken binnen een periode die niet korter mag zijn dan dertig dagen. Wanneer de lidstaat in deze periode geen opmerkingen maakt of wanneer de Commissie de reactie niet afdoende acht, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen in het kader van de uitvoeringshandelingen inzake de maandelijkse betalingen als bedoeld in artikel 19, lid 3, of in het kader van de tussentijdse betalingen als bedoeld in artikel 30.

2.  Wanneer de Commissie uit de uitgavendeclaraties of de in artikel 88 bedoelde informatie opmaakt dat de in artikel 36 bedoelde betalingstermijnen niet zijn nageleefd, wordt de lidstaat in de gelegenheid gesteld om zijn opmerkingen te maken binnen een periode die niet korter mag zijn dan dertig dagen. Wanneer de lidstaat in deze periode geen opmerkingen maakt of wanneer de Commissie tot de conclusie is gekomen dat de ingediende opmerkingen duidelijk ontoereikend zijn, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen in het kader van de uitvoeringshandelingen inzake de maandelijkse betalingen als bedoeld in artikel 19, lid 3, of in het kader van de tussentijdse betalingen als bedoeld in artikel 30. De Commissie ziet erop toe dat eventuele verlagingen niet resulteren in bijkomende vertragingen of moeilijkheden voor de eindbegunstigden in de betrokken lidstaat.

Amendement    110

Voorstel voor een verordening

Artikel 37 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Verlagingen op grond van dit artikel laten artikel 51 onverlet.

3.  Verlagingen op grond van dit artikel worden toegepast volgens het evenredigheidsbeginsel en laten artikel 51 onverlet.

Amendement    111

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de lidstaten de in artikel 8, lid 3, en artikel 11, lid 1, bedoelde documenten niet indienen binnen de termijnen waarin artikel 8, lid 3, voorziet, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin het gehele bedrag van de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen wordt geschorst. Na ontvangst van de ontbrekende documenten van de betrokken lidstaat keert de Commissie de geschorste bedragen alsnog uit, mits deze documenten niet later dan zes maanden na de uiterste datum zijn ontvangen.

Wanneer de lidstaten de in artikel 8 en artikel 11, lid 1, bedoelde documenten en gegevens niet indienen binnen de termijnen waarin artikel 8 en, indien van toepassing, artikel 129, lid 1, van Verordening (EU) nr. .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorzien, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin het gehele bedrag van de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen wordt geschorst. Na ontvangst van de ontbrekende documenten van de betrokken lidstaat keert de Commissie de geschorste bedragen alsnog uit, mits deze documenten niet later dan zes maanden na de uiterste datum zijn ontvangen.

Amendement    112

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de Commissie in het kader van de in artikel 52 bedoelde jaarlijkse prestatiegoedkeuring vaststelt dat het verschil tussen de gedeclareerde uitgaven en het met de relevante gerapporteerde output corresponderende bedrag meer dan 50 % bedraagt en de lidstaat dit niet naar behoren kan motiveren, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Wanneer de Commissie in het kader van de in artikel 51, lid 2, bedoelde jaarlijkse goedkeuring vaststelt dat het verschil tussen de gedeclareerde uitgaven en het met de relevante gerapporteerde output corresponderende bedrag meer dan 50 % bedraagt en de lidstaat dit niet naar behoren kan motiveren, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Amendement    113

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan en gemonitord overeenkomstig de artikelen 115 en 116 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], kan de Commissie de betrokken lidstaat verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie.

Bij te trage of onvoldoende vooruitgang richting de mijlpalen en indien de gerapporteerde waarde van een of meer van de resultaatindicatoren als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan en gemonitord overeenkomstig de artikelen 115 en 116 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voor het verslagjaar in kwestie een tekort van meer dan 25 % vertoont, verstrekt de lidstaat een motivering voor dit tekort.

Amendement    114

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met verdere regels voor de elementen van actieplannen en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Indien de lidstaat geen deugdelijke motivering kan verstrekken, kan de Commissie de lidstaat in kwestie verzoeken een actieplan te presenteren en uit te voeren, dat moet worden opgesteld in overleg met de Commissie. In het actieplan worden de nodige corrigerende acties en het verwachte tijdsbestek voor de uitvoering ervan beschreven.

 

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening met verdere regels voor de elementen van actieplannen, met inbegrip van, inzonderheid, de vaststelling van voortgangsindicatoren en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen.

Amendement    115

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien dat actieplan duidelijk tekortschiet, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien het door de lidstaat gepresenteerde actieplan duidelijk tekortschiet, kan de Commissie, na de lidstaat in kwestie te hebben geraadpleegd en de kans te hebben geboden om te reageren, uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst. De Commissie houdt rekening met het tijdsbestek dat is aangegeven voor de uitvoering van het actieplan alvorens een schorsingsprocedure in gang wordt gezet.

Amendement    116

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Lid 1 van dit artikel is van toepassing vanaf ... [twee maanden na de datum van toepassing van deze verordening].

Amendement    117

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij ernstige tekortkomingen in de werking van de governancesystemen kan de Commissie de betrokken lidstaat vragen om de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie.

Bij ernstige tekortkomingen in de werking van de governancesystemen vraagt de Commissie de betrokken lidstaat indien nodig om de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie.

Amendement    118

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met verdere regels voor de elementen van de actieplannen en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

De Commissie kan overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vaststellen tot aanvulling van deze verordening met verdere regels voor de elementen van de actieplannen en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen.

Amendement    119

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De schorsing wordt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel toegepast op de relevante uitgaven van de lidstaat waar de tekortkomingen bestaan, en wel voor een periode die in de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen wordt bepaald en niet langer mag zijn dan twaalf maanden. Indien de schorsingsvoorwaarden daarna nog steeds geldig zijn, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin die periode verder wordt verlengd met telkens maximaal twaalf maanden. Bij de vaststelling van de in artikel 53 bedoelde uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met de geschorste bedragen.

De schorsing wordt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel toegepast op de relevante uitgaven van de lidstaat waar de tekortkomingen bestaan, met inachtneming van de bevindingen van de controles die uit hoofde van artikel 47 door de Commissie zijn uitgevoerd, en wel voor een periode die in de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen wordt bepaald en niet langer mag zijn dan twaalf maanden. Indien de schorsingsvoorwaarden daarna nog steeds geldig zijn, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin die periode verder wordt verlengd met telkens maximaal twaalf maanden. Bij de vaststelling van de in artikel 53 bedoelde uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met de geschorste bedragen.

Amendement    120

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 3 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In de uitvoeringshandelingen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden bepaald, wordt rekening gehouden met de uitvoeringshandelingen die in het kader van de eerste alinea van dit lid zijn vastgesteld.

In de uitvoeringshandelingen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden bepaald, wordt rekening gehouden met de gedelegeerde handelingen die in het kader van de tweede alinea van lid 1 zijn vastgesteld.

Amendement    121

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 2 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen;

(a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en voor de maatregelen als bedoeld in respectievelijk hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 en in hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013;

Amendement    122

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten kunnen besluiten om in het kader van de in de artikelen 68 en 71 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventies voorschotten te betalen van ten hoogste 50 %.

3.  De lidstaten kunnen besluiten om in het kader van de in de artikelen 68 en 71 en in titel III van hoofdstuk III van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], evenals hoofdstuk II, afdeling I, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde interventies voorschotten te betalen van ten hoogste 50 %.

Amendement    123

Voorstel voor een verordening

Artikel 43 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De in lid 1 bedoelde sommen worden aan de Uniebegroting afgedragen en worden in het geval van hergebruik uitsluitend gebruikt om uitgaven uit het ELGF of het Elfpo te financieren.

2.  De in lid 1 bedoelde sommen worden aan de Uniebegroting afgedragen en worden in het geval van hergebruik uitsluitend gebruikt om uitgaven respectievelijk uit het ELGF of het Elfpo te financieren, en dienen hoofdzakelijk voor het financieren van de in het kader van het ELGF ingestelde landbouwreserve, binnen de in artikel 14 vastgestelde grenzen.

Amendement    124

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De voorlichting die op grond van artikel 7, onder e), wordt gefinancierd, is met name gericht op de verduidelijking, uitvoering en ontwikkeling van het GLB en op de bewustmaking van het publiek van de inhoud en doelstellingen ervan, op het herstel van het consumentenvertrouwen na een crisis via voorlichtingscampagnes, op de verstrekking van informatie aan landbouwers en andere partijen die actief zijn in landelijke gebieden, en op het promoten van het Europese landbouwmodel en de bevordering van het inzicht van de burgers in dit model.

De voorlichting die op grond van artikel 7, onder e), wordt gefinancierd, is met name gericht op de verduidelijking, uitvoering en ontwikkeling van het GLB en op de bewustmaking van het publiek van de inhoud en doelstellingen ervan, met inbegrip van de interactie ervan met klimaat, milieu, dierenwelzijn en ontwikkeling. Doel is de verstrekking van informatie aan de burgers over de uitdagingen op het gebied van landbouw en voeding, informatieverstrekking aan landbouwers en consumenten, herstel van het consumentenvertrouwen na een crisis via voorlichtingscampagnes en de verstrekking van informatie aan landbouwers en andere partijen die actief zijn in landelijke gebieden, alsmede het promoten van een duurzamer landbouwmodel in de EU en de bevordering van het inzicht van de burgers in dit model.

Amendement    125

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zowel binnen als buiten de Unie wordt een coherente, objectieve en uitgebreide voorlichting gegeven.

Zowel binnen als buiten de Unie wordt een coherente, onpartijdige, op feiten gebaseerde, objectieve en uitgebreide voorlichting gegeven aan de hand van een communicatieplan.

Amendement    126

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is overeenkomstig artikel 100 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen wat betreft de voorwaarden waaronder bepaalde soorten uitgaven en ontvangsten in het kader van de fondsen onderling moeten worden verrekend.

De Commissie is overeenkomstig artikel 100 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen wat betreft de voorwaarden ten aanzien van de bijzonderheden van uitgavendeclaraties waaronder bepaalde soorten uitgaven en ontvangsten in het kader van de fondsen onderling moeten worden verrekend.

Motivering

De voorgestelde bevoegdheid is te ruim. Zij moet beperkt blijven tot bijvoorbeeld de uitgavendeclaraties. Anders kan zij alle uitgaven in het kader van steunmaatregelen in een goedgekeurd strategisch GLB-plan een halt toeroepen.

Amendement    127

Voorstel voor een verordening

Artikel 46 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van artikel 127 van het Financieel Reglement ontleent de Commissie zekerheid aan het werk van de in artikel 11 bedoelde certificerende instanties, tenzij zij de lidstaat heeft meegedeeld dat zij niet kan afgaan op het werk van de certificerende instanties voor een bepaald begrotingsjaar, en houdt zij daarmee rekening in haar risicobeoordeling van de noodzaak om zelf audits in de betrokken lidstaat te verrichten.

Voor de toepassing van artikel 127 van het Financieel Reglement ontleent de Commissie zekerheid aan het werk van de in artikel 11 bedoelde certificerende instanties en houdt zij daarmee rekening in haar risicobeoordeling van de noodzaak om zelf audits in de betrokken lidstaat te verrichten, tenzij zij die lidstaat heeft meegedeeld niet op dit werk te kunnen afgaan.

Amendement    128

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 1 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de uitgaven die onder artikel 5, lid 2, en artikel 6 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vallen, een corresponderende output hebben zoals gerapporteerd in het jaarlijkse prestatieverslag;

(b)  de uitgaven die onder artikel 5, lid 2, en artikel 6 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vallen, een corresponderende output hebben zoals gerapporteerd in het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring;

Amendement    129

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d bis)  de in artikelen 39 en 40 bedoelde plannen op correcte wijze ten uitvoer worden gelegd.

Amendement    130

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 1 – alinea 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien ernstige tekortkomingen worden geconstateerd in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en om de bescherming te garanderen van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig artikel 57 van deze verordening, kan de Commissie haar controles uitbreiden om de voorwaarden te verifiëren waarop de door de fondsen gefinancierde verrichtingen zijn uitgevoerd en gecontroleerd teneinde te garanderen dat alle interventies die worden vermeld in Verordening (EU) .../... [strategische GLB-plannen], voldoen aan de toepasselijke Uniewetgeving.

Amendement    131

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 1 – alinea 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie kan de uitgebreide monitoring voortzetten zolang de ernstige tekortkomingen in het governancesysteem aanhouden.

Amendement    132

Voorstel voor een verordening

Artikel 48 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten houden informatie over onregelmatigheden in de zin van Verordening (EU, Euratom) nr. 2988/95 en over andere gevallen van niet-naleving van de voorwaarden die de lidstaten in hun strategische GLB-plannen hebben vastgesteld, over geconstateerde gevallen van mogelijke fraude en over de stappen die krachtens afdeling 3 van dit hoofdstuk zijn gezet om onverschuldigde betalingen die verband houden met deze onregelmatigheden en fraudegevallen terug te vorderen, ter beschikking van de Commissie.

3.  De lidstaten houden informatie over onregelmatigheden in de zin van Verordening (EU, Euratom) nr. 2988/95 en over andere gevallen van niet-naleving van de voorwaarden die de lidstaten in hun strategische GLB-plannen hebben vastgesteld, over geconstateerde gevallen van mogelijke fraude en over de stappen die krachtens afdeling 3 van dit hoofdstuk zijn gezet om onverschuldigde betalingen die verband houden met deze onregelmatigheden en fraudegevallen terug te vorderen, ter beschikking van de Commissie. De Commissie vat deze informatie samen en publiceert meerjarige verslagen, die worden toegezonden aan het Europees Parlement. 

Motivering

Dit is in lijn met het beginsel van transparantie en de controlerende rol van het Europees Parlement, uitgeoefend door Commissie begrotingscontrole CONT.

Amendement    133

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Jaarlijkse financiële goedkeuring

Jaarlijkse goedkeuring

Amendement    134

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die uitvoeringshandelingen hebben betrekking op de volledigheid, de nauwkeurigheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen en laten de inhoud van de uitvoeringshandelingen die daarna in het kader van de artikelen 52 en 53 worden vastgesteld, onverlet.

Die uitvoeringshandelingen hebben betrekking op de volledigheid, de nauwkeurigheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen en laten de inhoud van de uitvoeringshandelingen die daarna in het kader van lid 2 van dit artikel en in het kader van artikel 53 worden vastgesteld, onverlet.

Amendement    135

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met regels voor de in lid 1 bedoelde goedkeuring van de rekeningen, wat betreft de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde uitvoeringshandelingen en de uitvoering ervan, waaronder de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten en de in acht te nemen termijnen.

De Commissie stelt vóór 15 oktober van het jaar na het betrokken begrotingsjaar uitvoeringshandelingen vast waarin de te verlagen Uniefinancieringsbedragen voor de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven en met betrekking tot de interventies als bedoeld in titel III van Verordening (EU) …/… [verordening inzake strategische GLB-plannen] worden bepaald, indien:

 

(a)  de in het jaarlijkse verslag inzake de financiële goedkeuring gerapporteerde output niet overeenkomt met de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven; of

 

(b)  het steunbedrag per eenheid met meer dan het in het strategische GLB-plan van de lidstaat vastgestelde percentage afwijkt voor de interventietypes waarop artikel 89 van Verordening (EU) …/… [verordening inzake de strategische GLB-plannen] van toepassing is.

Amendement    136

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Schrappen

Amendement    137

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Die uitvoeringshandelingen laten de inhoud van de uitvoeringshandelingen die daarna in het kader van artikel 53 worden vastgesteld, onverlet.

(Zie de formulering van artikel 52, lid 1)

Amendement    138

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 – alinea 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie beoordeelt de bedragen die moeten worden verlaagd op basis van het verschil tussen de voor een interventie gedeclareerde jaaruitgaven en het bedrag dat correspondeert met de relevante, overeenkomstig het nationale strategisch GLB-plan gerapporteerde output, waarbij zij rekening houdt met de argumenten van de lidstaat in kwestie. Deze verlagingen zijn alleen van toepassing op de voor de desbetreffende interventie gedeclareerde uitgaven zonder overeenkomstige output.

(Zie de formulering van artikel 52, lid 2)

Amendement    139

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 – alinea 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 101, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld. De Commissie stelt de betrokken lidstaat in kennis van haar voornemen en biedt deze lidstaat de gelegenheid om binnen een termijn van ten minste 30 dagen opmerkingen te maken alvorens de ontwerpuitvoeringshandeling in te dienen overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 182/2011.

Amendement    140

Voorstel voor een verordening

Artikel 51 – lid 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor:

 

(a)  de in leden 1 en 2 bedoelde goedkeuring met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling van de in lid 1, tweede alinea, en lid 2 bedoelde uitvoeringshandelingen en de uitvoering ervan, waaronder de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten en de in acht te nemen termijnen;

 

(b)  de criteria waaraan de argumentatie van de betrokken lidstaat moet voldoen en de methodiek en criteria voor de toepassing van verlagingen als bedoeld in lid 2.

(Zie de formulering van artikel 51, lid 2, en artikel 52, lid 4)

Amendement    141

Voorstel voor een verordening

Artikel 52

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 52

Schrappen

Jaarlijkse prestatiegoedkeuring

 

1.  Wanneer de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven die corresponderen met de in titel III van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventies, geen corresponderende output hebben als gerapporteerd in het jaarlijkse prestatieverslag, stelt de Commissie vóór 15 oktober van het jaar na het betrokken begrotingsjaar uitvoeringshandelingen vast waarin de te verlagen Uniefinancieringsbedragen worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen laten de inhoud van de uitvoeringshandelingen die daarna in het kader van artikel 53 worden vastgesteld, onverlet.

 

Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 101, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

 

2.  De Commissie beoordeelt de bedragen die moeten worden verlaagd op basis van het verschil tussen de voor een interventie gedeclareerde jaaruitgaven en het bedrag dat correspondeert met de relevante, overeenkomstig het nationale strategisch GLB-plan gerapporteerde output, waarbij zij rekening houdt met de argumenten van de lidstaat.

 

3.  Voordat de in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling wordt vastgesteld, stelt de Commissie de lidstaat in de gelegenheid opmerkingen te maken en de verschillen te verklaren.

 

4.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor de criteria waaraan de argumentatie van de betrokken lidstaat moet voldoen, en voor de methodiek en criteria voor de toepassing van verlagingen.

 

5.  

 

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met regels voor de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling van de in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling en de uitvoering ervan, waaronder de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten, de procedure en de in acht te nemen termijnen.

 

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 

(Sommige formuleringen zijn van artikel 52 naar artikel 51 verplaatst)

Amendement    142

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De Commissie bepaalt de aan financiering te onttrekken bedragen in het licht van de ernst van de geconstateerde tekortkomingen.

2.  De Commissie bepaalt de aan financiering te onttrekken bedragen in het licht van de ernst van de geconstateerde niet-conformiteit. Zij houdt naar behoren rekening met de aard van de inbreuk en met de door de Unie opgelopen financiële schade. Zij baseert de onttrekking op de als onverschuldigd geïdentificeerde bedragen. Als het redelijkerwijze niet mogelijk is het precieze bedrag te berekenen, wordt op proportionele wijze gebruik gemaakt van forfaitaire correcties.

Amendement    143

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor de criteria en methodiek voor de toepassing van financiële correcties.

6.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor de criteria en methodiek voor de toepassing van financiële correcties, met inbegrip van de forfaitaire correcties als bedoeld in lid 2.

Amendement    144

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 7 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met regels voor de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling van de in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling en de uitvoering ervan, waaronder de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten, de in acht te nemen termijnen en de bemiddelingsprocedure waarin lid 3 voorziet, met inbegrip van de oprichting, taken, samenstelling en werkwijze van het bemiddelingsorgaan.

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening met regels voor de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de vaststelling van de in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling en de uitvoering ervan, waaronder de uitwisseling van informatie tussen de Commissie en de lidstaten, de in acht te nemen termijnen en de bemiddelingsprocedure waarin lid 3 voorziet, met inbegrip van de oprichting, taken, samenstelling en werkwijze van het bemiddelingsorgaan.

Amendement    145

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 7 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Schrappen

Amendement    146

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 53 bis

 

Terugvorderingen in verband met niet-naleving

 

1.  Lidstaten vorderen onterecht verrichte betalingen terug van de begunstigde in het geval van onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigen van de voorwaarden van de interventies, zoals vastgelegd in het strategisch GLB-plan, en spannen daartoe zo nodig een gerechtelijk proces aan.

 

2.  Indien het bedrag niet is teruggevorderd binnen vier jaar na de datum van het verzoek tot terugvordering of binnen acht jaar als de terugvordering in behandeling is bij een nationale rechtbank, worden de financiële kosten van de niet-terugvordering voor 50 % gedragen door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Unie, onverminderd de eis dat de betrokken lidstaat de terugvorderingsprocedure overeenkomstig artikel 57 voortzet.

 

3.  Een lidstaat kan om naar behoren gemotiveerde redenen besluiten om niet terug te vorderen. Een besluit in deze zin mag alleen worden genomen in de volgende gevallen:

 

(a)   indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het te innen bedrag; aan deze voorwaarde wordt geacht te zijn voldaan indien:

 

i)  het van de begunstigde in het kader van een eenmalige betaling voor een interventie terug te vorderen bedrag, exclusief rente, niet hoger is dan 100 EUR; of

 

ii)  het van de begunstigde in het kader van een eenmalige betaling voor een interventie terug te vorderen bedrag, exclusief rente, tussen 100 EUR en 250 EUR valt en de betrokken lidstaat in zijn nationale wetgeving een drempelwaarde voor het niet innen van nationale schulden hanteert die ten minste gelijk is aan het te innen bedrag;

 

(b)  indien terugvordering onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid.

Amendement    147

Voorstel voor een verordening

Artikel 54 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De sommen die door de lidstaten worden teruggevorderd in verband met onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de interventies van het strategisch GLB-plan en de rente daarop worden overgemaakt aan het betaalorgaan en door hem geboekt als ELGF-bestemmingsontvangsten voor de maand waarin de sommen daadwerkelijk zijn ontvangen.

De sommen die door de lidstaten worden teruggevorderd in verband met onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de interventies van het strategisch GLB-plan en de rente daarop, die wordt berekend vanaf de dag na de datum waarop de betaling verschuldigd was, worden overgemaakt aan het betaalorgaan en door hem geboekt als ELGF-bestemmingsontvangsten voor de maand waarin de sommen daadwerkelijk zijn ontvangen.

Amendement    148

Voorstel voor een verordening

Artikel 54 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten kunnen, zonder afbreuk te doen aan het eerste lid, het betaalorgaan, als orgaan dat verantwoordelijk is voor de terugvordering van de schuld, de opdracht geven nog niet door een begunstigde voldane vorderingen te verrekenen met toekomstige betalingen aan die begunstigde.

Amendement    149

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan worden ontdekt, verrichten de lidstaten financiële correcties door de betrokken Uniefinanciering geheel of gedeeltelijk in te trekken. De lidstaten houden daarbij rekening met de aard en ernst van de niet-naleving en met de omvang van het financiële verlies voor het Elfpo.

Wanneer onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan worden ontdekt, verrichten de lidstaten financiële correcties door de betrokken Uniefinanciering gedeeltelijk of, in uitzonderlijke omstandigheden, geheel in te trekken. De lidstaten houden daarbij rekening met de aard en ernst van de niet-naleving en met de omvang van het financiële verlies voor het Elfpo.

Amendement    150

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan. De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, die wordt berekend vanaf de dag na de datum waarop de betaling verschuldigd was, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsinterventies van hetzelfde strategisch GLB-plan.

(Laatste deel van lid 1 is verplaatst naar het nieuwe lid 2 bis)

Amendement    151

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten brengen elk bedrag dat onterecht betaald is als gevolg van een nog in behandeling zijnde onregelmatigheid van een begunstigde, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel, in mindering op alle toekomstige betalingen aan de begunstigde door het betaalorgaan.

Amendement    152

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen in hun geheel hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

(Zie de formulering van het tweede deel van artikel 55, lid 1)

Amendement    153

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten zetten efficiënte beheers- en controlesystemen op die ervoor zorgen dat de Uniewetgeving inzake interventies van de Unie in acht wordt genomen.

2.  De lidstaten zetten efficiënte beheers- en controlesystemen op die ervoor zorgen dat de Uniewetgeving inzake interventies van de Unie in acht wordt genomen. De controlesystemen worden beschreven in het nationale strategisch GLB-plan op grond van artikel 101 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen]. Deze beheers- en controlesystemen kunnen mechanismen voor vroegtijdige waarschuwing omvatten.

Amendement    154

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer sancties worden opgelegd in de vorm van een verlaging van het uitbetaalde steunbedrag, bedraagt de sanctie niet meer dan 100 % van het bedrag van de steunaanvraag, de betalingsclaim of het subsidiabele bedrag waarop de sanctie wordt toegepast.

Amendement    155

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In het geval van sancties in de vorm van een bedrag dat wordt berekend op basis van het bedrag en/of de periode waarop de niet-naleving betrekking heeft, is dit bedrag niet hoger dan een bedrag dat overeenkomt met het in de tweede alinea bedoelde percentage.

Amendement    156

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer een sanctie wordt opgelegd in de vorm van een schorsing of de intrekking van een goedkeuring, erkenning of vergunning, of wanneer een uitsluiting wordt opgelegd van het recht om deel te nemen aan of te profiteren van een interventie, duurt de maximale overeenkomstige periode drie opeenvolgende jaren en kan deze periode in geval van een nieuwe niet-naleving worden verlengd.

Amendement    157

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 2 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  de niet-naleving is toe te schrijven aan kennelijke fouten van de begunstigde met betrekking tot de steunaanvraag of de betalingsclaim, die door het betaalorgaan worden herkend en worden gecorrigeerd en aangepast voordat de begunstigde ervan op de hoogte wordt gesteld;

Amendement    158

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 2 – letter c ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c ter)  de niet-naleving gering is in ernst, omvang of duur.

Amendement    159

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 57 bis

 

Rechtzetting van fouten

 

1.  De lidstaten kunnen ervoor kiezen in hun strategische GLB-plannen bepalingen op te nemen om begunstigden het recht te verlenen een eerder ingediende administratieve verklaring of steun- of betalingsaanvraag te wijzigen of op een andere manier weer in overeenstemming te brengen, zonder dat hiervoor een verlaging of sanctie wordt toegepast, als:

 

(a)  de begunstigde een administratieve fout heeft gemaakt in de informatie over zijn situatie;

 

(b)  de begunstigde de subsidiabiliteitscriteria, de verbintenissen of andere verplichtingen in verband met de toekenning van bijstand of steun in zijn situatie verkeerd begrepen heeft.

 

Dit recht om wijzigingen aan te brengen of de overeenstemming te herstellen geldt wanneer de fout of het verzuim te goeder trouw is gemaakt en niet wordt beschouwd als een poging tot fraude.

 

De bevoegde nationale autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het beoordelen van de vraag of er in het geval van een begunstigde sprake is van goede trouw.

Motivering

Deze wijziging strekt tot de invoering van een recht op regularisering in het geval van materiële fouten of in verband met onbekendheid met de regelgeving.

Amendement    160

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen voor een controleniveau dat nodig is voor een doeltreffend beheer van de risico's.

De lidstaten zorgen voor een controleniveau dat nodig is voor een doeltreffend beheer van de risico's en dat lager mag zijn dan het oorspronkelijke niveau zodra de beheers- en controlesystemen naar behoren werken en het foutenpercentage zich op een aanvaardbaar niveau heeft gestabiliseerd. De desbetreffende autoriteit neemt haar steekproef voor controles uit de gehele populatie van aanvragers; de steekproef omdat, indien passend, een willekeurig gedeelte, teneinde een representatief foutenpercentage te verkrijgen, en een gedeelte op basis van risico, waarmee gefocust wordt op de gebieden waar het risico voor de financiële belangen van de Unie het hoogst is.

Amendement    161

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 4 – alinea 1 – letter e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e)  de door de lidstaten uit te voeren controles in het kader van de maatregelen van hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 en hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013.

Schrappen

Amendement    162

Voorstel voor een verordening

Artikel 62 – lid 3 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  een gelijke behandeling, billijkheid en evenredigheid wordt gewaarborgd wanneer een zekerheid wordt gesteld;

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)  

Amendement    163

Voorstel voor een verordening

Artikel 63 – lid 4 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  "identificatie- en registratieregeling voor dieren": het systeem voor de identificatie en registratie van runderen zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad of het systeem voor de identificatie en registratie van schapen en geiten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad;

(c)  "identificatie- en registratieregeling voor dieren": het systeem voor de identificatie en registratie van runderen zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad33, het systeem voor de identificatie en registratie van schapen en geiten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad34 of, in voorkomend geval, het systeem voor de identificatie en registratie van varkens zoals vastgelegd in Richtlijn 2008/71/EG van de Raad34 bis en andere door de lidstaten opgezette dierendatabanken;

__________________

__________________

33 Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).

33 Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).

34 Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8).

34 Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8).

 

34 bis Richtlijn 2008/71/EG van 15 juli 2008 van de Raad met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens (PB L 213 van 8.8.2008, blz. 31).

Amendement    164

Voorstel voor een verordening

Artikel 63 – lid 4 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  "claimloos systeem": een aanvraagsysteem voor areaal- of diergebonden interventies waarin de door de overheid vereiste gegevens over ten minste individuele arealen of dieren waarvoor een claim wordt ingediend, beschikbaar zijn in officiële computerdatabanken van de lidstaat.

(f)  "claimloos systeem": een systeem met vooraf ingevulde of andersoortige aanvragen voor areaal- of diergebonden interventies waarin de door de overheid vereiste gegevens over ten minste individuele arealen of dieren waarvoor een claim wordt ingediend, beschikbaar zijn in officiële computerdatabanken van de lidstaat.

Amendement    165

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  een areaalmonitoringsysteem;

(c)  een areaalmonitoring- en controlesysteem;

Amendement    166

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Het geïntegreerd systeem werkt op basis van elektronische databanken en geografische informatiesystemen en zorgt ervoor dat gegevens tussen de elektronische databanken en geografische informatiesystemen kunnen worden uitgewisseld en geïntegreerd.

2.  Het geïntegreerd systeem werkt op basis van elektronische databanken en geografische informatiesystemen en zorgt ervoor dat gegevens tussen de elektronische databanken en geografische informatiesystemen (GIS) kunnen worden uitgewisseld en geïntegreerd. Hiertoe maken de GIS het mogelijk geospatiale gegevens over landbouw-, kadastrale of referentiepercelen over alle afgebakende beschermde zones en gebieden te leggen die zijn vastgesteld in overeenstemming met de Uniewetgeving die is opgenomen in bijlage XI bij Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], zoals Natura 2000-gebieden en gebieden die kwetsbaar zijn voor nitraten, alsmede de landschapskenmerken en ecologische infrastructuur (bomen, heggen, vijvers, bufferstroken, oevermarges enz.).

Amendement    167

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de invoering en toepassing van het geïntegreerd systeem, kan de Commissie de hulp van gespecialiseerde instanties of personen inroepen om het opzetten, de monitoring en de werking van het geïntegreerd systeem te vergemakkelijken, en met name om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten technische adviezen te verstrekken.

3.  Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de invoering en toepassing van het geïntegreerd systeem, roept de Commissie de hulp van gespecialiseerde instanties of personen in om het opzetten, de monitoring en de werking van het geïntegreerd systeem te vergemakkelijken, en met name om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten technische adviezen te verstrekken.

Amendement    168

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in de eerste alinea bedoelde gegevens en documentatie over het lopende kalenderjaar of verkoopseizoen en over de tien voorgaande kalenderjaren of verkoopseizoenen kunnen via de digitale databanken van de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden ingezien.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens en documentatie over het lopende kalenderjaar of verkoopseizoen en over de tien voorgaande kalenderjaren of verkoopseizoenen kunnen via de digitale databanken van de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden ingezien. De informatie uit de databanken mag ook worden verstrekt in de vorm van samenvattingen.

Motivering

Er bestaat bezorgdheid over de kosten van de verplichting om alle gegevens te bewaren. Het waarborgen van de toegankelijkheid gedurende tien jaar kan erg duur uitvallen. Vergelijkbare en relevante informatie kan in de vorm van samenvattingen veel goedkoper worden verstrekt.

Amendement    169

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  De lidstaten zorgen ervoor dat begunstigden en potentiële begunstigden toegang hebben tot alle referentie- en attribuutgegevens met betrekking tot het land dat zij gebruiken of voornemens zijn te gebruiken, om hen in staat te stellen nauwkeurige aanvragen in te dienen.

Amendement    170

Voorstel voor een verordening

Artikel 67 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Wat betreft de steun voor de in artikel 63, lid 2, bedoelde areaalgebonden interventies die in het kader van de nationale strategische GLB-plannen worden uitgevoerd, schrijven de lidstaten voor dat een aanvraag moet worden ingediend met de door de bevoegde autoriteit verstrekte geospatiale applicatie voor de indiening van een aanvraag.

1.  Wat betreft de steun voor de in artikel 63, lid 2, bedoelde areaalgebonden interventies die in het kader van de nationale strategische GLB-plannen worden uitgevoerd, schrijven de lidstaten voor dat een aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van het door de bevoegde autoriteit in haar geospatiale applicatie verstrekte formulier.

Amendement    171

Voorstel voor een verordening

Artikel 67 – lid 4 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Als een lidstaat besluit een claimloos systeem te gebruiken, wordt de overheid in staat gesteld subsidiabele betalingen aan de begunstigden te verrichten op basis van de gegevens die voorhanden zijn in de officiële computerdatabanken, indien zich geen wijziging heeft voorgedaan, aangevuld met bijkomende informatie, indien dit nodig is om rekening te houden met een wijziging. Deze gegevens en eventuele bijkomende informatie worden door de begunstigde bevestigd.

Amendement    172

Voorstel voor een verordening

Artikel 68 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten zetten een areaalmonitoringsysteem op.

1.  De lidstaten zetten een areaalmonitoring- en controlesysteem op. Om naar behoren gemotiveerde redenen kan de Commissie een overgangsperiode toestaan voor het opzetten van het areaalmonitoring- en controlesysteem voor lidstaten die niet recentelijk gebruik hebben gemaakt van een dergelijk areaalmonitoring- en controlesysteem.

Amendement    173

Voorstel voor een verordening

Artikel 68 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten beoordelen jaarlijks de kwaliteit van het areaalmonitoringsysteem overeenkomstig de op Unieniveau opgezette methodiek.

De lidstaten beoordelen jaarlijks de kwaliteit van het areaalmonitoring- en controlesysteem overeenkomstig de op Unieniveau opgezette methodiek.

Amendement    174

Voorstel voor een verordening

Artikel 70 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zetten een in artikel 63 bedoeld controle- en sanctiesysteem voor de steun op.

De lidstaten zetten een in artikel 63 bedoeld controle- en sanctiesysteem voor de steun op. De lidstaten voeren via de betaalorganen of de door hen gemachtigde instanties administratieve controles van de steunaanvragen uit om na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen. Deze controles worden aangevuld met controles ter plaatse.

Amendement    175

Voorstel voor een verordening

Artikel 70 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Voor alle in artikel 63, lid 2, bedoelde interventies zorgen de lidstaten ervoor dat de controlesteekproef voor de jaarlijkse controles ter plaatse ten minste 5 % van alle begunstigden omvat. Dat percentage wordt in behoorlijke mate verhoogd wanneer een ernstige niet-naleving in het kader van een bepaalde interventie of maatregel wordt gedetecteerd. De lidstaten kunnen dit percentage echter verlagen wanneer de foutenpercentages op een aanvaardbaar niveau blijven.

Amendement    176

Voorstel voor een verordening

Artikel 70 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 57, leden 1 tot en met 5, is van overeenkomstige toepassing.

Schrappen

Amendement    177

Voorstel voor een verordening

Artikel 73 – alinea 1 – letter a – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de vorm, inhoud en wijze van toezending of terbeschikkingstelling aan de Commissie van:

(a)  de vorm en wijze van toezending of terbeschikkingstelling aan de Commissie van:

Amendement    178

Voorstel voor een verordening

Artikel 73 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de basiskenmerken van en regels voor het geospatiale aanvraagsysteem en het areaalmonitoringsysteem als bedoeld in de artikelen 67 en 68.

(b)  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met regels voor de toe te zenden inhoud en het ter beschikking stellen aan de Commissie van:

 

i)  de beoordelingsverslagen over de kwaliteit van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoring- en controlesysteem;

 

ii)  de door de lidstaten uit te voeren corrigerende acties als bedoeld in de artikelen 66, 67 en 68;

 

iii)  de basiskenmerken van en regels voor het geospatiale aanvraagsysteem en het areaalmonitoring- en controlesysteem als bedoeld in de artikelen 67 en 68.

Amendement    179

Voorstel voor een verordening

Artikel 73 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Schrappen

Amendement    180

Voorstel voor een verordening

Artikel 78 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van in een derde land gevestigde ondernemingen waarvoor het betrokken bedrag in die lidstaat betaald of ontvangen is of had moeten worden.

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van in een derde land gevestigde ondernemingen waarvoor het betrokken bedrag in die lidstaat betaald of ontvangen is of had moeten worden. Zo nodig nodigt de Commissie deskundigen uit derde landen uit, onder meer uit ontwikkelingslanden, om een beoordeling te verkrijgen van de externe impact van de uitvoering van het GLB op het niveau van de lidstaten.

Motivering

In de geest van degelijke en doeltreffende samenwerking met derde landen, dient de Commissie haar dialoog met partnerlanden over elk aspect dat van invloed is op hun ontwikkelingsproces te verbeteren. De van de partners van de Unie afkomstige input is bedoeld om de incoherenties van het EU-beleid, met name het gebrek aan samenhang tussen de externe aspecten van intern beleid en het extern beleid op zich, aan te wijzen en te corrigeren.

Amendement    181

Voorstel voor een verordening

Artikel 79

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 79

Schrappen

Programmering

 

1.  De lidstaten stellen doorlichtingsprogramma's op die in de volgende doorlichtingsperiode op grond van artikel 75 moeten worden uitgevoerd.

 

2.  Vóór 15 april van elk jaar zenden de lidstaten de Commissie het in lid 1 bedoelde programma toe, met vermelding van:

 

(a)  het aantal ondernemingen dat zal worden doorgelicht, en hun verdeling per sector, rekening houdend met de daarmee gemoeide bedragen;

 

(b)  de criteria voor de opstelling van het programma.

 

3.  De lidstaten voeren de door hen opgestelde en aan de Commissie toegezonden programma's uit indien de Commissie binnen acht weken geen opmerkingen heeft gemaakt.

 

4.  Lid 3 is van overeenkomstige toepassing op de wijzigingen die de lidstaten in het programma aanbrengen.

 

5.  De Commissie kan in elk stadium verzoeken om de opname van een speciale ondernemingscategorie in het programma van een lidstaat.

 

6.  Ondernemingen waarbij de som van de ontvangsten of betalingen lager was dan 40 000 EUR, worden alleen overeenkomstig dit hoofdstuk doorgelicht om bijzondere redenen, die de lidstaten moeten vermelden in hun in lid 1 bedoelde jaarlijkse programma of die de Commissie moet vermelden in een eventueel voorgestelde wijziging in dit programma.

 

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 101 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarin de in de eerste alinea genoemde drempel wordt gewijzigd.

 

Amendement    182

Voorstel voor een verordening

Titel 4 – hoofdstuk IV – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Controlesysteem en sancties met betrekking tot de conditionaliteit

Controlesysteem en sancties met betrekking tot de conditionaliteit voor duurzame ontwikkeling

Motivering

Deze wijziging heeft uitsluitend betrekking op de formulering en heeft tot doel "de conditionaliteit" te wijzigen in "de conditionaliteit voor duurzame ontwikkeling", rekening houdende met de groene maatregelen in het kader van het GLB (voorheen "vergroening") in verband met de verplichtingen op het gebied van de conditionaliteit.

Amendement    183

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zetten een controlesysteem op dat ervoor zorgt dat begunstigden van de steun als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU) .../... (verordening inzake de strategische GLB-plannen) en in hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 en in hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013, voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... (verordening inzake de strategische GLB-plannen).

De lidstaten beschikken over een controlesysteem om ervoor te zorgen dat de volgende begunstigden voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen]:

 

(a)  begunstigden die rechtstreekse betalingen ontvangen uit hoofde van titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen];

 

(b)  begunstigden die de jaarlijkse premies ontvangen uit hoofde van de artikelen 65, 66 en 67 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen];

 

(c)  begunstigden die steun ontvangen uit hoofde van hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 en hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 229/2013.

 

 

Amendement    184

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 2 – letter b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis)  "herhaling van een niet-naleving": een meer dan eenmaal geconstateerde niet-naleving van dezelfde eis of norm, mits de begunstigde in kennis is gesteld van een eerdere niet-naleving en, naargelang van het geval, de mogelijkheid heeft gehad de nodige maatregelen te nemen om die eerdere niet-naleving te corrigeren.

Amendement    185

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In hun in lid 1 bedoelde controlesysteem:

3.  Teneinde te voldoen aan hun controleverplichtingen als vastgesteld in lid 1:

Amendement    186

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  kunnen de lidstaten, in voorkomend geval, gebruikmaken van teledetectie of het areaalmonitoringsysteem om de onder a) bedoelde controles ter plaatse uit te voeren;

(c)  kunnen de lidstaten, in voorkomend geval en voor zover haalbaar, gebruikmaken van teledetectie of het areaalmonitoring- en controlesysteem om de onder a) bedoelde controles ter plaatse uit te voeren; en

Amendement    187

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 – letter c bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  zetten de lidstaten een systeem voor vroegtijdige waarschuwing op;

Amendement    188

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  stellen de lidstaten jaarlijks de controlesteekproef voor de onder a) bedoelde controles op basis van een risicoanalyse vast en nemen zij daarin ook een aselecte component op en bepalen zij dat de controlesteekproef ten minste 1 % van de begunstigden van de steun omvat waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet.

Schrappen

Amendement    189

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  De lidstaten stellen jaarlijks de controlesteekproef voor de in lid 3, onder a), van dit artikel bedoelde controles vast op basis van een risicoanalyse, waarbij zij wegingsfactoren en een aselecte component mogen toepassen, en zij garanderen dat de controlesteekproef ten minste 1 % van de begunstigden van de steun omvat waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet.

Amendement    190

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 ter.  De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels inzake vereenvoudigde controles voor landbouwers die deelnemen aan de in artikel 25 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde regelingen.

Amendement    191

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 quater.  De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen regels vast inzake het verrichten van de in dit artikel bedoelde controles, met inbegrip van regels die garanderen dat bij de risicoanalyse rekening wordt gehouden met de volgende factoren:

 

(a)  de deelname van landbouwers aan de bedrijfsadviesdiensten als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen];

 

(b)  de deelname van landbouwers aan een certificeringsysteem als bedoeld in artikel 12, lid 3 bis, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], zodra in deze verordening de eisen en normen in kwestie afgedekt zijn.

 

Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Amendement    192

Voorstel voor een verordening

Artikel 85 – lid 2 – letter a – eerste alinea

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

nemen de lidstaten regels op over de toepassing van administratieve sancties wanneer de grond in het betrokken kalenderjaar of de betrokken jaren wordt overgedragen. Deze regels berusten op een eerlijke en billijke verdeling van de aansprakelijkheid voor niet-nalevingen over cedenten en overnemers.

nemen de lidstaten regels op over de toepassing van administratieve sancties wanneer de landbouwgrond, een landbouwbedrijf of een deel ervan in het betrokken kalenderjaar of de betrokken jaren wordt overgedragen. Deze regels berusten op een eerlijke en billijke verdeling van de aansprakelijkheid voor niet-nalevingen over cedenten en overnemers.

Amendement    193

Voorstel voor een verordening

Artikel 85 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  bepalen de lidstaten dat geen administratieve sanctie wordt opgelegd wanneer de niet-naleving te wijten is aan overmacht.

(c)  bepalen de lidstaten dat geen administratieve sanctie wordt opgelegd in de volgende gevallen:

 

i)  de niet-naleving is te wijten aan overmacht;

 

ii)  de niet-naleving is te wijten aan een bevel van een overheidsinstantie;

 

iii)  de niet-naleving is te wijten aan een fout van de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit, en de fout kon redelijkerwijs niet worden geconstateerd door de begunstigde aan wie de administratieve sanctie is opgelegd;

 

iv)  de niet-naleving is te wijten aan eenvoudige nalatigheid.

Amendement    194

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De administratieve sancties waarin in titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, wordt toegepast in de vorm van een verlaging of uitsluiting van het totale bedrag van de in die afdeling van die verordening bedoelde betalingen die aan de desbetreffende begunstigde zijn toegekend of moeten worden toegekend voor steunaanvragen die hij in het kalenderjaar van de bevinding heeft ingediend of zal indienen.

De administratieve sancties worden toegepast in de vorm van een verlaging of uitsluiting van het totale bedrag van de in artikel 84, lid 1, bedoelde betalingen die aan de desbetreffende begunstigde zijn toegekend of moeten worden toegekend voor steunaanvragen die hij in het kalenderjaar van de bevinding heeft ingediend of zal indienen.

Amendement    195

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de berekening van die verlagingen en uitsluitingen wordt rekening gehouden met de ernst, de omvang, het permanente karakter, de herhaling en de opzettelijkheid van de geconstateerde niet-naleving. De opgelegde sancties zijn afschrikkend en evenredig en voldoen aan de criteria van de leden 2 en 3.

Voor de berekening van die verlagingen en uitsluitingen wordt rekening gehouden met de aard, ernst, de omvang, het permanente karakter, de herhaling en de opzettelijkheid van de geconstateerde niet-naleving. De opgelegde sancties zijn afschrikkend en evenredig en voldoen aan de criteria van de leden 2 en 3.

Amendement    196

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In het geval van niet-naleving die aan nalatigheid te wijten is, bedraagt het verlagingspercentage in de regel 3 % van het totale bedrag van de in lid 1 bedoelde betalingen.

In het geval van niet-naleving die aan nalatigheid te wijten is, bedraagt het verlagingspercentage in de regel 3 % van het totale bedrag van de in lid 1 bedoelde betalingen. De verlaging wordt bepaald op basis van de beoordeling van de aard en ernst van de niet-naleving, aan de hand van de criteria als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Amendement    197

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen een systeem voor vroegtijdige waarschuwing opzetten voor individuele gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en gelet op de geringe ernst, geringe omvang en het geringe permanente karakter ervan geen aanleiding geven tot een verlaging of uitsluiting. Wanneer bij een latere controle binnen drie opeenvolgende kalenderjaren wordt vastgesteld dat de niet-naleving niet is verholpen, wordt de verlaging uit hoofde van de eerste alinea met terugwerkende kracht toegepast.

De lidstaten zetten een systeem voor vroegtijdige waarschuwing als bedoeld in artikel 84, lid 3, op voor individuele gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en gelet op de geringe ernst, geringe omvang en het geringe permanente karakter ervan geen aanleiding geven tot een verlaging of uitsluiting, en gebruiken dit systeem. De relevante autoriteit brengt de begunstigde op de hoogte van de verplichting om corrigerende actie te ondernemen en corrigerende maatregelen voor te stellen die moeten worden genomen om de niet-naleving te remediëren. Wanneer bij een latere controle binnen drie opeenvolgende kalenderjaren wordt vastgesteld dat de niet-naleving niet is verholpen, wordt de verlaging uit hoofde van de eerste alinea met terugwerkende kracht toegepast.

Amendement    198

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 2 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen de begunstigden die een vroegtijdige waarschuwing hebben gekregen, een verplichte opleiding aanbieden in het kader van de bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet.

De lidstaten bieden de begunstigden die een vroegtijdige waarschuwing hebben gekregen, een specifieke opleiding over conditionaliteit aan in het kader van de bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, en kunnen deelname aan die opleiding verplicht stellen.

Amendement    199

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In het geval van herhaling valt het verlagingspercentage hoger uit dan het percentage dat moet worden toegepast bij niet-naleving die het gevolg is van nalatigheid en voor de eerste maal is gesanctioneerd.

3.  In het geval van herhaling van een niet-naleving bedraagt het verlagingspercentage in de regel 10 % van het totale bedrag van de in lid 1 bedoelde betalingen.

Amendement    200

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In het geval van verdere herhalingen wordt de begunstigde, wanneer geen gegronde reden wordt opgegeven, geacht opzettelijk te hebben gehandeld in de zin van lid 4.

Amendement    201

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  In geval van opzettelijke niet-naleving valt het verlagingspercentage hoger uit dan het percentage dat krachtens lid 3 in geval van herhaling moet worden toegepast, en kan het oplopen tot de volledige uitsluiting van betalingen en kan dit gelden voor één of meer kalenderjaren.

4.  In geval van opzettelijke niet-naleving bedraagt het verlagingspercentage ten minste 15 % van het totale bedrag van de betalingen bedoeld in lid 1, en kan het oplopen tot de volledige uitsluiting van betalingen en kan dit gelden voor één of meer kalenderjaren.

Amendement    202

Voorstel voor een verordening

Artikel 87 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten mogen 20 % van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van de in artikel 86 bedoelde verlagingen en uitsluitingen zelf houden.

De lidstaten mogen 25 % van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van de in artikel 86 bedoelde verlagingen en uitsluitingen zelf houden.

Motivering

Er is geen reden om het huidige percentage te verlagen. Het percentage moet 25 % bedragen omdat de lidstaten het systeem uitvoeren en de lasten van verlagingen voor hun rekening nemen.

Amendement    203

Voorstel voor een verordening

Artikel 100 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 100 bis

 

Spoedprocedure

 

1.  Overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen treden onverwijld in werking en zijn van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

 

2.  Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 100, lid 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.

Amendement    204

Voorstel voor een verordening

Artikel 102 – lid 1 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  artikel 5, artikel 7, lid 3, de artikelen 9 en 34, artikel 35, lid 4, en de artikelen 36, 37, 38, 43, 51, 52, 54, 110 en 111 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en de desbetreffende gedelegeerde en uitvoeringsbepalingen blijven, wat het ELGF betreft, van toepassing op de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor landbouwbegrotingsjaar 2020 en daarvóór en, wat het Elfpo betreft, op de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor plattelandsontwikkelingsprogramma's die de Commissie in het kader van Verordening (EU) nr. 1305/2013 heeft goedgekeurd;

(a)  artikel 5, artikel 7, lid 3, artikel 9, artikel 26, lid 5, artikel 34, artikel 35, lid 4, en de artikelen 36, 37, 38, 43, 51, 52, 54, 110 en 111 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en de desbetreffende gedelegeerde en uitvoeringsbepalingen blijven, wat het ELGF betreft, van toepassing op de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor landbouwbegrotingsjaar 2020 en daarvóór en, wat het Elfpo betreft, op de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor plattelandsontwikkelingsprogramma's die de Commissie in het kader van Verordening (EU) nr. 1305/2013 heeft goedgekeurd;

Amendement    205

Voorstel voor een verordening

Artikel 103

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 103

Schrappen

Overgangsmaatregelen

 

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 101 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen of waarmee van deze verordening wordt afgeweken, wanneer zulks nodig is.

 

TOELICHTING

Op 1 juni 2018 heeft de Commissie een pakket met drie wetgevingsvoorstellen ter hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2021-2027 aangenomen, dat ook voorschriften inzake de financiering, het beheer en de monitoring (FMM-verordening) omvat (voorstel voor een verordening COM(2018) 393). De indiening van dit omvangrijke wetgevingspakket was oorspronkelijk voor het einde van 2017 gepland. De vertraging resulteert in een strak tijdschema dat samenvalt met het einde van de mandaatsperiode van zowel het Europees Parlement als de Commissie, waardoor moeilijke omstandigheden ontstaan voor de goedkeuring door de medewetgever.

De vertraging is ook veroorzaakt door de late indiening van een voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 (MFK), waarin de financiële enveloppe voor het toekomstige GLB wordt vastgelegd. Dit voorstel (COM(2018) 321) was pas in mei 2018 beschikbaar. De toewijzing aan het GLB beloopt 365 006 miljoen EUR (aan vastleggingskredieten) voor de EU-27, wat neerkomt op een vermindering van rond de 5 %. De toewijzing aan het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) bedraagt 286,2 miljard EUR, wat een verlaging met 1,1 % betekent, terwijl het aan het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) toegewezen bedrag van 78,8 miljard EUR een vermindering met 15,3 % inhoudt (percentages ten opzichte van de status-quo). Indien echter tijdens de goedkeuringsprocedure verdere substantiële wijzigingen aan de voorgestelde begrotingsplafonds worden aangebracht, zou ook een herziening van het standpunt van het Parlement vereist kunnen zijn, zodat de definitieve beslissing over de GLB-hervorming uiteindelijk afhangt van definitieve overeenstemming over het MFK.

De algemene opzet van het GLB-pakket omvat drie verslagen over: de verordening inzake financiering, beheer en monitoring (FMM-verordening), de verordening inzake de strategische GLB-plannen, waarin de twee thans bestaande afzonderlijke verordeningen inzake rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling worden samengevoegd, en de verordening integrale gemeenschappelijke marktordening (GMO-verordening). Vanwege de aanzienlijke overlappingen tussen de verordening inzake de strategische GLB-plannen en de FMM-verordening moeten in samenhang worden gelezen en samen ter stemming worden gebracht.

Wat de onderliggende gegevens betreft, vertoont de effectbeoordeling van de Commissie grote tekorten, bijvoorbeeld met betrekking tot de centrale kwestie van vereenvoudiging, waarvoor zij geen uitvoerige kwantitatieve gegevens verstrekt over de vermindering van de administratieve lasten – in werkelijkheid worden deze verschoven van de Commissie naar de lidstaten. Intussen is de Europese Rekenkamer met een analyse gekomen van de prestaties van het huidige GLB, waaruit blijkt dat de "vergroenende" component van rechtstreekse betalingen goed bedoeld is, maar de gestelde doelen niet volledig heeft bereikt en daarnaast aanzienlijke administratieve lasten met zich brengt.

Het verslag over financiering en beheer maakt weliswaar deel uit van het GLB-hervormingspakket, maar de rapporteur is van mening dat met name dit verslag niet los kan worden gezien van de algehele aanpak van de structuurfondsen (ESIF) en met name het voorstel inzake de verordening gemeenschappelijke bepalingen (CPR-verordening), die als parapluverordening fungeert voor alle meerjarige EU-fondsen. Zowel de CPR-verordening als de FMM-verordening verwijzen daarnaast naar het in de financiële verordening vastgestelde algemene kader, dat betrekking heeft op alle vormen van (direct, indirect en gedeeld) beheer en de basisdefinities (met inbegrip van een definitie van "governance") en voorwaarden (met inbegrip van audits en controles) formuleert. De CPR-verordening voorziet in zowel prestatie- als outputgerichtheid, de vaststelling van mijlpalen die op basis van resultaatindicatoren gekoppeld zijn aan uitbetalingen, en het gebruik van vereenvoudigde kostenopties, zoals vaste percentages, vaste bedragen en standaard eenheidskosten, die volgens de rapporteur ook essentiële beheersinstrumenten zijn voor het Elfpo. Bovendien worden in die verordening de onderlinge verbanden tussen LEADER-initiatieven (gefinancierd met Elfpo-middelen) en door de gemeenschap aangestuurde ontwikkelingsinitiatieven in het kader van de ESIF.

In zijn resolutie van mei 2017 over de toekomst van voeding en landbouw (P8_TA(2018)0224) naar aanleiding van de mededeling van de Commissie met dezelfde titel (COM(2017) 713 final) heeft het Parlement een aantal belangrijke kwesties aan de orde gesteld: een eenvoudig en transparant governancesysteem, een goed functionerend en resultaatgericht uitvoeringssysteem en de integratie van de verschillende agromilieu- en klimaatmaatregelen.

Een wezenlijke wijziging in het nieuwe voorstel voor de hervorming van het GLB die de rapporteur als positief beschouwt, is een verschuiving van de aandacht van naleving naar prestatie, waarbij tegelijkertijd duidelijk meer verantwoordelijkheden worden overgedragen van de Commissie naar de lidstaten, ook wat betreft het beheer en de controles die het voorwerp vormen van de FMM-verordening.

De belangrijkste aandachtspunten in het ontwerpverslag van het EP zijn er derhalve op gericht een wetgevingskader op te stellen dat zorgt voor een betere uitvoering van de vereenvoudigde en gemoderniseerde beheers- en controlemaatregelen van het GLB:

Governancesysteem: De tweeledige doelstelling van een eenvoudige en allesomvattende structuur wordt bereikt door een vrijwel volledige herschikking van het door de Commissie voorgestelde systeem, met name door een verduidelijking van de organisatie en bevoegdheden van het toegenomen aantal instanties (coördinerende instanties, monitoringcomité) en de specificering van hun nieuwe taken (certificerende instanties), teneinde voor efficiency, transparantie en verantwoording te zorgen.

Rapportageverplichtingen: De overstap van een uitsluitend op output (financieel) naar een gemengd, zowel op output als op resultaten (prestatie) gebaseerd rapportagesysteem, dat gepaard gaat met een afbouw van de toezichtstaken van de Commissie en een uitbreiding van de rapportageverplichtingen van de lidstaten. Om de onvermijdelijke toename van de administratieve lasten (jaarlijkse prestatiegoedkeuring) tot een minimum te beperken en de relevantie en kwaliteit van het nieuwe prestatiegerichte systeem (prestatie- en resultaatindicatoren) te waarborgen, wordt een aanpassing van de rapportagecyclus voorgesteld.

Crisisreserve: De cruciale rol van een naar behoren gefinancierd, onafhankelijk en doelgericht crisismechanisme wordt behouden door de werkingssfeer ervan uitsluitend tot crisissituaties te beperken (zonder marktinterventies) en door tegelijkertijd te voorzien in een verbreding van de financieringsbasis binnen én buiten het GLB en in de handhaving van het "doorrol"-beginsel.

Sancties en controles: Als belangrijke vereenvoudigende stap ten behoeve van kleine landbouwbedrijven wordt een nieuwe drempel vastgesteld waaronder geen sancties worden opgelegd: een bedrag van 1 250 EUR per begunstigde en een subsidiabele oppervlakte van 10 hectare. Tegelijkertijd worden de noodzakelijke, door de lidstaten uit te voeren risicogebaseerde controles ter plekke aangescherpt. Een betere beschikbaarheid van satellietgegevens van de Commissie moet bijdragen tot doeltreffender controles. Om voor een zekere harmonisatie te zorgen, wordt voor gevallen van herhaaldelijke niet-naleving een gemeenschappelijk systeem met een geleidelijk aan toenemend sanctieniveau ingevoerd.

Bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw: Dit is een essentieel onderdeel van het uitvoeringssysteem van het GLB en moet daarom in de horizontale verordening worden gehandhaafd, naast meer uitvoerige voorschriften om te waarborgen dat begunstigden in alle lidstaten toegang tot dergelijke diensten hebben, aangezien dit een voorwaarde is voor een modern landbouwbeleid in de hele EU.

Democratisch toezicht: Het voorstel voorziet in een groot aantal bevoegdheidsdelegaties waarover pas op een later tijdstip besluiten zullen worden genomen; deze moesten worden herzien en aangepast om het evenwicht tussen de instellingen bewaren.

Wat betreft de inwerkingtreding van de wetgevingsvoorstellen nadat deze zijn aangenomen door de medewetgevers, zij eraan herinnerd dat hiervoor in de vorige programmeringsperiode van het GLB overgangsmaatregelen met een duur van twee jaar nodig waren. Anders dan nu vielen de wijzigingen destijds echter niet samen met het einde van de mandaatsperiode van het Parlement en de Commissie en met de invoering van nieuwe taken en structuren. Daarom moet te zijner tijd een omvattende wetgevingshandeling worden aangenomen waarin de nodige overgangsbepalingen, in het bijzonder met betrekking tot de nieuwe prestatiegerichte benadering, worden vastgesteld.

ADVIES VAN DE Commissie ontwikkelingssamenwerking (12.2.2019)

aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr.1306/2013
(COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD))

Rapporteur voor advies: Maria Heubuch

BEKNOPTE MOTIVERING

De verplichting van de EU tot beleidscoherentie voor ontwikkeling (PCD) is neergelegd in artikel 208 van het Verdrag van Lissabon: de EU heeft toegezegd dat ze in al haar beleidsmaatregelen die voor de ontwikkelingslanden van invloed kunnen zijn, rekening zal houden met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking en dat ze tegenstrijdigheden tussen deze beleidsmaatregelen zal voorkomen. Voor de EU zijn voedselzekerheid en duurzame landbouw prioritaire gebieden van de ontwikkelingssamenwerking. In het desbetreffende beleidskader van de EU[1] (2010) wordt onderstreept dat beleidscoherentie voor ontwikkeling van belang is voor de mondiale voedselzekerheid en wordt in het bijzonder gewezen op het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU (GLB).

Hoewel het gebrek aan samenhang tussen het GLB en de doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking sinds de uitfasering van exportsubsidies verminderd is, blijft de onsamenhangendheid problematisch. GLB-subsidies en maatregelen ter ondersteuning van de markten die leiden tot een grotere uitvoer of invoer van bepaalde goederen naar of van ontwikkelingslanden, kunnen negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling. Ook kan een landbouwproductie die intensief gebruik maakt van hulpbronnen negatieve gevolgen hebben voor het klimaat.

De "horizontale verordening" die we hier amenderen voorziet in een aanpassing van de voorschriften inzake financiering, beheer en monitoring voor verschillende GLB-maatregelen. Deze "interventies" worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), die vaak de twee "pijlers" van het GLB worden genoemd. Na 2021 zal het GLB beschikken over een nieuw uitvoeringsmodel dat de lidstaten meer verantwoordelijkheid geeft bij het vaststellen van nationale prioriteiten. Dit nieuwe model gaat gepaard met een accentverschuiving van naleving naar prestaties. Daarnaast is ook conditionaliteit een belangrijk kenmerk van het GLB.

De rapporteur is ingenomen met de accentverschuiving naar een nieuwe, op resultaten gebaseerde aanpak van het GLB die bevorderlijk kan zijn voor de samenhang met het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, klimaat en milieu. Aangezien de lidstaten zelf de streefcijfers zullen vaststellen in hun nationale plannen, is er wel aanzienlijk veel ruimte voor een beperktere ambitie en een "race naar de bodem". Wanneer we dit wetgevingsvoorstel analyseren vanuit het oogpunt van PCD, zien we dat die beleidscoherentie voor ontwikkeling onvoldoende naar voren komt in de voorschriften voor financiering, beheer en monitoring.

De rapporteur stelt daarom voor de verordening te wijzigen en er een sterkere verbintenis tot PCD in tot uiting te brengen. Daarnaast moeten de belanghebbenden in de verschillende fasen van planning, uitvoering, monitoring en evaluatie van het GLB worden geraadpleegd. De wijzigingen behelzen onder meer:

–  een verduidelijking en accentuering van de verplichting tot PCD die de EU en de lidstaten zijn aangegaan in het kader van het VWEU, en van hun verplichtingen in het kader van de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs;

–  systematische monitoring van de PCD-indicatoren, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, de streefcijfers in verband met het klimaat en de wereldwijde voetafdruk van het GLB; uitbreiding van het bestaande monitoringmechanisme voor landbouwmarkten aan de hand waarvan de externe handelsstromen van gevoelige producten naar en van ontwikkelingspartnerlanden kunnen worden getraceerd;

  raadpleging van een brede groep belanghebbenden, waaronder ontwikkelingspartners en -deskundigen, voordat de strategische GLB-plannen van de lidstaten worden vastgesteld.

AMENDEMENTEN

De Commissie ontwikkelingssamenwerking verzoekt de bevoegde Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Visum 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, en artikel 208,

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen, kansen moet benutten door het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen in plattelandsgebieden, door sociale integratie te stimuleren, ontwikkelingskloven tussen gebieden te dichten, door de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering te bevorderen, en daarbij onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt te brengen. In de mededeling wordt ook de mondiale dimensie van het GLB benadrukt en wordt gewezen op de toezeggingen van de Unie om de beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling (PCSD) te vergroten. Het GLB moet voorts hervormd worden om tegemoet te kunnen komen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie en de gevolgen ervan voor derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, aan te kunnen pakken, waarbij gewaarborgd wordt dat de bevolking van deze landen beschikt over voedzaam, veilig en gezond voedsel, en waarbij de duurzame ontwikkeling en het efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen als water, grond en lucht worden bevorderd om de bescherming van biodiversiteit en de instandhouding van habitats en landschappen te kunnen garanderen, overeenkomstig de internationale verplichtingen en toezeggingen van de Unie, waaronder de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Het nalevingsgestuurde uitvoeringsmodel van het GLB moet zodanig worden aangepast dat een grotere nadruk komt te liggen op resultaten en prestaties. In het kader daarvan moet de Unie de basisbeleidsdoelstellingen, interventietypen en basisvereisten van de Unie vaststellen terwijl de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor en meer verantwoording moeten afleggen over de wijze waarop zij aan die doelstellingen voldoen. Bijgevolg moet worden gezorgd voor een grotere subsidiariteit zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale omstandigheden en behoeften. Daarom moeten de lidstaten in het nieuwe uitvoeringsmodel de verantwoordelijkheid krijgen om hun GLB-interventies toe te snijden op de basisvereisten van de Unie zodat ze maximaal kunnen bijdragen aan de GLB-doelstellingen, en om het nalevings- en controlekader voor begunstigden op te zetten en uit te werken.

(3)  Het nalevingsgestuurde uitvoeringsmodel van het GLB moet zodanig worden aangepast dat een grotere nadruk komt te liggen op duurzame landbouw. In het kader daarvan moet de Unie de basisbeleidsdoelstellingen, interventietypen en basisvereisten van de Unie vaststellen, ook wat de beleidscoherentie voor ontwikkeling (PCD) betreft, terwijl de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor en meer verantwoording moeten afleggen over de wijze waarop zij aan die doelstellingen voldoen. Bijgevolg moet worden gezorgd voor een grotere subsidiariteit zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale omstandigheden en behoeften. Daarom moeten de lidstaten in het nieuwe uitvoeringsmodel de verantwoordelijkheid krijgen om hun GLB-interventies toe te snijden op hun specifieke behoeften en de basisvereisten van de Unie zodat ze maximaal kunnen bijdragen aan de GLB-doelstellingen, en om het nalevings- en controlekader voor begunstigden op te zetten en uit te werken.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8 bis)  De uitvoering van het GLB moet samenhangen met de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking, als bedoeld in artikel 208 van het Verdrag, met inbegrip van onder meer de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. In overeenstemming met deze beleidscoherentie mogen de uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen geen gevaar vormen voor de voedselproductiecapaciteit en de voedselzekerheid op lange termijn van de ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen, en mogen zij evenmin de verwezenlijking van de verplichtingen inzake matiging van de klimaatverandering, waartoe de Unie zich uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering heeft verbonden, in de weg staan.

Motivering

Op grond van artikel 208 van het VWEU moet de EU bij de uitvoering van beleid rekening houden met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking. Het bevorderen van de landbouw in de ontwikkelingslanden en het vergroten van de mondiale voedselzekerheid zijn essentiële EU-doelstellingen voor ontwikkelingssamenwerking. Het GLB heeft externe gevolgen die vooral van invloed zijn op het handelsverkeer van landbouwproducten. Het beginsel van beleidscoherentie voor ontwikkeling vereist dat eventuele nadelige gevolgen van dit beleid voor de plaatselijke landbouwmarkten en producenten in de ontwikkelingslanden moeten worden onderzocht en waar mogelijk vermeden.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Het is van cruciaal belang om door de lidstaten geaccrediteerde betaalorganen te betrekken in het nieuwe uitvoeringsmodel voor het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de doelstellingen en streefcijfers van de desbetreffende strategische GLB-plannen worden bereikt met de interventies die uit de Uniebegroting worden gefinancierd. Daarom moet in deze verordening uitdrukkelijk worden bepaald dat alleen uitgaven van geaccrediteerde betaalorganen vergoed mogen worden uit de Uniebegroting. Daarnaast moeten de uitgaven die de Unie financiert voor de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] genoemde interventies, een corresponderende output hebben met betrekking tot en voldoen aan de basisvereisten van de Unie en de governancesystemen.

(11)  Het is van cruciaal belang om door de lidstaten geaccrediteerde betaalorganen te betrekken in het nieuwe uitvoeringsmodel voor het verkrijgen van redelijke zekerheid dat de doelstellingen en streefcijfers van de desbetreffende strategische GLB-plannen worden bereikt met de interventies die uit de Uniebegroting worden gefinancierd. Daarom moet in deze verordening uitdrukkelijk worden bepaald dat alleen uitgaven van geaccrediteerde betaalorganen vergoed mogen worden uit de Uniebegroting. Daarnaast moeten de uitgaven die de Unie financiert voor de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] genoemde interventies, een corresponderende output hebben met betrekking tot en voldoen aan de basisvereisten van de Unie en de governancesystemen. Zij moeten tevens bijdragen aan de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's). Volgens de beginselen van solide financieel beheer en om de financiële middelen van de Unie optimaal te gebruiken, moet een brede groep belanghebbenden worden geraadpleegd over de planning en toewijzing van middelen van de Unie en nationale middelen. Een dergelijke raadpleging dient zowel te worden georganiseerd door de lidstaten voordat zij hun strategische GLB-plannen vaststellen, als door de Commissie voordat zij de nationale strategieën goedkeurt. Ontwikkelingspartners moeten daarbij worden betrokken voor vraagstukken in verband met beleidscoherentie voor ontwikkeling en de gevolgen van het GLB voor de bevolking van ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis)  Om de Commissie de middelen te verschaffen die zij nodig heeft om haar verantwoordelijkheden te vervullen wat betreft het garanderen van beleidscoherentie voor ontwikkeling bij de tenuitvoerlegging van het GLB, zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. …/… [de verordening inzake de strategische GLB-plannen], moet worden voorzien in een uitgebreide bewakingscapaciteit die het gemakkelijker maakt om de externe effecten van het GLB te volgen, in het bijzonder de effecten op ontwikkelingslanden.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 25 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(25 bis)  Met het oog op het nieuwe uitvoeringsmodel van het GLB, waarin de nadruk op de resultaten ligt, is het noodzakelijk om de output en impact te meten met betrekking tot alle doelstellingen van het GLB die worden vermeld in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen], zodat doeltreffende aanwending van de GLB-fondsen kan worden gegarandeerd.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 25 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(25 ter)  Overeenkomstig het beginsel van begrotingsefficiëntie moeten in het kader van het GLB geen publieke middelen worden uitgegeven op een wijze die andere kosten met zich meebrengt voor het milieu, de volksgezondheid of ontwikkelingshulp. Dergelijke schadelijke activiteiten dienen niet gefinancierd te worden met GLB-middelen. Om de effectiviteit van GLB- en Unie-uitgaven te kunnen waarborgen moet in het concept van 'risico voor de financiële belangen van de Uniebegroting' daarom ook risico’s voor het milieu, de volksgezondheid en de beleidscoherentie voor ontwikkeling worden opgenomen. Dit draagt ook bij aan de samenhang tussen de prioriteiten en doelstellingen van het GLB en ander beleid van de Unie. Door extra kosten op andere gebieden tot een minimum te beperken, kan een doelmatige besteding van overheidsmiddelen worden gewaarborgd.

Motivering

Kosten die voortvloeien uit gevolgen voor het milieu, de volksgezondheid, sociale structuren of ontwikkeling worden gemaakt op andere terreinen van overheidsuitgaven, waaronder EU-uitgaven. Dit betekent dat meerdere keren wordt betaald wanneer er geen sprake is van doeltreffendheid. Er wordt bijvoorbeeld eerst een betaling gedaan die overproductie stimuleert, vervolgens wordt er betaald om de gevolgen van crises op te vangen en daarna nog eens in het kader van ontwikkelingshulp. Ook is het mogelijk dat er eerst wordt betaald voor vervuilende landbouwpraktijken, vervolgens om de vervuiling teniet te doen of ecosystemen te herstellen, of nogmaals om drinkwater te zuiveren.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen.

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. De in artikel 94 bedoelde partners moeten bij de opstelling van het actieplan worden betrokken. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan naleving van de milieuwetgeving van de Unie, alsmede aan de toezeggingen die de Unie en de lidstaten hebben gedaan in het kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, en aan de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 31

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31)  Evenals in het kader van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen wanneer de governancesystemen ernstige tekortkomingen vertonen, zoals niet-naleving van de basisvereisten van de Unie en onbetrouwbaarheid van de rapportage. Wel moeten de voorwaarden voor de schorsing van betalingen worden getoetst om het mechanisme efficiënter te maken. De financiële gevolgen van dergelijke schorsingen moeten in een ad-hocconformiteitsprocedure worden bepaald.

(31)  Evenals in het kader van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen wanneer de governancesystemen ernstige tekortkomingen vertonen, zoals niet-naleving van de basisvereisten van de Unie en onbetrouwbaarheid van de rapportage. Gebrek aan samenhang tussen de uitvoering van het GLB en van ander beleid van de Unie, onder meer de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en de verplichtingen inzake klimaat, milieu en mensenrechten, moet worden beschouwd als een ernstige tekortkoming in de governancesystemen van de lidstaten. Wel moeten de voorwaarden voor de schorsing van betalingen worden getoetst om het mechanisme efficiënter te maken. De financiële gevolgen van dergelijke schorsingen moeten in een ad-hocconformiteitsprocedure worden bepaald.

Motivering

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet samenhangen met het ontwikkelingsbeleid van de EU, zoals onderkend wordt in de mededeling van de Commissie over de toekomst van voeding en landbouw (COM(2017) 713 final), en door de Raad en de lidstaten in de "Nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling" van 2017. In dit licht bezien moeten sancties worden verbonden aan gebrek aan samenhang tussen de uitvoering van het GLB en de bredere externe doelstellingen van de Unie wanneer dit het gevolg is van opzettelijke acties.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Overweging 41

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(41)  Overeenkomstig artikel 317 van het Verdrag is de Commissie verantwoordelijk voor de uitvoering van de Uniebegroting in samenwerking met de lidstaten. De Commissie moet derhalve bevoegd zijn om door middel van uitvoeringshandelingen te bepalen of de door de lidstaten verrichte uitgaven in overeenstemming zijn met het Unierecht. De lidstaten moeten het recht hebben hun betalingsbesluiten te verantwoorden en een beroep te doen op bemiddeling wanneer zij het niet met de Commissie eens kunnen worden. Om de lidstaten juridische en financiële zekerheid te bieden over de in het verleden verrichte uitgaven moet een verjaringstermijn worden vastgesteld waarbinnen de Commissie moet bepalen welke financiële gevolgen moeten worden verbonden aan de niet-conformiteit.

(41)  Overeenkomstig artikel 317 van het Verdrag is de Commissie verantwoordelijk voor de uitvoering van de Uniebegroting in samenwerking met de lidstaten. De Commissie moet derhalve bevoegd zijn om door middel van uitvoeringshandelingen te bepalen of de door de lidstaten verrichte uitgaven in overeenstemming zijn met het Unierecht, met de prioriteiten van de Unie en met de door haar gesloten internationale overeenkomsten, onder meer de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het beginsel van beleidscoherentie voor ontwikkeling, alsook aan de beleidsdoelstellingen inzake klimaat en milieu van de Unie, zoals vastgesteld in artikel 191 van het Verdrag. Het landbouwbeleid en de financiering ervan mogen geen belemmering vormen voor de werking van andere beleidsmaatregelen van de Unie. De lidstaten moeten het recht hebben hun betalingsbesluiten te verantwoorden en een beroep te doen op bemiddeling wanneer zij het niet met de Commissie eens kunnen worden. Om de lidstaten juridische en financiële zekerheid te bieden over de in het verleden verrichte uitgaven moet een verjaringstermijn worden vastgesteld waarbinnen de Commissie moet bepalen welke financiële gevolgen moeten worden verbonden aan de niet-conformiteit.

Motivering

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet samenhangen met het ontwikkelingsbeleid van de EU, zoals onderkend wordt in de mededeling van de Commissie over de toekomst van voeding en landbouw (COM(2017) 713 final), en door de Raad en de lidstaten in de "Nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling" van 2017. In dit licht bezien moeten sancties worden verbonden aan gebrek aan samenhang tussen de uitvoering van het GLB en de bredere externe doelstellingen van de Unie wanneer dit het gevolg is van opzettelijke acties.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Overweging 49

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(49)  In de mededeling van de Commissie "De toekomst van voeding en landbouw" worden het intensiveren van milieuzorg en klimaatactie en het bijdragen tot de verwezenlijking van de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Unie genoemd als strategische hoofdlijnen van het toekomstige GLB. Derhalve is het voor milieu- en klimaatdoeleinden op nationaal en Unieniveau nodig dat gegevens uit het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen en andere gegevens uit het geïntegreerd beheers- en controlesysteem worden gedeeld. Er moet een regeling komen die ervoor zorgt dat de met het geïntegreerd systeem verzamelde milieu- en klimaatrelevante gegevens worden gedeeld tussen de publieke instanties van de lidstaten en met de instellingen en organen van de Unie. Om de gegevens van de verschillende publieke instanties efficiënter te kunnen gebruiken voor de productie van Europese statistieken, moet ook worden bepaald dat gegevens uit het geïntegreerd systeem voor statistische doeleinden beschikbaar moeten worden gesteld aan de organen die deel uitmaken van het Europees statistisch systeem.

(49)  In de mededeling van de Commissie "De toekomst van voeding en landbouw" worden het intensiveren van milieuzorg en klimaatactie en het bijdragen tot de verwezenlijking van de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Unie genoemd als strategische hoofdlijnen van het toekomstige GLB. In de mededeling wordt voorts benadrukt dat het GLB een mondiale dimensie heeft en wordt verklaard dat de Unie zich ertoe verbonden heeft de beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling (PCSD) te versterken. Derhalve is het voor milieu- en klimaatdoeleinden, voor de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, voor de samenhang met ander intern en extern beleid van de Unie en met het oog op beleidscoherentie voor ontwikkeling nodig dat gegevens uit het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen en andere gegevens uit het geïntegreerd beheers- en controlesysteem op nationaal niveau en op Unieniveau worden gedeeld. Er moet een regeling komen die ervoor zorgt dat de met het geïntegreerd systeem verzamelde voor deze doeleinden relevante gegevens worden gedeeld tussen de publieke instanties van de lidstaten en met de instellingen en organen van de Unie. Om de gegevens van de verschillende publieke instanties efficiënter te kunnen gebruiken voor de productie van Europese statistieken, moet ook worden bepaald dat gegevens uit het geïntegreerd systeem voor statistische doeleinden beschikbaar moeten worden gesteld aan de organen die deel uitmaken van het Europees statistisch systeem.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Overweging 49 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(49 bis)  Een aanvullende strategische hoofdlijn om de samenhang tussen de GLB-gerelateerde handelsresultaten van de agrofoodsector enerzijds en het ontwikkelingsbeleid van de Unie anderzijds te waarborgen moet ook worden gevolgd bij de planning en uitvoering van het beleid en de instrumenten van het GLB door de lidstaten, met name in verband met de inzet van vrijwillige gekoppelde steun en van landbouwreserve bij de aanpak van crisissituaties op de markten.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Overweging 53

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(53)  Gelet op de internationale structuur van het handelsverkeer van landbouwproducten en omwille van een goede werking van de interne markt moet de samenwerking tussen de lidstaten worden georganiseerd. Ook moet op Unieniveau een centraal documentatiesysteem worden opgezet over in derde landen gevestigde ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten.

(53)  Gelet op de internationale structuur van het handelsverkeer van landbouwproducten en omwille van een goede werking van de interne markt en de naleving van de verplichtingen inzake beleidscoherentie voor ontwikkeling, moet de samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen worden georganiseerd. Ook moet op Unieniveau een centraal documentatiesysteem worden opgezet over in derde landen gevestigde ondernemingen die betalingen ontvangen of verrichten. Dat systeem moet bijdragen tot de opsporing van incoherentie tussen de uitvoering van het GLB en de doelstellingen van het extern beleid van de Unie. Het documentatiesysteem moet naar voren brengen welke bijdrage voornoemde ondernemingen in derde landen leveren aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, of welke invloed zij hebben op de Agenda 2030. Tevens moet het documentatiesysteem duidelijk maken welke bijdrage het GLB, met name de externe dimensie ervan, levert aan de doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking van de Unie overeenkomstig artikel 208 van het Verdrag.

Motivering

In de geest van solide en doeltreffende samenwerking met derde landen dient de Commissie haar dialoog met partnerlanden over elk aspect dat van invloed is op hun ontwikkelingsproces uit te breiden, los van het feit of deze aspecten al dan niet rechtstreeks verband houden met het beleidskader van de Unie. De input van de partners van de Unie moet gericht zijn op de aanwijzing en correctie van incoherentie in het EU-beleid. Dit wordt vergemakkelijkt door de verzameling en uitwisseling van gegevens.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Overweging 55

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(55)  Conditionaliteit is een belangrijk onderdeel van het GLB, met name wat de milieu- en klimaatelementen van dit beleid betreft, maar ook in het kader van de volksgezondheid en diergerelateerde aangelegenheden. Dit impliceert dat controles moeten worden verricht en zo nodig sancties moeten worden toegepast om de doeltreffendheid van het conditionaliteitssysteem te waarborgen. Voor een gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor conditionaliteitscontroles en -sancties op Unieniveau worden ingevoerd.

(55)  Conditionaliteit is een belangrijk onderdeel van het GLB dat ervoor zorgt dat de betalingen een hoge mate van duurzaamheid tot stand brengen, bijvoorbeeld bij het gebruik van pesticiden, en dat een gelijk speelveld garandeert voor landbouwers binnen en tussen de lidstaten, met name wat de milieu- en klimaatelementen van dit beleid betreft, maar ook in het kader van de volksgezondheid en het dierenwelzijn. Dit impliceert dat controles moeten worden verricht en zo nodig sancties moeten worden toegepast om de doeltreffendheid van het conditionaliteitssysteem te waarborgen. Voor een dergelijk gelijk speelveld tussen begunstigden in verschillende lidstaten is het noodzakelijk dat bepaalde algemene regels voor conditionaliteit, en controles en sancties in verband met niet-naleving, op Unieniveau worden ingevoerd.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Overweging 67

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(67)  In dit verband moet de rol van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de media en niet-gouvernementele organisaties en hun bijdrage aan het versterken van het overheidscontrolekader tegen fraude en misbruik van publieke gelden, worden onderkend.

(67)  In dit verband moet de rol van het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de media en niet-gouvernementele organisaties en hun bijdrage aan het versterken van het overheidscontrolekader tegen fraude en misbruik van publieke gelden, worden onderkend. Voornoemde belanghebbenden moeten voorts worden gestimuleerd incoherentie tussen de uitvoering van het GLB en ander actueel beleid van de Unie, met name het milieu- en ontwikkelingsbeleid, naar voren te halen en onder de aandacht te brengen van de bij Verordening (EU) .../... [ verordening inzake de strategische GLB-plannen] ingestelde raadadviseur-auditeur van de Commissie.

Motivering

In de "Consensus inzake ontwikkeling" van 2005, die in 2017 werd bevestigd met de "Nieuwe consensus inzake ontwikkeling", heeft de EU zich ertoe verbonden het beginsel van deelname van niet-statelijke actoren te erkennen en te versterken, zodat zij voldoet aan de ontwikkelingsdoelstellingen van partners uit derde landen. De functie van raadadviseur-auditeur van de Commissie is ingesteld bij de amendering van de verordening inzake strategische plannen.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Overweging 82

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(82)  Daarnaast moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor regels voor een uniforme uitvoering van de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, en de regels die nodig zijn voor een uniforme toepassing van controles in de Unie.

(82)  Daarnaast moeten de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie gelden voor regels voor een uniforme uitvoering van de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, waarin het beginsel van begrotingsefficiëntie moet worden geïntegreerd door GLB-betalingen die de Uniebegroting voor aanvullende kosten plaatsen onmogelijk te maken, en voor de regels die nodig zijn voor een uniforme toepassing van controles in de Unie. De Commissie dient dan ook regels vast te stellen met het oog op waarborging van de coherentie tussen de uitvoering van het GLB door de lidstaten en het andere beleid van de Unie, waarbij zij in het bijzonder aandacht besteedt aan de in artikel 11 en artikel 191 van het Verdrag vastgelegde eisen inzake milieubescherming, alsmede aan de in artikel 208 van het Verdrag bedoelde verplichtingen inzake beleidscoherentie voor ontwikkeling.

Motivering

Kosten die voortvloeien uit gevolgen voor het milieu, de volksgezondheid, sociale structuren of ontwikkeling worden gemaakt op andere terreinen van overheidsuitgaven, waaronder EU-uitgaven. Dit betekent dat meerdere keren wordt betaald wanneer er geen sprake is van doeltreffendheid. Er wordt bijvoorbeeld eerst een betaling gedaan die overproductie stimuleert, vervolgens wordt er betaald om de gevolgen van crises op te vangen en daarna nog eens in het kader van ontwikkelingshulp. Ook is het mogelijk dat er eerst wordt betaald voor vervuilende landbouwpraktijken, vervolgens om de vervuiling teniet te doen of ecosystemen te herstellen, of nogmaals om drinkwater te zuiveren.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  maatregelen die nodig zijn om het GLB te analyseren, te beheren, te monitoren, er informatie over uit te wisselen en uit te voeren, alsmede maatregelen inzake de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve ondersteuning;

(a)  maatregelen die nodig zijn om het GLB, de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering te analyseren, te beheren, te monitoren, er informatie over uit te wisselen en uit te voeren, alsmede maatregelen inzake de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve ondersteuning;

Motivering

Op grond van artikel 208 VWEU moet al het EU-beleid rekening houden met de doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking. Het vergroten van de mondiale voedselzekerheid en het bevorderen van de ontwikkeling van robuuste landbouwstelsels in de ontwikkelingslanden zijn belangrijke doelstellingen van de EU-ontwikkelingssamenwerking en maken deel uit van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. De voorschriften van de interne markt voor de landbouwsector hebben rechtstreekse gevolgen voor de gezondheid van die stelsels in ontwikkelingslanden.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  de acties die de Commissie uitvoert met behulp van teledetectietoepassingen voor de in artikel 23 bedoelde monitoring van agrarische hulpbronnen;

(c)  de acties die de Commissie uitvoert met behulp van teledetectietoepassingen voor de in artikel 23 bedoelde monitoring van agrarische hulpbronnen en de deelname van de lidstaten aan landbouwpraktijken die stroken met de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering;

Motivering

Op grond van artikel 208 VWEU moet in al het EU-beleid rekening gehouden worden met de doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking. Uitbreiding van de mondiale voedselzekerheid en bevordering van de ontwikkeling van robuuste landbouwstelsels in de ontwikkelingslanden zijn belangrijke doelstellingen van de EU-ontwikkelingssamenwerking en zijn tevens duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. De internemarktvoorschriften voor de landbouwsector hebben rechtstreekse gevolgen voor de gezondheid van deze stelsels in ontwikkelingslanden.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken in het kader van het GLB, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht;

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken in het kader van het GLB, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht, waarbij alle in artikel 94 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde relevante actoren worden betrokken, met name lokale, regionale, nationale en internationale belanghebbenden, deskundigen uit de academische wereld en ngo's;

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(h)  de bijdrage aan de in het kader van de plattelandsontwikkelingsinterventies genomen maatregelen op het gebied van de verspreiding van informatie, de bewustmaking, de bevordering van samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op Unieniveau, waaronder het netwerken van de betrokken partijen;

(h)  de bijdrage aan de in het kader van de plattelandsontwikkelingsinterventies genomen maatregelen op het gebied van de verspreiding van informatie, de bewustmaking van onder meer de mondiale gevolgen van het GLB, de bevordering van samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op lokaal, regionaal, nationaal, internationaal en Unieniveau, waaronder het netwerken van de betrokken partijen;

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter j bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(j bis)  effecten van het GLB op derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 4 – alinea 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  bevordering en waarborging van een geharmoniseerde toepassing van de Unieregelgeving.

(d)  bevordering en waarborging van een geharmoniseerde toepassing van de Unieregelgeving en van de door de Unie toe te passen voorschriften die voortvloeien uit de betreffende internationale verdragen.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de landbouwmarkten van de Unie in een mondiale context te beheren;

(a)  de landbouwmarkten van de Unie in een mondiale context op billijke en duurzame wijze te beheren, onder meer door op regionaal en mondiaal niveau marktmonitoringmechanismen in te stellen en uit te breiden, waarbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen inzake ontwikkelingssamenwerking;

Motivering

Monitoring is noodzakelijk om inzicht te verwerven in de externe gevolgen van intern EU-beleid voor de ontwikkelingslanden en op die manier beleidscoherentie voor ontwikkeling te realiseren. Zoals vastgelegd in artikel 191 VWEU mogen het GLB en de financiering ervan evenmin een belemmering vormen voor de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en van de in de Overeenkomst van Parijs gestelde doelen.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  te zorgen voor agro-economische en agromilieuklimaatmonitoring van het gebruik van landbouwgrond en veranderingen in het gebruik van landbouwgrond, waaronder boslandbouw, en monitoring van de toestand van de gewassen zodat ramingen van met name de opbrengsten en de landbouwproductie en de landbouweffecten van uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden gemaakt;

(b)  te zorgen voor agro-economische en agromilieuklimaatmonitoring van het gebruik van landbouwgrond en veranderingen in het gebruik van landbouwgrond, waaronder boslandbouw, en monitoring van de toestand van de gewassen zodat ramingen kunnen worden gemaakt van met name de opbrengsten en de landbouwproductie en de landbouweffecten van uitzonderlijke omstandigheden, alsook monitoring van de voortgang die is geboekt bij de toepassing van landbouwpraktijken die bijdragen tot het behalen van de klimaatdoelstellingen en -streefcijfers die zijn vastgesteld in de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en in de Overeenkomst van Parijs;

Motivering

Monitoring is noodzakelijk om inzicht te verwerven in de externe gevolgen van intern EU-beleid op de ontwikkelingslanden. Zoals vastgelegd in artikel 191 VWEU mogen de klimaat- en milieudoelstellingen van de Unie, het GLB en de financiering ervan evenmin een belemmering vormen voor de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of van de in de Overeenkomst van Parijs gestelde doelen.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de transparantie van de mondiale markten te bevorderen;

(d)  de transparantie van de mondiale markten te bevorderen, onder andere door toe te zien op beleidscoherentie voor ontwikkeling;

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Krachtens artikel 7, onder c), financiert de Commissie de acties die betrekking hebben op de verzameling of aankoop van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en monitoring van het GLB, waaronder satellietgegevens, geospatiale gegevens en meteorologische gegevens, op de ontwikkeling van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens en van een website, op de uitvoering van specifieke studies over klimaatomstandigheden, op teledetectie bij de monitoring van veranderingen in het gebruik van landbouwgrond en de bodemkwaliteit en op de actualisering van agrometeorologische en econometrische modellen. Zo nodig worden die acties in samenwerking met de EER, het JRC, nationale laboratoria en instanties of met betrokkenheid van de particuliere sector uitgevoerd.

Krachtens artikel 7, onder c), financiert de Commissie de acties die betrekking hebben op de verzameling of aankoop van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en monitoring van het GLB en de effecten van dit beleid, zowel in de Unie als daarbuiten, waaronder satellietgegevens, geospatiale gegevens en meteorologische gegevens, op de ontwikkeling van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens en van een website, op de uitvoering van specifieke studies over klimaatomstandigheden, op teledetectie bij de monitoring van veranderingen in het gebruik van landbouwgrond en de bodemkwaliteit en op de actualisering van agrometeorologische en econometrische gegevens en modellen. Zo nodig worden die acties in samenwerking met de EER, het JRC, nationale laboratoria en instanties of met betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector uitgevoerd. Dit omvat het delen van toegang en het bijdragen tot internationale initiatieven en gegevensbronnen waaronder het UNFCCC en gegevens over klimaat en milieu, of informatie en/of gegevens die bijdragen tot de transparantie van de mondiale markten of het traceren van de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 23 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 23 bis

 

Beleidscoherentie voor ontwikkeling monitoren

 

1.  Overeenkomstig artikel 208 van het Verdrag wordt de impact van het GLB op voedselsystemen en de voedselzekerheid op lange termijn in ontwikkelingslanden aan regelmatige en onafhankelijke beoordelingen onderworpen. Bij deze monitoring dient speciale aandacht te worden geschonken aan de impact van de handelsstromen van agrarische voedselproducten tussen de Unie en ontwikkelingslanden op:

 

(a)    voedselproductie, -verwerking en -distributie in de minst ontwikkelde landen;

 

(b)    lokale kleine producenten en vrouwelijke landbouwers;

 

(c)   producten die door ontwikkelingslanden als gevoelig worden beschouwd;

 

(d)    producten uit sectoren waarin gekoppelde GLB-betalingen worden gedaan en crisisbeheersmaatregelen in het kader van het GLB worden genomen.

 

2.  Bij de beoordeling wordt gekeken naar gegevens van waarnemingscentra voor de Uniemarkt, case studies, verslagen over de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen en door partnerlanden en andere belanghebbenden, zoals middenveldorganisaties, aangeleverd bewijsmateriaal. Hiertoe wordt het sectorale en geografische toepassingsgebied van de marktwaarnemingscentra van de Unie uitgebreid zodat deze ook activiteiten kunnen uitvoeren met betrekking tot producten die door partnerlanden als gevoelig worden beschouwd, alsook in de minst ontwikkelde landen. Ter aanvulling van deze verordening stelt de Commissie overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast, waarin zij bepaalt welk toepassingsgebied de beoordeling heeft en welke procedure bij de beoordeling wordt gevolgd.

 

3.  Indien de monitoringgegevens duiden op een risico van negatieve uitwerking op de productie en verwerking van agrarische voedingsproducten of de voedselveiligheid van een ontwikkelingsland, laat de Commissie een vroegtijdige waarschuwing uitgaan, waarmee de aanzet wordt gegeven tot overleg tussen de Unie en de betrokken agrarische gemeenschappen, alsmede overheden van partnerlanden, om overeenstemming te bereiken over herstelmaatregelen. De getroffen partijen komen in aanmerking voor een sociale waarborg.

 

4.  Indien er geen vroegtijdige waarschuwing wordt gegeven maar er niettemin negatieve gevolgen optreden, kan de getroffen partij een klacht indienen. Klachten worden in ontvangst genomen door de vaste rapporteur van het Europees Parlement voor beleidscoherentie voor ontwikkeling, waarna de klacht wordt behandeld door raadadviseurs-auditeurs van de Commissie. De getroffen groepen en andere betrokken partijen kunnen bewijsmateriaal overleggen.

 

5.  De Commissie doet het Parlement en de Raad jaarlijks een verslag toekomen met de resultaten van de beoordeling, het verkregen bewijsmateriaal en de beleidsmaatregelen die de EU als reactie hierop heeft genomen.

Motivering

Met deze procedure wordt beoogd een mechanisme in te stellen dat de beleidscoherentie voor ontwikkeling monitort en de Commissie tegelijkertijd in staat stelt signalen op te vangen van potentieel getroffen markten en gemeenschappen. De reeds bestaande marktwaarnemingscentra gaan hierdoor een grotere rol spelen. De functie van raadadviseur-auditeur bestaat al binnen de Europese Commissie, waarbij EU-delegaties met handels- en landbouwbevoegdheden deze rol ook op zich zouden kunnen nemen.

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Artikel 24 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  regels voor de financiering uit hoofde van artikel 7, onder b) en c);

(a)  regels voor de financiering uit hoofde van artikel 7, onder b), c) en k);

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter c – punt i bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

i bis)  ze vanuit sociaal of milieuoogpunt niet schadelijk zijn en verenigbaar zijn met de EU-beleidsdoelstellingen en internationale toezeggingen en verplichtingen als bedoeld in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien dat actieplan duidelijk tekortschiet, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien dat actieplan duidelijk tekortschiet, of niet in overeenstemming is met de internationale verdragen van de Unie noch met de beleidscoherentie voor ontwikkeling, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De voorlichting die op grond van artikel 7, onder e), wordt gefinancierd, is met name gericht op de verduidelijking, uitvoering en ontwikkeling van het GLB en op de bewustmaking van het publiek van de inhoud en doelstellingen ervan, op het herstel van het consumentenvertrouwen na een crisis via voorlichtingscampagnes, op de verstrekking van informatie aan landbouwers en andere partijen die actief zijn in landelijke gebieden, en op het promoten van het Europese landbouwmodel en de bevordering van het inzicht van de burgers in dit model.

De informatie die op grond van artikel 7, onder e), wordt gefinancierd, is met name gericht op de verduidelijking, uitvoering en ontwikkeling van het GLB en op de bewustmaking van het publiek van de inhoud en de doelstellingen ervan, waaronder matiging van de klimaatverandering, bescherming van het milieu, dierenwelzijn, behoud van sociale structuren in landelijke gebieden, alsook van de mondiale dimensie ervan, waarbij verantwoordelijkheid wordt genomen voor de uitwerkingen van het GLB op met name ontwikkelingslanden, alsook op het informeren van burgers na een crisis via onpartijdige en objectieve voorlichtingscampagnes, op de verstrekking van informatie aan landbouwers en andere partijen die actief zijn in landelijke gebieden, op het promoten van een duurzaam landbouwmodel van de Unie, en op de bevordering van het inzicht van de burgers in dit model.

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het systeem dat de lidstaten overeenkomstig artikel 57, lid 2, hebben opgezet, voorziet in systematische controles die ook gericht zijn op de sectoren met het hoogste foutenrisico.

Het systeem dat de lidstaten overeenkomstig artikel 57, lid 2, hebben opgezet, voorziet in systematische controles die ook gericht zijn op de sectoren met het hoogste foutenrisico en waarin deze risico's gezien hun aard de meeste schade kunnen aanrichten aan het milieu, het klimaat, de volksgezondheid en de gezondheid van dieren.

Motivering

Hiermee wordt het begrip 'risico' in overeenstemming gebracht met het nieuwe uitvoeringsmodel. Onder het tot nu toe toegepaste beginsel van "risico voor de fondsen" moet ook het doeltreffend besteden van de publieke middelen van de EU en de lidstaten worden verstaan. Dit betekent dat het GLB op grond van het beginsel van begrotingsefficiëntie geen mogelijkheid mag bieden tot besteding van publieke middelen waaruit aanvullende kosten voortvloeien, aangezien dergelijke geëxternaliseerde kosten uiteindelijk toch weer met publieke middelen moeten worden gedekt.

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Controles worden niet verricht op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is.

Controles worden niet verricht door de lidstaten op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is. Deze stelselmatige controles op conformiteit en coherentie worden verricht op Unieniveau of op een ander aangewezen niveau.

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.  De lidstaten garanderen dat gegevensreeksen die worden verzameld via het geïntegreerde systeem en waarmee de Commissie de uitwerkingen van het GLB, de strategische GLB-plannen en de interventies die worden gesteund in het kader van de ontwikkelingsdoelstellingen van de Unie en de doelstellingen voor ontwikkelingslanden, kan analyseren, bewaken en beoordelen, kosteloos met de Commissie worden gedeeld en, indien nodig, met de nationale organen van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de strategische GLB-plannen, alsook met de nationale beheersautoriteiten voor de strategische GLB-plannen.

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Artikel 76 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 76 bis

 

Bewijs van verantwoorde investeringen en goede praktijken

 

Ondernemingen die wensen dat bij de beoordeling uit hoofde van artikel 7 van Verordening (EU) nr. …/… [verordening inzake de strategische GLB-plannen] rekening wordt gehouden met hun investeringen en goede praktijken die mogelijk negatieve uitwerkingen compenseren, dienen de Commissie het noodzakelijke bewijsmateriaal te doen toekomen.

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Artikel 78 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van in een derde land gevestigde ondernemingen waarvoor het betrokken bedrag in die lidstaat betaald of ontvangen is of had moeten worden.

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie een lijst van in een derde land gevestigde ondernemingen waarvoor het betrokken bedrag in die lidstaat betaald of ontvangen is of had moeten worden. Zo nodig nodigt de Commissie deskundigen uit derde landen uit, onder meer uit ontwikkelingslanden, met het oog op het verkrijgen van een beoordeling van de externe effecten van de uitvoering van het GLB op het niveau van de lidstaten.

Motivering

In de geest van degelijke en doeltreffende samenwerking met derde landen, dient de Commissie haar dialoog met partnerlanden over elk aspect dat van invloed is op hun ontwikkelingsproces uit te breiden. De van de partners van de Unie afkomstige inbreng is bedoeld om incoherentie van het EU-beleid, met name het gebrek aan coherentie tussen de externe aspecten van het intern beleid en het extern beleid op zich, aan het licht te brengen en te corrigeren.

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Artikel 83 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a bis)  het overleggen van het in artikel 76 bis bedoelde bewijsmateriaal met betrekking tot verantwoorde investeringen en goede praktijken;

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Document- en procedurenummers

COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

AGRI

11.6.2018

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

DEVE

5.7.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Maria Heubuch

11.7.2018

Behandeling in de commissie

19.11.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

7.2.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

20

0

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

Beatriz Becerra Basterrechea, Ignazio Corrao, Charles Goerens, Maria Heubuch, György Hölvényi, Arne Lietz, Linda McAvan, Norbert Neuser, Elly Schlein, Bogusław Sonik, Mirja Vehkaperä, Anna Záborská

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Stefan Gehrold, Bernd Lucke, Judith Sargentini

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Asim Ademov, Czesław Hoc, Monika Hohlmeier, John Howarth, Tom Vandenkendelaere, Josef Weidenholzer, Bogdan Andrzej Zdrojewski

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

20

+

ALDE

Beatriz Becerra Basterrechea, Charles Goerens, Mirja Vehkaperä

EFDD

Ignazio Corrao

PPE

Asim Ademov, Stefan Gehrold, Monika Hohlmeier, György Hölvényi, Bogusław Sonik, Tom Vandenkendelaere, Anna Záborská, Bogdan Andrzej Zdrojewski

S&D

John Howarth, Arne Lietz, Linda McAvan, Norbert Neuser, Elly Schlein, Josef Weidenholzer

VERTS/ALE

Maria Heubuch, Judith Sargentini

0

-

 

 

2

0

ECR

Czesław Hoc, Bernd Lucke

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

  • [1]  Europese Commissie, Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad en het Europees Parlement: een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen. COM(2010)127 definitief. Brussel, EC, 31 maart 2010.

ADVIES VAN DE Begrotingscommissie (23.11.2018)

aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
(COM(2018) 0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD))

Rapporteur voor advies: Zbigniew Kuźmiuk

BEKNOPTE MOTIVERING

In de ontwerpversie van de horizontale verordening inzake het GLB (COM(2018) 393) stelt de Commissie voor vast te houden aan de huidige financieringsstructuur waarbij het GLB wordt gefinancierd uit twee afzonderlijke fondsen: het ELGF en het Elfpo. Maatregelen met algemene dekking die wordt uitbetaald in het kader van het jaarlijks stelsel op grond van de eerste pijler, worden aangevuld met fondsen uit hoofde van de meerjarige programma's van de tweede pijler.

In de Commissievoorstellen voor het MFK van de EU voor 2021-2027 bedraagt het aan het GLB toegekende bedrag 324,3 miljard EUR in constante prijzen. De twee pijlers van het GLB worden naar verwachting gehandhaafd. Ten aanzien van rechtstreekse betalingen en marktinterventies voorziet de Commissie in 254,2 miljard EUR in constante prijzen, waarvan 70 miljard EUR in constante prijzen voor plattelandsontwikkeling.

De rapporteur is het oneens met de verlaging van het bedrag aan EU-financiering voor het GLB.

Een aanzienlijke bezuiniging op de GLB-uitgaven (31 896 miljard EUR in constante prijzen (2018)) voor de eerste pijler, een reductie met 11 %, gekoppeld aan een reductie met 26 675 miljard EUR in constante prijzen (2018) voor de tweede pijler, een afname met 28 %, kan een schadelijk effect hebben op het vermogen om de doelstellingen van dit beleid te verwezenlijken. Dergelijke bezuinigingen hebben nadelige gevolgen, die verder reiken dan de plattelandsregio's. Met name een radicale afname van de financiering van de tweede pijler kan het proces van het wegwerken van de ongelijkheden tussen landbouwregio's in de verschillende lidstaten tot stilstand brengen. Bovendien zou dit de minder welvarende landen, die het meest behoefte hebben aan verdere economische convergentie, onevenredig hard kunnen treffen. Een vergelijkbaar effect zou kunnen worden bereikt door een verhoging van de hoeveelheid nationale cofinanciering van de uitgaven uit hoofde van de tweede pijler van het GLB.

Naar het oordeel van de rapporteur dienen de aangescherpte milieu- en klimaatambities van het GLB hand in hand te gaan met een verhoogde begroting hiervoor. Zo niet, dan heeft het opleggen van al te ambitieuze en complexe vereisten aan landbouwers een negatief effect op de verwezenlijking van de doelstellingen en op de resultaten van het GLB.

De rapporteur dringt erop aan dat er voor een gelijk speelveld wordt gezorgd voor alle landbouwers in de eengemaakte markt van de EU. Landbouwers die actief zijn binnen de eengemaakte markt van de EU, moeten voldoen aan dezelfde, steeds hogere productienormen van de EU. De rapporteur pleit daarom voor volledige gelijkstelling van de hoogte van de rechtstreekse betalingen tussen de lidstaten en dringt erop aan het proces van nivellering van de rechtstreekse betalingen in de financiële vooruitzichten voor 2021-2027 af te ronden. Gelet op de nieuwe doelstellingen van het GLB zou het door de Commissie voorgestelde tempo van de nivellering van de rechtstreekse betalingen grote, ongerechtvaardigde en inconsistente verschillen in de ondersteuning van in de eengemaakte markt opererende landbouwproducenten in stand houden.

De rapporteur is van oordeel dat de nieuwe landbouwreserve die wordt gecreëerd uit hoofde van het ELGF een afzonderlijke begrotingslijn moet vormen. De hiervoor geplande uitgaven van het ELGF kunnen dan binnen de limiet van het ELGF voor het huidige jaar van de periode 2021-2027 blijven, zonder dat de uitgaven voor rechtstreekse betalingen worden teruggebracht.

De rapporteur pleit ervoor dat de uitsluiting van het mechanisme van de financiële discipline tot begunstigden die tot 2 000 EUR aan rechtstreekse betalingen ontvangen, wordt hersteld. Door dekking voor alle begunstigden in de landbouw, zoals voorgesteld door de Commissie, wordt het doel van een evenwichtige verdeling van rechtstreekse steun tussen landbouwbedrijven van uiteenlopende omvang, niet bereikt.

De rapporteur gelooft dat het voorstel van de Commissie om de huidige bindende N+3-regel te vervangen door een N+2-regel voor schrappingen van ongebruikte begrotingsvastleggingen met betrekking tot plattelandsontwikkelingsinterventies, de uitvoering van de strategische plannen uit hoofde van het GLB zal inperken. Hierdoor dreigt het verlies van fondsen door de lidstaten.

De rapporteur stelt voor het bedrag aan voorschotten voor de lidstaten ter uitvoering van interventies die worden gefinancierd uit het Elfpo te verhogen tot 5 % in het eerste jaar van uitvoering van het strategisch GLB-plan, te weten in 2021.

In verband met het nieuwe uitvoeringsmodel van het GLB is in de ontwerpverordening de lijst met gevallen waarin de Commissie betalingen kan opschorten, uitgebreid. Ondertussen streven de lidstaten er bij hun beheer van de uit hoofde van het GLB gefinancierde programma's reeds naar deze fondsen efficiënt te regelen en uit te geven.

De rapporteur huldigt het standpunt dat de voorgestelde instelling van jaarlijkse mijlpalen er niet toe zal leiden dat het GLB gerichter wordt, maar juist zal leiden tot een aanzienlijke administratieve belasting en grotere financiële risico's voor lidstaten en landbouwers.

Ten behoeve van de eenvoud stelt de rapporteur voor de vergoedingsregel in artikel 15 te schrappen. Volgens de rapporteur moet dit eerder worden gereguleerd op grond van bepalingen in een uitvoeringshandeling dan door een regel die wordt vastgelegd in de basiswetgeving.

Ook stelt de rapporteur voor artikel 35 te schrappen: immers, de mogelijkheid om de prestatiereserve te gebruiken moet weliswaar afhangen van de resultaten, maar de subsidiabiliteit van kosten op het niveau van de begunstigde mag niet worden gekoppeld aan de "corresponderende gerapporteerde output". Een dergelijke benadering zorgt voor ernstige beperkingen en complicaties in de fase van programmering en uitvoering van de instrumenten.

De rapporteur vindt voorts dat de artikelen 37, 38 en 39 moeten worden verwijderd vanwege de financiële gevolgen die deze voor de lidstaten hebben in het geval de Commissie unilateraal besluit bepaalde betalingen op te schorten. Bij haar presentatie van het voorstel gaf de Commissie geen onderbouwing van hoe een dergelijk stelsel voor de uitvoering van het meerjarig strategisch plan zou zorgen voor een betere uitvoering van de doelstellingen dan het geval is wanneer de N+3-regel wordt toegepast.

AMENDEMENTEN

De Begrotingscommissie verzoekt de bevoegde Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  In zijn resolutie van 30 mei 2018 over het meerjarig financieel kader en de eigen middelen voor 2021-2027 (2018/2714(RSP)) betreurde het Europees Parlement dat het voorstel van de Commissie van 2 mei 2018 voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 leidt tot een verlaging van de middelen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid met 15 %, en sprak het zich met name uit tegen elke ingrijpende bezuiniging die een negatieve impact zou hebben op de aard en de doelstellingen zelf van dit beleid. Het plaatste in dit verband ook vraagtekens bij het voorstel om de middelen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling te verlagen met meer dan 25 %.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 ter)  Gelet op het belang van rechtstreekse betalingen en alle andere betalingen alsmede van middelen uit de tweede pijler voor landbouwers, hetgeen een aanzienlijke bijdrage levert aan de investeringen en de werkgelegenheid in plattelandsregio's en gezien het fundamentele belang van het GLB, zijn de ernstige bezuinigingen die beoogd zijn voor de tweede pijler van het GLB niet acceptabel. Het is daarom van essentieel belang dat de aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU-27 toegewezen financiering voor 2021-2027 ten minste wordt gehandhaafd op het niveau van de begroting voor 2014-2020 tegen constante prijzen, terwijl het oorspronkelijke bedrag voor de landbouwcrisisreserve in de begroting wordt opgenomen: 383,255 miljard EUR in prijzen van 2018 (431,946 miljard EUR in lopende prijzen).

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 quater)  De landbouw mag geen financieel nadeel ondervinden als gevolg van politieke besluiten zoals de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU of de financiering van nieuw Europees beleid.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren.

Motivering

De uitsluiting van het mechanisme voor financiële discipline dient te worden gehandhaafd voor begunstigden die rechtstreekse betalingen ontvangen die het bedrag van 2 000 EUR niet te boven gaan. Door dekking voor alle begunstigden in de landbouw, zoals voorgesteld door de Commissie, wordt het doel van een evenwichtige verdeling van rechtstreekse steun tussen landbouwbedrijven van uiteenlopende omvang, niet bereikt. De nieuw gecreëerde landbouwreserve moet een afzonderlijke begrotingspost vormen, die wordt gefinancierd zonder dat er in de uitgaven voor rechtstreekse betalingen wordt gesnoeid.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 16 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(16 bis)  Het van cruciaal belang om de hoogte van de rechtstreekse betalingen tussen de lidstaten gelijk te trekken om zo te zorgen voor een gelijk speelveld binnen de eengemaakte markt van de EU. De rechtstreekse betalingen moeten dringend eerlijk worden verdeeld over de lidstaten.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22)  Wat het financiële beheer van het Elfpo betreft, moeten bepalingen worden vastgesteld voor begrotingsvastleggingen, betalingstermijnen, schrappingen en onderbrekingen. Plattelandsontwikkelingsinterventies worden gefinancierd uit de Uniebegroting op basis van vastleggingen in jaarlijkse termijnen. Als de strategische GLB-plannen eenmaal zijn goedgekeurd, moeten de lidstaten over de Uniemiddelen kunnen beschikken. Daarom is een op passende wijze begrensd voorfinancieringssysteem nodig dat voor een gestage geldstroom zorgt zodat de betalingen aan de begunstigden in het kader van de interventies tijdig worden verricht.

(22)  Wat het financiële beheer van het Elfpo betreft, dat is vastgesteld overeenkomstig de verordening gemeenschappelijke bepalingen, moeten bepalingen worden vastgesteld voor begrotingsvastleggingen, betalingstermijnen, schrappingen en onderbrekingen. Plattelandsontwikkelingsinterventies worden gefinancierd uit de Uniebegroting op basis van vastleggingen in jaarlijkse termijnen. Als de strategische GLB-plannen eenmaal zijn goedgekeurd, moeten de lidstaten over de Uniemiddelen kunnen beschikken. Daarom is een op passende wijze begrensd voorfinancieringssysteem nodig dat voor een gestage geldstroom zorgt zodat de betalingen aan de begunstigden in het kader van de interventies tijdig worden verricht.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  het bedrijf is zwaar getroffen door een ernstige natuurramp;

a)  het bedrijf is getroffen door een ernstige natuurramp;

Motivering

De definitie van weergerelateerde verschijnselen die de kenmerken hebben van een natuurramp, is gebaseerd op nationale wetgeving. Het classificeren van het niveau van een natuurramp leidt tot onnodige interpretatieproblemen.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Overeenkomstig artikel 63, lid 7, van het Financieel Reglement kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat de in de eerste alinea bedoelde uiterste datum van 15 februari bij uitzondering verlengen tot 1 maart.

Overeenkomstig artikel 63, lid 7, van het Financieel Reglement kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat de in de eerste alinea bedoelde uiterste datum van 15 februari verlengen tot 1 mei.

Motivering

Het voorgestelde tijdschema van vier maanden voor de voltooiing, certificering en de beheerscomitéprocedure van het prestatieverslag lijkt een enorme uitdaging en is korter dan het tijdschema dat momenteel geldt voor de rapportage in het kader van pijler II. Er moet voldoende tijd worden uitgetrokken om de gegevens te verzamelen.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bovendien wordt, in afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement, het totale ongebruikte bedrag van de crisisreserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, overgedragen naar 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de in artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde acties, en wordt het beschikbaar gesteld voor de financiering van de landbouwreserve.

Schrappen

Motivering

Het voorstel van de Commissie om in 2021 de ongebruikte crisisreserve van 2020 niet terug te laten vloeien in de vorm van verhoogde rechtstreekse betalingen aan landbouwproducenten moet komen te vervallen. De nieuwe landbouwreserve moet een afzonderlijke begrotingslijn vormen (met inbegrip van uitgaven die voor dit doel zijn gepland als onderdeel van de limiet voor 2021), zonder de uitgaven voor rechtstreekse betalingen in 2014-2020 te besnoeien. Dit wordt gerechtvaardigd door de aard van de uitbetaling van fondsen uit deze reserve, hetgeen moet worden ondersteund door marktmechanismen uit hoofde van het volgende MFK.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Het aanpassingspercentage is uitsluitend van toepassing op rechtstreekse betalingen die een bedrag van 2 000 EUR, dat wordt toegekend aan landbouwers in het overeenkomstige kalenderjaar, te boven gaat.

Motivering

De uitsluiting van het mechanisme voor financiële discipline dient te worden gehandhaafd voor begunstigden die rechtstreekse betalingen ontvangen die het bedrag van 2 000 EUR niet te boven gaan. Door dekking voor alle begunstigden in de landbouw, zoals voorgesteld door de Commissie, wordt het doel van een evenwichtige verdeling van rechtstreekse steun tussen landbouwbedrijven van uiteenlopende omvang, niet bereikt. Dit amendement zorgt tevens voor de nodige aanvullende kosten om de IT-systemen te upgraden.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 2 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen;

a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 75 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen;

Motivering

Met het oog op vereenvoudiging lijken geharmoniseerde tijdschema's en voorschotpercentages voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en interventies voor plattelandsontwikkeling gerechtvaardigd.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan. De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsverrichtingen van het strategisch GLB-plan. De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

Motivering

Op grond van de ontwerpversie van de EU-wetgeving is de term "interventie" gedefinieerd als een steuninstrument (artikel 3, onder c), van de ontwerpverordening inzake de strategische GLB-plannen). Het bepaalde in artikel 55, zoals door de Commissie voorgesteld, zou betekenen dat de van de eindbegunstigde teruggevorderde fondsen moeten worden toegewezen ten behoeve van de uitvoering van een andere verrichting en dat deze dus niet mogen terugvloeien naar de begroting van de maatregel op grond waarvan ze zijn teruggevorderd. Er is geen goed onderbouwde motivering waarom fondsen die worden teruggevorderd van begunstigde X niet mogen worden gebruikt voor een verrichting van begunstigde Y, indien juist uitgevoerd op grond van het betrokken steuninstrument.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Document- en procedurenummers

COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

AGRI

11.6.2018

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

BUDG

11.6.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Zbigniew Kuźmiuk

9.7.2018

Behandeling in de commissie

26.9.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

21.11.2018

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

24

3

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Lefteris Christoforou, Gérard Deprez, Manuel dos Santos, André Elissen, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Ingeborg Gräßle, Monika Hohlmeier, John Howarth, Bernd Kölmel, Zbigniew Kuźmiuk, Vladimír Maňka, Jan Olbrycht, Răzvan Popa, Petri Sarvamaa, Jordi Solé, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Indrek Tarand, Isabelle Thomas, Inese Vaidere, Monika Vana, Daniele Viotti, Tiemo Wölken, Stanisław Żółtek

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Karine Gloanec Maurin, Giovanni La Via, Ivana Maletić, Andrey Novakov, Tomáš Zdechovský

HOOFDELIJKE EINDSTEMMINGIN DE ADVISERENDE COMMISSIE

24

+

ALDE

Nedzhmi Ali, Jean Arthuis, Gérard Deprez

ECR

Zbigniew Kuźmiuk

PPE

Lefteris Christoforou, José Manuel Fernandes, Monika Hohlmeier, Giovanni La Via, Ivana Maletić, Andrey Novakov, Jan Olbrycht, Petri Sarvamaa, Patricija Šulin, Inese Vaidere, Tomáš Zdechovský

S&D

Eider Gardiazabal Rubial, Karine Gloanec Maurin, John Howarth, Vladimír Maňka, Răzvan Popa, Manuel dos Santos, Isabelle Thomas, Daniele Viotti, Tiemo Wölken

3

-

ENF

André Elissen, Stanisław Żółtek

NI

Eleftherios Synadinos

5

0

ECR

Bernd Kölmel

PPE

Ingeborg Gräßle

VERTS/ALE

Jordi Solé, Indrek Tarand, Monika Vana

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

ADVIES VAN DE Commissie begrotingscontrole (13.2.2019)

aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
(COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD))

Rapporteur voor advies: Claudia Schmidt

BEKNOPTE MOTIVERING

De Commissie begrotingscontrole is ingenomen met de inspanningen van de Commissie om over te stappen van een op naleving gebaseerd naar een resultaatgericht uitvoeringsmodel van het GLB.

Zoals de Europese Rekenkamer in haar advies 7/2018 verklaart, betekent dit echter niet dat de wettigheid en regelmatigheid niet hoeven te worden gecontroleerd. Indien de toezichthoudende rol van de lidstaten in het voorstel van de Commissie niet verandert, dan is de controle op de wettelijkheid en regelmatigheid door de certificerende instanties volgens de Kamer niet langer verplicht. Het is onduidelijk of de controle van de certificerende instanties ook betrekking zou hebben op de definities en specifieke ontvankelijkheidscriteria die zijn vastgesteld in de strategische GLB-plannen. Er zijn aanzienlijke wijzigingen wat betreft de rapportage en garanties aan de Commissie. De Commissie zou geen controlestatistieken van betaalorganen ontvangen, noch zekerheid van de certificerende instanties over de betalingen aan individuele landbouwers.

Overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie blijft de Commissie uiteindelijk samen met de lidstaten verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting, inclusief de betalingen uitgevoerd binnen de lidstaten. Het Commissievoorstel zal de verantwoordingsplicht van de Commissie op dit gebied verzwakken.

De Commissie zou niet langer in staat zijn te bepalen in hoeverre betalingen in strijd zijn met de regels. Het voorstel maakt het ook moeilijker om de controle op eenvormige wijze aan te pakken, met name als gevolg van de beperktere rol van de certificerende instanties. De recente moorden op onderzoeksjournalisten herinneren ons eraan dat dit niet het moment is om de EU-keten van controles op de financiële transacties tot bij de eindbegunstigden te verzwakken.

AMENDEMENTEN

De Commissie begrotingscontrole verzoekt de bevoegde Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering, het aanpassen en overbrengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  Krachtens artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dient de tenuitvoerlegging van het GLB in overeenstemming te zijn met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking, waaronder de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. De uit hoofde van deze verordening genomen maatregelen mogen de voedselproductiecapaciteit en de voedselzekerheid op lange termijn van de ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen (MOL's), niet in gevaar brengen en zij mogen evenmin de verwezenlijking van de verplichtingen van de Unie inzake matiging van de klimaatverandering in het kader van de Overeenkomst van Parijs in de weg staan.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake.

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake. Betaalorganen moeten hun rol als adviseur voor landbouwers ontwikkelen en moeten zich inspannen om de procedures te vereenvoudigen. Bovendien moeten ze ervoor zorgen dat de normen op Europees niveau nageleefd worden. Ter erkenning van het nieuwe uitvoeringsmodel moeten lidstaten voor een functioneel onafhankelijke bemiddelings- en beroepsinstantie zorgen waarin de nodige deskundigheid aanwezig is en belanghebbenden vertegenwoordigd worden;

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. De crisisreserve moet een werkend, flexibel instrument zijn, een mechanisme dat de EU in staat stelt om beter te reageren op eventuele crises met gevolgen voor alle landbouwsectoren in de hele EU, met name wat de economie betreft. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 30

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen.

(30)  Wat de meerjarige prestatiemonitoring betreft, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om betalingen te schorsen. Daarom moet de Commissie ingeval er sprake is van te trage of onvoldoende vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het nationale strategisch GLB-plan, de bevoegdheid krijgen om de betrokken lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling te verzoeken de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie. Ingeval de lidstaat het actieplan niet indient of uitvoert of ingeval het actieplan duidelijk tekortschiet, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse of tussentijdse betalingen door middel van een uitvoeringshandeling te schorsen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan naleving van de milieuwetgeving van de Unie alsook aan de toezeggingen die de EU en de lidstaten hebben gedaan in het kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de verplichtingen uit hoofde van de Verdragen. 

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 47

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten blijven bestaan. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en -diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten.

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten blijven bestaan. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en -diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten. Dergelijke technologie zou gebruikt moeten worden om het aantal verplichte inspecties op landbouwbedrijven te beperken en om de administratieve rompslomp voor landbouwers te verminderen. 

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 48

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(48)  Het geïntegreerd systeem moet, als onderdeel van de vereiste governancesystemen voor de uitvoering van het GLB, ervoor zorgen dat de geaggregeerde gegevens in de jaarlijkse prestatierapportage betrouwbaar en verifieerbaar zijn. Gezien het belang van een correct werkend geïntegreerd systeem moeten ook kwaliteitseisen worden vastgesteld. De lidstaten moeten een jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem verrichten. De lidstaten moeten ook tekortkomingen verhelpen en op verzoek van de Commissie een actieplan opstellen.

(48)  Het geïntegreerd systeem moet, als onderdeel van de vereiste governancesystemen voor de uitvoering van het GLB, ervoor zorgen dat de geaggregeerde gegevens in de jaarlijkse prestatierapportage correct, betrouwbaar en verifieerbaar zijn. Gezien het belang van een correct werkend geïntegreerd systeem moeten ook kwaliteitseisen worden vastgesteld. De lidstaten moeten een jaarlijkse kwaliteitsbeoordeling van het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, van het geospatiale aanvraagsysteem en van het areaalmonitoringsysteem verrichten. De lidstaten moeten ook tekortkomingen verhelpen en op verzoek van de Commissie een actieplan opstellen.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 57

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(57)  Hoewel het de lidstaten moet worden toegestaan om zelf een nadere invulling te geven aan sancties, moeten die sancties wel evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en moeten ze andere in nationaal of Unierecht vastgelegde sancties onverlet laten. Voor een doeltreffende en coherente aanpak van de lidstaten is het noodzakelijk dat wordt voorzien in een minimumsanctiepercentage op Unieniveau voor gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en te wijten zijn aan nalatigheid, terwijl herhaling tot een hoger percentage moet leiden en opzettelijkheid kan resulteren in de totale uitsluiting van de betaling. Om de evenredigheid van de sancties te waarborgen, moet het de lidstaten voor lichte gevallen van niet-nalevingen die zich voor het eerst voordoen, worden toegestaan om een systeem voor vroegtijdige waarschuwing in te voeren.

(57)  Hoewel het de lidstaten moet worden toegestaan om zelf een nadere invulling te geven aan sancties, moeten die sancties wel evenredig, doeltreffend en afschrikkend zijn en moeten ze andere in nationaal of Unierecht vastgelegde sancties onverlet laten. Voor een doeltreffende en coherente aanpak van de lidstaten is het noodzakelijk dat wordt voorzien in een minimumsanctiepercentage op Unieniveau voor gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en te wijten zijn aan nalatigheid, terwijl herhaling tot een hoger percentage moet leiden en opzettelijkheid kan resulteren in de totale uitsluiting van de betaling. Om de evenredigheid van de sancties te waarborgen, moet het de lidstaten voor lichte gevallen van niet-nalevingen die zich voor het eerst voordoen, worden toegestaan om een systeem voor vroegtijdige waarschuwing in te voeren en de begunstigden het recht te verlenen om hun persoonlijke situatie te regulariseren.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 69

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(69)  De doelstelling van de publieke controle op het gebruik van middelen uit de fondsen kan alleen worden bereikt als een bepaald niveau van informatie over de begunstigden ter kennis van het publiek wordt gebracht. Die informatie moet de identiteit van de begunstigde, het toegekende bedrag en het fonds waaruit het afkomstig is, en het doel en de aard van de betrokken interventie of maatregel omvatten. Deze informatie moet op een zodanige wijze bekend worden gemaakt dat zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan aan het recht van de begunstigden op eerbiediging van hun privéleven en hun recht op bescherming van hun persoonsgegevens — rechten die zijn erkend in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(69)  De doelstelling van de publieke controle op het gebruik van middelen uit de fondsen kan alleen worden bereikt als een bepaald niveau van informatie over de begunstigden ter kennis van het publiek wordt gebracht. Die informatie moet de identiteit van de begunstigde, het toegekende bedrag en het fonds waaruit het afkomstig is, en het doel en de aard van de betrokken interventie of maatregel omvatten en moet gepubliceerd worden in een open en machinaal leesbaar formaat. Deze informatie moet op een zodanige wijze bekend worden gemaakt dat zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan aan het recht van de begunstigden op eerbiediging van hun privéleven en hun recht op bescherming van hun persoonsgegevens — rechten die zijn erkend in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag.

(b)  de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie als bedoeld in artikel 57 van deze verordening en van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken in het kader van het GLB, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht;

(f)  studies over het GLB en evaluaties van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, met inbegrip van de verbetering van evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken in het kader van het GLB, waaronder raadplegingen van lokale, regionale, nationale en internationale belanghebbenden, deskundigen uit de academische wereld, ngo's, alsmede studies die samen met de Europese Investeringsbank (EIB) zijn verricht;

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de uitgaven in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, wettig en regelmatig zijn. ;

(d)  de uitgaven waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht, met name in het kader van de maatregelen van Verordening (EU) nr. 1308/2013, Verordening (EU) nr. 228/2013, Verordening (EU) nr. 229/2013 en Verordening (EU) nr. 1144/2014, wettig en regelmatig zijn. ;

Motivering

Het is van essentieel belang dat de certificerende instanties advies uitbrengen over alle betalingen aan eindbegunstigden waarvoor bij de Commissie om vergoeding is verzocht.

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De certificerende instantie beschikt over de nodige technische expertise. Zij is operationeel onafhankelijk van het betaalorgaan en de coördinerende instantie in kwestie, van de autoriteit die dat orgaan heeft geaccrediteerd, en van de voor de uitvoering en de monitoring van het GLB verantwoordelijke instanties.

2.  De certificerende instantie beschikt over de nodige technische expertise, niet enkel vanuit het perspectief van financieel beheer, maar ook met betrekking tot het behalen van de beoogde doelstellingen van de interventies en betalingen voor collectieve goederen. Alle gegevens en informatie die gebruikt worden om de certificeringsinstanties in staat te stellen te garanderen dat de doelstellingen en streefcijfers van het GLB wel degelijk behaald worden, moeten op transparante wijze beschikbaar gesteld worden en moeten op feiten gebaseerd zijn en door derden geverifieerd kunnen worden. Zij is operationeel onafhankelijk van het betaalorgaan en de coördinerende instantie in kwestie, van de autoriteit die dat orgaan heeft geaccrediteerd, en van de voor de uitvoering en de monitoring van het GLB verantwoordelijke instanties.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien:

De in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien deze uitgaven zijn uitgevoerd door geaccrediteerde betaalorganen en:

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter -a (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a)  ze gedaan zijn overeenkomstig de Unieregelgeving, of

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter -a bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a bis)  wat betreft de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes:

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter c – punt ii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii)  ze gedaan zijn overeenkomstig de toepasselijke governancesystemen, voor zover deze niet de in de nationale strategische GLB-plannen vastgelegde subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden omvatten.

ii)  ze gedaan zijn overeenkomstig de toepasselijke governancesystemen, inclusief de in de nationale strategische GLB-plannen vastgelegde subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden.

Motivering

De eerbiediging van alle subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden, inclusief die welke zijn vastgelegd in de nationale strategische GLB-plannen, moet door de betaalorganen worden gewaarborgd, in overeenstemming met het beginsel van het single audit-model.

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het bepaalde in de eerste alinea, onder c), i), geldt niet voor voorschotten die aan begunstigden worden betaald in het kader van de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes.

Het bepaalde in de eerste alinea, onder b), i), geldt niet voor voorschotten die aan begunstigden worden betaald in het kader van de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes.

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij ernstige tekortkomingen in de werking van de governancesystemen kan de Commissie de betrokken lidstaat vragen om de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie.

Bij ernstige tekortkomingen in de werking van de governancesystemen vraagt de Commissie de betrokken lidstaat in voorkomend geval om de nodige corrigerende acties uit te voeren op basis van een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat is opgesteld in overleg met de Commissie.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 46 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van artikel 127 van het Financieel Reglement ontleent de Commissie zekerheid aan het werk van de in artikel 11 bedoelde certificerende instanties, tenzij zij de lidstaat heeft meegedeeld dat zij niet kan afgaan op het werk van de certificerende instanties voor een bepaald begrotingsjaar, en houdt zij daarmee rekening in haar risicobeoordeling van de noodzaak om zelf audits in de betrokken lidstaat te verrichten.

Voor de toepassing van artikel 127 van het Financieel Reglement kan de Commissie zekerheid ontlenen aan het werk van de in artikel 11 bedoelde certificerende instanties, tenzij zij de lidstaat heeft meegedeeld dat zij niet kan afgaan op het werk van de certificerende instanties voor een bepaald begrotingsjaar, en houdt zij daarmee rekening in haar risicobeoordeling van de noodzaak om zelf audits in de betrokken lidstaat te verrichten.

Motivering

Het single audit-model impliceert niet dat de Commissie verplicht is zekerheid te ontlenen aan het werk van de instanties van de lidstaten.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De eerste alinea geldt niet voor gevallen van niet-naleving van de in de nationale strategische GLB-plannen en in de nationale regelgeving vastgelegde subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden.

De eerste alinea reikt niet tot gevallen van niet-naleving van de in de nationale strategische GLB-plannen en in de nationale regelgeving vastgelegde subsidiabiliteitsvoorwaarden voor individuele begunstigden.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 57 – lid 3 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten nemen passende voorzorgsmaatregelen die ervoor zorgen dat de toegepaste sancties als bedoeld in lid 1, onder d), in verhouding staan tot de ernst, de omvang, de duur en de herhaling van de geconstateerde niet-naleving.

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Controles van verrichtingen waarvoor steun wordt ontvangen in het kader van financiële instrumenten als bedoeld in [artikel 52 CPR] van Verordening (EU) .../..., worden alleen verricht op het niveau van de instanties die de financiële instrumenten uitvoeren.

Controles van verrichtingen waarvoor steun wordt ontvangen in het kader van financiële instrumenten als bedoeld in [artikel 52 CPR] van Verordening (EU) .../..., worden verricht op het niveau van de instanties die de financiële instrumenten uitvoeren.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Controles worden niet verricht op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is.

Controles kunnen ook worden verricht op het niveau van de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 64 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de invoering en toepassing van het geïntegreerd systeem, kan de Commissie de hulp van gespecialiseerde instanties of personen inroepen om het opzetten, de monitoring en de werking van het geïntegreerd systeem te vergemakkelijken, en met name om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten technische adviezen te verstrekken.

3.  Onverminderd de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de invoering en toepassing van het geïntegreerd systeem, roept de Commissie indien nodig de hulp van gespecialiseerde instanties of personen in om het opzetten, de monitoring en de werking van het geïntegreerd systeem te vergemakkelijken, en met name om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten technische adviezen te verstrekken.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten leggen gegevens en documentatie vast en houden deze gegevens en documentatie bij over de jaarlijkse output die is gerapporteerd in het kader van de jaarlijkse prestatiegoedkeuring als bedoeld in artikel 52, en over de gerapporteerde vooruitgang richting de streefcijfers als vermeld in het strategisch GLB-plan en gemonitord overeenkomstig artikel 115 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

De lidstaten leggen gegevens en documentatie vast en houden deze gegevens en documentatie bij over de jaarlijkse output die is gerapporteerd in het kader van de jaarlijkse prestatiegoedkeuring als bedoeld in artikel 52, en over de vooruitgang die gerapporteerd wordt richting de streefcijfers als vermeld in het strategisch GLB-plan en gemonitord overeenkomstig artikel 115 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De lidstaten beperken de toegang van het publiek tot de in de leden 3 en 4 bedoelde gegevensreeksen wanneer een dergelijke toegang afbreuk doet aan de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679.

5.  De lidstaten kunnen de toegang van het publiek tot de in de leden 3 en 4 bedoelde gegevensreeksen beperken wanneer een dergelijke toegang afbreuk doet aan de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen gebruikmaken van hun bestaande controlesystemen en administratie om ervoor te zorgen dat de conditionaliteitsregels worden nageleefd.

De lidstaten maken gebruik van hun bestaande controlesystemen en administratie om ervoor te zorgen dat de conditionaliteitsregels worden nageleefd.

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Document‑ en procedurenummers

COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

AGRI

11.6.2018

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

CONT

11.6.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Claudia Schmidt

12.7.2018

Datum goedkeuring

29.1.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

1

1

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Jonathan Bullock, Luke Ming Flanagan, Ingeborg Gräßle, Jean-François Jalkh, Bogusław Liberadzki, Georgi Pirinski, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Claudia Schmidt, Bart Staes, Indrek Tarand, Derek Vaughan, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Karin Kadenbach, Andrey Novakov, Miroslav Poche, Patricija Šulin

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

17

+

ALDE

Nedzhmi Ali

GUE/NGL

Luke Ming Flanagan

PPE

Ingeborg Gräßle, Andrey Novakov, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Claudia Schmidt, Patricija Šulin, Tomáš Zdechovský

S&D

Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Karin Kadenbach, Bogusław Liberadzki, Georgi Pirinski, Miroslav Poche, Derek Vaughan

VERTS/ALE

Bart Staes, Indrek Tarand

1

-

EFDD

Jonathan Bullock

1

0

ENF

Jean-François Jalkh

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

ADVIES VAN DE Commissie regionale ontwikkeling (23.1.2019)

aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
(COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD))

Rapporteur voor advies: Franc Bogovič

BEKNOPTE MOTIVERING

De voorstellen voor het toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) behelzen een nieuw uitvoeringsmodel voor het GLB voor de periode na 2020. Het door de Europese Commissie voorgestelde hervormingspakket omvat het voorstel voor een verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het GLB (en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013).

De heer Bogovič is door de Commissie REGI aangewezen als rapporteur voor het advies van de Commissie REGI over dit dossier. De rapporteur is het eens met de opzet van het voorgestelde uitvoeringsmodel voor het GLB, met meer subsidiariteit en vrijheid voor de lidstaten bij de uitvoering van het beleid, zodat de afstand tussen het GLB en de begunstigden (in meerderheid landbouwers) wordt verkleind.

Bovendien is de rapporteur ingenomen met de voortzetting van de huidige financieringsstructuur, waarbij het GLB wordt gefinancierd uit twee pijlers, te weten het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), en de door de Commissie voorgestelde bestendiging van de structuur van de governance-instanties.

De rapporteur betwijfelt evenwel of het nieuwe uitvoeringsmodel wel tot vereenvoudiging en minder bureaucratie leidt. Het is waarschijnlijk dat het GLB voor de begunstigden op een aantal punten zal worden vereenvoudigd, maar voor regionale en nationale instanties, die een nieuw prestatiegericht beleid moeten invoeren, is de vereenvoudiging onzeker. De heer Bogovič is tevens bezorgd dat de vaststelling en de monitoring van prestatie-indicatoren gepaard zullen gaan met problemen en dat zij meer zullen worden beschouwd als controle-instrument met een strategische rol, met name tijdens de jaarlijkse prestatiegoedkeuring (artikel 52).

De rapporteur stelt dan ook voor het voorstel van de Commissie onder meer op de volgende punten te wijzigen:

– aangezien de monitoring van de prestaties en logischerwijs de betrouwbaarheid van de beschikbare gegevens tevens kan leiden tot meer complexiteit bij de uitvoering van het GLB en gevolgen kan hebben voor de rol van sommige governance-instanties, is de rapporteur van oordeel dat het van groot belang is dat het Europees Parlement een grotere rol krijgt bij de besprekingen in verband met de uitvoering van sommige bepalingen (te weten de artikelen 52 en 53);

– om de samenhang te waarborgen is de rapporteur van oordeel dat bepaalde details deel moeten uitmaken van de basishandeling en niet onder de uitvoeringshandelingen moeten vallen (artikel 39);

– het nieuwe uitvoeringsmodel voor het GLB kan pas in 2023 worden toegepast, niet in 2021, en daarom is een langere overgangstermijn tussen de huidige en de toekomstige GLB-verordening noodzakelijk (artikel 104);

– overlijden van de begunstigde, langdurige arbeidsongeschiktheid van de begunstigde en andere door de lidstaten in hun strategische GLB-plannen gemotiveerde gevallen moeten worden opgenomen onder de vrijstellingen voor gevallen van overmacht en voor uitzonderlijke omstandigheden (artikel 3);

– aangezien het evenredigheidsbeginsel een zeer belangrijke rol vervult in het Financieel Reglement, dient dit in de huidige voorstellen te worden gehandhaafd – met name in verband met de administratieve lasten voor landbouwers, bevoegde autoriteiten en accrediteringsprocedures (overweging 47, artikel 9, artikel 10);

tot slot is de heer Bogovič van mening dat het van het allergrootste belang is de synergieën tussen het Elfpo en de structuurfondsen ten behoeve van de plattelandsgebieden te handhaven; de complementariteit moet worden gewaarborgd en alle wettelijke belemmeringen moeten worden vermeden.

AMENDEMENTEN

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een verordening

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie.

(1)  In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 november 2017 met als titel "De toekomst van voeding en landbouw" wordt geconcludeerd dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna "GLB" genoemd) nog sterker moet gaan inspelen op toekomstige uitdagingen en kansen, met name op het vlak van het bevorderen van werkgelegenheid, groei en investeringen, de strijd tegen en de aanpassing aan klimaatverandering en het brengen van onderzoek en innovatie van de laboratoria naar het veld en de markt. Voorts moet het GLB tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers inzake een duurzame landbouwproductie en plattelandsontwikkeling.

Motivering

Plattelandsontwikkeling moet als onlosmakelijk deel van het GLB worden opgenomen in de doelstellingen die tegemoetkomen aan de zorgen en wensen van burgers.

Amendement    2

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis)  De lidstaten mogen geen bijkomende regels vaststellen die het gebruik van het ELGF en het Elfpo voor de begunstigde gecompliceerd maken.

Amendement    3

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  Er moet een regeling komen voor de accreditering van betaalorganen en coördinerende instanties door de lidstaten en voor de instelling van de procedures voor het verkrijgen van de beheersverklaringen en jaarlijkse prestatieverslagen en voor het verkrijgen van de certificering van de beheers- en monitoringsystemen, van de rapportagesystemen en de certificering van de jaarrekeningen door onafhankelijke instanties. Voor de transparantie van het systeem van op nationaal niveau te verrichten controles, vooral wat de autorisatie-, validerings- en betalingsprocedures betreft, en voor een vermindering van de administratieve en de auditdruk voor de Commissie en voor de lidstaten wanneer elk afzonderlijk betaalorgaan moet worden geaccrediteerd, moet voorts het aantal diensten en instanties waaraan die taken worden gedelegeerd, worden beperkt, zulks met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat.

(9)  Er moet een regeling komen voor de accreditering van betaalorganen en coördinerende instanties door de lidstaten en voor de instelling van de procedures voor het verkrijgen van de beheersverklaringen en jaarlijkse prestatieverslagen en voor het verkrijgen van de certificering van de beheers- en monitoringsystemen, van de rapportagesystemen en de certificering van de jaarrekeningen door onafhankelijke instanties. Aan de landbouwers moet een financiële vergoeding worden geboden voor eventuele vertragingen bij de betaling door de betaalorganen als gevolg van administratieve fouten. Voor de transparantie van het systeem van op nationaal niveau te verrichten controles, vooral wat de autorisatie-, validerings- en betalingsprocedures betreft, en voor een vermindering van de administratieve en de auditdruk voor de Commissie en voor de lidstaten wanneer elk afzonderlijk betaalorgaan moet worden geaccrediteerd, moet voorts het aantal diensten en instanties waaraan die taken worden gedelegeerd, worden beperkt, zulks met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat.

Amendement    4

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake.

(10)  Een lidstaat die meer dan één betaalorgaan accrediteert, moet één publieke coördinerende instantie aanwijzen die voor consistentie in het beheer van de middelen moet zorgen, als schakel tussen de Commissie en de verschillende geaccrediteerde betaalorganen moet fungeren en ervoor moet zorgen dat de gegevens die de Commissie vraagt over de verrichtingen van de diverse betaalorganen, vlot worden verstrekt. De coördinerende instantie moet daarnaast corrigerende actie ondernemen en coördineren om tekortkomingen van algemene aard die op nationaal of regionaal niveau worden ondervonden, op te lossen en moet de Commissie op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen ter zake. In hun betrekkingen met landbouwers, moeten de betaalorganen ernaar streven de procedures te vereenvoudigen.

Amendement    5

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren. Voorts is voor begrotingsjaar 2020 een tweede afwijking nodig aangezien het totale ongebruikte bedrag van de reserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, moet worden overgedragen naar het desbetreffende begrotingsonderdeel van de nieuwe landbouwreserve voor 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van het strategisch GLB-plan.

(14)  Om ervoor te zorgen dat de bedragen ter financiering van het GLB binnen de jaarlijkse maxima blijven, moet het mechanisme van financiële discipline dat voorziet in aanpassing van de hoogte van de rechtstreekse steun, worden gehandhaafd. Wel moet de drempel van 2 000 EUR worden afgeschaft. Ter ondersteuning van de landbouwsector in het geval van marktontwikkelingen of ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, moet er een landbouwreserve blijven bestaan. In artikel 12, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) [nieuw Financieel Reglement] is bepaald dat niet-vastgelegde kredieten uitsluitend naar het volgende begrotingsjaar kunnen worden overgedragen. Om de uitvoering voor begunstigden en nationale instanties aanzienlijk te vergemakkelijken, is voor ongebruikte bedragen van de in 2020 aan te leggen reserve voor crises in de landbouwsector een doorrolmechanisme nodig. Daartoe is een afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement nodig waardoor niet-vastgelegde kredieten van de landbouwreserve zonder beperking in de tijd naar volgende begrotingsjaren kunnen worden overgedragen voor de financiering van de landbouwreserve in die volgende begrotingsjaren.

Amendement    6

Voorstel voor een verordening

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Om een buitensporige administratieve druk op de nationale instanties en landbouwers te voorkomen, moet worden bepaald dat geen terugbetaling van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgedragen bedragen van de financiële discipline mag plaatsvinden wanneer voor een tweede opeenvolgende jaar (jaar N+1) financiële discipline wordt toegepast dan wel wanneer het totale bedrag van de niet-vastgelegde kredieten minder dan 0,2 % van het jaarlijkse ELGF-maximum is.

(15)  Om een buitensporige administratieve druk op de nationale instanties en landbouwers te voorkomen en om de procedures zo veel mogelijk te vereenvoudigen, moet worden bepaald dat geen terugbetaling van de uit het voorgaande begrotingsjaar overgedragen bedragen van de financiële discipline mag plaatsvinden wanneer voor een tweede opeenvolgende jaar (jaar N+1) financiële discipline wordt toegepast dan wel wanneer het totale bedrag van de niet-vastgelegde kredieten minder dan 0,2 % van het jaarlijkse ELGF-maximum is.

Amendement    7

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21)  Om de Commissie van met name de middelen voor het beheer van de landbouwmarkten te voorzien, om de monitoring van de landbouwuitgaven te vergemakkelijken en om de agrarische hulpbronnen op middellange en lange termijn te monitoren, moeten regels worden vastgesteld voor het gebruik van het agrometeorologische systeem en voor de verwerving en verbetering van satellietgegevens.

(21)  Om de Commissie van met name de middelen voor het beheer van de landbouwmarkten te voorzien, om de monitoring van de landbouwuitgaven te vergemakkelijken, om in het geval van natuurrampen de noodzaak van hulp te beoordelen en deze hulp tijdig te verstrekken, en om de agrarische hulpbronnen op middellange en lange termijn te monitoren, moeten regels worden vastgesteld voor het gebruik van het agrometeorologische systeem en voor de verwerving en verbetering van satellietgegevens.

Amendement    8

Voorstel voor een verordening

Overweging 25

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(25)  Conform de structuur en hoofdkenmerken van het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag de subsidiabiliteit van door de lidstaten gedane betalingen die voor Uniefinanciering in aanmerking komen, niet meer afhangen van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan individuele begunstigden. In plaats daarvan moeten, wat de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes betreft, betalingen van de lidstaten subsidiabel zijn als ze matchen met een corresponderende output en in overeenstemming zijn met de toepasselijke basisvereisten van de Unie.

(25)  Conform de structuur en hoofdkenmerken van het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel mag de subsidiabiliteit van door de lidstaten gedane betalingen die voor Uniefinanciering in aanmerking komen, niet meer afhangen van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan individuele begunstigden. In plaats daarvan moeten, wat de in Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde interventietypes betreft, betalingen van de lidstaten subsidiabel zijn als ze matchen met een corresponderende output en in overeenstemming zijn met de toepasselijke basisvereisten van de Unie. Er moet worden benadrukt dat het nieuwe GLB-uitvoeringsmodel de noodzaak niet mag wegnemen om de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven te controleren.

Amendement    9

Voorstel voor een verordening

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28)  Uiterlijk op 15 februari N+1 moeten de lidstaten de jaarrekeningen en een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB-plan toezenden aan de Commissie. Ingeval deze documenten niet worden toegezonden en de Commissie de rekeningen voor het betrokken betaalorgaan dus niet kan goedkeuren en de subsidiabiliteit van de uitgaven niet kan toetsen aan de gerapporteerde output, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse betalingen te schorsen en de kwartaalvergoeding te onderbreken tot die documenten zijn ontvangen.

(28)  Uiterlijk op 15 april N+1 moeten de lidstaten de jaarrekeningen en een jaarlijks prestatieverslag over de uitvoering van het strategisch GLB‑plan toezenden aan de Commissie. Ingeval deze documenten niet worden toegezonden en de Commissie de rekeningen voor het betrokken betaalorgaan dus niet kan goedkeuren en de subsidiabiliteit van de uitgaven niet kan toetsen aan de gerapporteerde output, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de maandelijkse betalingen te schorsen en de kwartaalvergoeding te onderbreken tot die documenten zijn ontvangen.

Motivering

De termijn van vier maanden voor de voltooiing, de certificering en de procedure in verband met het monitoringcomité van het prestatieverslag kan krap worden. Deze termijn is korter dan het huidige tijdschema voor rapportage in het kader van pijler II en daarom wordt 15 april N+1 voorgesteld als datum voor de toezending van de jaarrekeningen en jaarlijkse prestatieverslagen over de uitvoering van de strategische GLB-plannen.

Amendement    10

Voorstel voor een verordening

Overweging 47

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten blijven bestaan. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en ‑diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten.

(47)  De bestaande hoofdelementen van het geïntegreerd systeem, en met name de bepalingen inzake een systeem voor de identificatie van landbouwpercelen, een geospatiaal en een diergebonden aanvraagsysteem, een systeem voor de identificatie en registratie van betalingsrechten, een systeem voor de registratie van de identiteit van begunstigden en een controle- en sanctiesysteem, moeten op een passend niveau blijven bestaan, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de evenredigheid en ervoor wordt gezorgd dat een en ander niet leidt tot onnodige administratieve lasten voor landbouwers en administratieve instanties. Voor de monitoring van agromilieuklimaatbeleid en voor de bevordering van het gebruik van volledige, gratis en open gegevens en informatie van de Sentinel-satellieten en ‑diensten van het Copernicus-programma moeten de lidstaten naast informatietechnologieën als Galileo en Egnos ook gebruik blijven maken van de gegevens- of informatieproducten van het Copernicus-programma zodat gewaarborgd is dat de gegevens in de gehele Unie onderling vergelijkbaar zijn. Daartoe moet het geïntegreerd systeem ook een areaalmonitoringsysteem bevatten.

Motivering

Aangezien het evenredigheidsbeginsel een zeer belangrijke rol vervult in het Financieel Reglement, dient deze rol ook in het HzV-voorstel behouden te blijven. in dit geval met betrekking tot de administratieve lasten voor landbouwers en administratieve instanties.

Amendement    11

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  "governancesystemen": de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag.

(b)  "governancesystemen": de in titel II, hoofdstuk II, van deze verordening bedoelde governance-instanties, met uitzondering van de in artikel 9 vermelde bevoegde autoriteit, en de in deze verordening en Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB‑plannen] vastgelegde basisvereisten van de Unie, met inbegrip van het rapportagesysteem dat is opgezet voor het in artikel 121 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB‑plannen] bedoelde jaarlijkse prestatieverslag.

Motivering

De invoering van de term "governancesysteem", die meer omvat dan "het beheers- en controlesysteem" op het niveau van de horizontale verordening, gaat verder dan wat in de basisverordening is voorgeschreven. Governance is breder dan beheer en breidt de governance-instanties bijvoorbeeld uit tot de bevoegde autoriteit.

Amendement    12

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  het bedrijf is zwaar getroffen door een ernstige natuurramp;

(a)  het bedrijf is zwaar getroffen door een natuurramp;

Amendement    13

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – letter d bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)  de begunstigde is overleden;

Motivering

Volgens de huidige tekst van artikel 3 wordt onder overmacht niet verstaan het overlijden van de begunstigde of diens langdurige arbeidsongeschiktheid, terwijl deze thans wel als gevallen van overmacht worden erkend in Verordening 1306/2013. De lidstaten moeten de lijst van gevallen die als overmacht zullen worden erkend kunnen uitbreiden in hun strategische GLB-plannen die door de Commissie worden goedgekeurd.

Amendement    14

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter d ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d ter)  de begunstigde is langdurig arbeidsongeschikt geworden;

Motivering

Volgens de huidige tekst van artikel 3 wordt onder overmacht niet verstaan het overlijden van de begunstigde of diens langdurige arbeidsongeschiktheid, terwijl deze thans wel als gevallen van overmacht worden erkend in Verordening 1306/2013. De lidstaten moeten de lijst van gevallen die als overmacht zullen worden erkend kunnen uitbreiden in hun strategische GLB-plannen die door de Commissie worden goedgekeurd.

Amendement    15

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – alinea 1 – letter d quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d quater)  andere gemotiveerde gevallen die de lidstaten in hun strategische GLB-plannen vaststellen.

Motivering

Volgens de huidige tekst van artikel 3 wordt onder overmacht niet verstaan het overlijden van de begunstigde of diens langdurige arbeidsongeschiktheid, terwijl deze thans wel als gevallen van overmacht worden erkend in Verordening 1306/2013. De lidstaten moeten de lijst van gevallen die als overmacht zullen worden erkend kunnen uitbreiden in hun strategische GLB-plannen die door de Commissie worden goedgekeurd.

Amendement    16

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het Elfpo wordt ten uitvoer gelegd op basis van gedeeld beheer tussen de lidstaten en de Unie. Het financiert de financiële bijdrage van de Unie aan de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Het Elfpo wordt ten uitvoer gelegd op basis van gedeeld beheer tussen de lidstaten en de Unie. Het financiert de financiële bijdrage van de Unie aan de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB‑plan als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB‑plannen] en acties in het kader van artikel 112 daarvan.

Motivering

Het Elfpo moet ook acties financieren die verband houden met technische bijstand op initiatief van de lidstaten.

Amendement    17

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter h bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

h bis)  indirecte kosten en directe personeelskosten van de plaatselijke plattelandsgemeenschappen en andere soortgelijke plaatselijke actoren die verrichtingen in het kader van Leader uitvoeren, die in artikel 25 van Verordening (EU) [CPR] worden aangeduid als vanuit de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkeling;

Amendement    18

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – alinea 1 – letter j bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

j bis)  De Commissie brengt om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van dit artikel.

Motivering

Op dit ogenblik is verslaglegging alleen onder letter e) van dit artikel voorgeschreven (zoals wordt toegelicht in artikel 44).

Amendement    19

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Betaalorganen zijn nationale diensten of instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven.

Betaalorganen zijn nationale of regionale diensten of instanties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de controle van de in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven.

Motivering

De betaalorganen kunnen ook op regionaal niveau opereren, dus daarmee moet ook rekening worden gehouden.

Amendement    20

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten accrediteren als betaalorgaan de diensten of instanties die beschikken over een administratieve organisatie en een intern controlesysteem die voldoende garanties bieden dat de betalingen wettig en regelmatig zijn en naar behoren worden geboekt. Daartoe voldoen de betaalorganen aan de minimumvoorwaarden voor de accreditering met betrekking tot de interne omgeving, controleactiviteiten, informatie en communicatie en monitoring die de Commissie in het kader van artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt.

De lidstaten accrediteren als betaalorgaan de diensten of instanties die beschikken over een administratieve organisatie en een intern controlesysteem die voldoende garanties bieden dat de betalingen wettig en regelmatig zijn en naar behoren worden geboekt. Daartoe voldoen de betaalorganen aan de minimumvoorwaarden voor de accreditering met betrekking tot de interne omgeving, controleactiviteiten, informatie en communicatie en monitoring die de Commissie in het kader van artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt. Uiterlijk eind 2023 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over het functioneren van het systeem van betaalorganen in de Unie, dat in voorkomend geval vergezeld gaat van wetgevingsvoorstellen.

Amendement    21

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de toepassing van artikel 63, leden 5 en 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/... [het nieuwe Financieel Reglement] (hierna "het Financieel Reglement" genoemd) wordt door de persoon die verantwoordelijk is voor het geaccrediteerde betaalorgaan, uiterlijk op 15 februari van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar, het volgende opgesteld en bij de Commissie ingediend:

Voor de toepassing van artikel 63, leden 5 en 6, van Verordening (EU, Euratom) 2018/... [het nieuwe Financieel Reglement] (hierna "het Financieel Reglement" genoemd) wordt door de persoon die verantwoordelijk is voor het geaccrediteerde betaalorgaan, uiterlijk op 15 april van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar, het volgende opgesteld en bij de Commissie ingediend:

Motivering

De termijn van vier maanden voor de voltooiing, de certificering en de procedure in verband met het monitoringcomité van het prestatieverslag kan krap worden. Daarom wordt 15 april N+1 voorgesteld als de datum waarop de jaarrekeningen, de jaarlijkse prestatieverslagen en de beheersverklaringen worden verzonden.

Amendement    22

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Overeenkomstig artikel 63, lid 7, van het Financieel Reglement kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat de in de eerste alinea bedoelde uiterste datum van 15 februari bij uitzondering verlengen tot 1 maart.

Overeenkomstig artikel 63, lid 7, van het Financieel Reglement kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat de in de eerste alinea bedoelde uiterste datum van 15 april bij uitzondering verlengen tot 1 juni.

Amendement    23

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  de uitvoering van de in het kader van dit hoofdstuk aan de bevoegde autoriteit toegewezen taken.

(d)  de uitvoering van de in het kader van dit artikel aan de bevoegde autoriteit toegewezen taken, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel.

Motivering

Aangezien het evenredigheidsbeginsel een zeer belangrijke rol vervult in het Financieel Reglement, dient deze rol ook in het HzV-voorstel behouden te blijven.

Amendement    24

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De bevoegde autoriteit beslist door een formeel besluit over de toekenning of, na een evaluatie, de intrekking van de accreditatie van het betaalorgaan en de coördinerende instantie op basis van een toetsing aan de accreditatiecriteria die de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt. De bevoegde autoriteit informeert de Commissie onverwijld over accreditaties en over intrekkingen van accreditaties.

2.  De bevoegde autoriteit beslist door een formeel besluit over de toekenning of, na een evaluatie, de intrekking van de accreditatie van het betaalorgaan en de coördinerende instantie op basis van een toetsing aan de accreditatiecriteria die de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder a), vaststelt, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel. De bevoegde autoriteit informeert de Commissie onverwijld over accreditaties en over intrekkingen van accreditaties.

Motivering

Aangezien het evenredigheidsbeginsel een zeer belangrijke rol vervult in het Financieel Reglement, dient deze rol ook in het HzV-voorstel behouden te blijven.

Amendement    25

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – lid 2 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de procedures voor toekenning en intrekking van en controle op de erkenning van betaalorganen en coördinerende instanties en de procedures voor het toezicht op de erkenning van betaalorganen;

(a)  de procedures voor de toekenning, intrekking en evaluatie van de accreditatie van betaalorganen en coördinerende instanties en de procedures voor het toezicht op de accreditatie van betaalorganen, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel;

Motivering

Aangezien het evenredigheidsbeginsel een zeer belangrijke rol vervult in het Financieel Reglement, dient deze rol ook in het HzV-voorstel behouden te blijven.

Amendement    26

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 1 – alinea 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Wanneer meer dan één certificerende instantie wordt geaccrediteerd, kan de lidstaat een publieke instantie op nationaal niveau aanwijzen die met coördinatietaken wordt belast.

Amendement    27

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het jaarlijkse maximum voor de ELGF-uitgaven wordt gevormd door de maximumbedragen die voor dit fonds zijn vastgesteld krachtens Verordening (EU, Euratom) [COM(2018) 322 final].

1.  Het jaarlijkse maximum voor de ELGF-uitgaven wordt gevormd door de maximumbedragen die voor dit fonds zijn vastgesteld krachtens Verordening (EU, Euratom) [COM(2018) 322 final] waarin de grenzen voor de lidstaten zijn vastgesteld.

Motivering

Het is van groot belang dat er met betrekking tot betalingen grenzen gelden voor de lidstaten, zodat de lidstaten die als eerste gebruikmaken van betalingen, niet de mogelijkheid hebben om de meeste betalingen te krijgen.

Amendement    28

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bovendien wordt, in afwijking van artikel 12, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement, het totale ongebruikte bedrag van de crisisreserve dat aan het eind van 2020 beschikbaar is, overgedragen naar 2021 zonder dat het terugvloeit naar de begrotingsonderdelen voor de in artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde acties, en wordt het beschikbaar gesteld voor de financiering van de landbouwreserve.

Schrappen

Amendement    29

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Het aanpassingspercentage is alleen van toepassing op rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die in het desbetreffende kalenderjaar aan landbouwers worden toegekend.

Amendement    30

Voorstel voor een verordening

Artikel 15 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Tot 1 december van het kalenderjaar waarop het aanpassingspercentage van toepassing is, kan de Commissie op basis van nieuwe informatie uitvoeringshandelingen vaststellen om het overeenkomstig lid 1 bepaalde aanpassingspercentage bij te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 101, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.  Tot 1 november van het kalenderjaar waarop het aanpassingspercentage van toepassing is, kan de Commissie op basis van nieuwe informatie uitvoeringshandelingen vaststellen om het overeenkomstig lid 1 bepaalde aanpassingspercentage bij te stellen. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 101, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Motivering

De financiële discipline moet zo vroeg worden bijgesteld om de betalingen tijdig te kunnen verrichten.

Amendement    31

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  In 2021: 1 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

(a)  In 2021: 2 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

Amendement    32

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  In 2022: 1 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

(b)  In 2022: 2 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

Amendement    33

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 1 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  In 2023: 1 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

(c)  In 2023: 2 % van het Elfpo-steunbedrag voor de gehele looptijd van het strategisch GLB-plan.

Amendement    34

Voorstel voor een verordening

Artikel 29 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De renteopbrengsten van de voorfinanciering worden voor het betrokken strategisch GLB-plan gebruikt en in mindering gebracht op het bedrag aan publieke uitgaven dat in de einddeclaratie van de uitgaven is vermeld.

4.  De renteopbrengsten van de voorfinanciering worden voor het betrokken strategisch GLB-plan of voor het programma voor regionale interventie gebruikt en in mindering gebracht op het bedrag aan publieke uitgaven dat in de einddeclaratie van de uitgaven is vermeld.

Amendement    35

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Voor elk strategisch GLB-plan worden tussentijdse betalingen gedaan. Ze worden berekend door het bijdragepercentage voor elk interventietype toe te passen op de in het kader van dit interventietype verrichte publieke uitgaven, als bedoeld in artikel 85 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

1.  Voor elk strategisch GLB-plan of, in voorkomend geval, voor elk regionaal interventieprogramma worden tussentijdse betalingen gedaan. Ze worden berekend door het bijdragepercentage voor elk interventietype toe te passen op de in het kader van dit interventietype verrichte publieke uitgaven, als bedoeld in artikel 85 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Amendement    36

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In het geval van de uitvoering van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) .../... [CPR] bevat de uitgavendeclaratie de totale bedragen die de beheersautoriteit heeft uitgekeerd aan of, in het geval van garanties, de in garantiecontracten overeengekomen bedragen die de desbetreffende beheersautoriteit heeft gereserveerd voor eindbegunstigden, als bedoeld in [artikel 74, lid 5, onder a), b) en c),] van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen – subsidiabiliteitsregels voor financiële instrumenten].

3.  In het geval van de uitvoering van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 53, lid 1, van Verordening (EU) .../... [CPR] bevat de uitgavendeclaratie de totale bedragen die de beheersautoriteit heeft uitgekeerd aan of, in het geval van garanties, de in de corresponderende garantiecontracten overeengekomen bedragen die de beheersautoriteit heeft gereserveerd voor eindbegunstigden, als bedoeld in [artikel 74, lid 5, onder a), b) en c),] van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB‑plannen – subsidiabiliteitsregels voor financiële instrumenten].

Amendement    37

Voorstel voor een verordening

Artikel 30 – lid 4 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  In het geval van de uitvoering van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) .../... [CPR] worden uitgavendeclaraties die uitgaven voor financiële instrumenten bevatten, ingediend overeenkomstig de volgende voorwaarden:

4.  In het geval van de uitvoering van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) .../... [CPR] worden uitgavendeclaraties die uitgaven voor financiële instrumenten bevatten, ingediend overeenkomstig de volgende voorwaarden:

Motivering

Er moet worden verwezen naar artikel 53, lid 2, van de CPR over door de onder verantwoordelijkheid van de beheersautoriteit beheerde financiële instrumenten.

Amendement    38

Voorstel voor een verordening

Artikel 31 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Na ontvangst van het laatste jaarlijkse prestatieverslag over de uitvoering van een strategisch GLB-plan verricht de Commissie, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen, de saldobetaling op basis van het vigerende financieringsplan op het niveau van de Elfpo-interventietypes, de jaarrekeningen voor het laatste jaar van uitvoering van het desbetreffende strategisch GLB-plan, en van de bijbehorende goedkeuringsbesluiten. Die rekeningen worden uiterlijk zes maanden na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven waarin artikel 80, lid 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, ingediend bij de Commissie en hebben betrekking op de uitgaven die het betaalorgaan tot en met de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven heeft gedaan.

1.  Na ontvangst van het laatste jaarlijkse prestatieverslag over de uitvoering van een strategisch GLB-plan verricht de Commissie, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen, de saldobetaling op basis van het vigerende financieringsplan op het niveau van de Elfpo-interventietypes, de jaarrekeningen voor het laatste jaar van uitvoering van het desbetreffende strategisch GLB-plan of, in voorkomend geval, van het regionale interventieprogramma, en van de bijbehorende goedkeuringsbesluiten. Die rekeningen worden uiterlijk zes maanden na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven waarin artikel 80, lid 3, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet, ingediend bij de Commissie en hebben betrekking op de uitgaven die het betaalorgaan tot en met de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven heeft gedaan.

Amendement    39

Voorstel voor een verordening

Artikel 32 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie schrapt automatisch het gedeelte van een begrotingsvastlegging voor plattelandsontwikkelingsinterventies van een strategisch GLB-plan, indien het uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of indien daarvoor uiterlijk op die datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de eisen van artikel 30, lid 3.

1.  De Commissie schrapt automatisch het gedeelte van een begrotingsvastlegging voor plattelandsontwikkelingsinterventies van een strategisch GLB-plan, indien het uiterlijk op 31 december van het derde jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of indien daarvoor uiterlijk op die datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de eisen van artikel 30, lid 3.

Amendement    40

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien:

De in artikel 5, lid 2, en artikel 6 bedoelde uitgaven kunnen alleen door de Unie worden gefinancierd indien deze uitgaven zijn gedaan door geaccrediteerde betaalorganen en:

Amendement    41

Voorstel voor een verordening

Artikel 35 – alinea 1 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  ze gedaan zijn door geaccrediteerde betaalorganen,

Schrappen

Amendement    42

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de Commissie in het kader van de in artikel 52 bedoelde jaarlijkse prestatiegoedkeuring vaststelt dat het verschil tussen de gedeclareerde uitgaven en het met de relevante gerapporteerde output corresponderende bedrag meer dan 50 % bedraagt en de lidstaat dit niet kan motiveren, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Wanneer de Commissie in het kader van de in artikel 52 bedoelde jaarlijkse prestatiegoedkeuring vaststelt dat het verschil tussen de gedeclareerde uitgaven en het met de relevante gerapporteerde output corresponderende bedrag meer dan 50 % bedraagt voor interventies die niet onder artikel 68 van de [verordening inzake de strategische GLB‑plannen] vallen en de lidstaat dit niet kan motiveren, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Motivering

Er moet sprake zijn van echte flexibiliteit, zodat de Commissie rekening kan houden met de motiveringen van de lidstaten. Zware weersomstandigheden zijn bijvoorbeeld redenen waarmee altijd rekening moet worden gehouden.

Amendement    43

Voorstel voor een verordening

Artikel 38 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor het percentage van de schorsing van betalingen.

Schrappen

Motivering

In deze verordening moeten regels voor het percentage van de schorsing van betalingen worden vastgesteld. Om die reden dient deze alinea te worden geschrapt.

Amendement    44

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met verdere regels voor de elementen van actieplannen en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 101, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

De regels voor de elementen van actieplannen en voor de procedure voor het opzetten van de actieplannen zijn als volgt [nader uit te werken door de Commissie].

Motivering

De regels voor de actieplannen moeten deel uitmaken van de basishandeling, niet van de uitvoeringshandelingen.

Amendement    45

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien dat actieplan duidelijk tekortschiet, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst.

Wanneer de lidstaat het in lid 1 bedoelde actieplan niet indient of uitvoert of indien dat actieplan duidelijk tekortschiet, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de in artikel 19, lid 3, bedoelde maandelijkse betalingen of de in artikel 30 bedoelde tussentijdse betalingen worden geschorst. De actieplannen moeten aan de volgende toereikendheidscriteria voldoen: [nader uit te werken door de Commissie].

Motivering

De toereikendheidscriteria voor de actieplannen moeten in de basishandeling worden opgenomen.

Amendement    46

Voorstel voor een verordening

Artikel 39 – lid 2 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met regels voor het percentage en de duur van de schorsing van betalingen en voor de voorwaarde om die bedragen te verlagen of alsnog te vergoeden in het kader van de meerjarige prestatiemonitoring.

Schrappen

Motivering

De criteria voor het percentage en de duur van de schorsing van betalingen moeten worden opgenomen in de basishandeling. Om die reden dient deze alinea te worden geschrapt.

Amendement    47

Voorstel voor een verordening

Artikel 40 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De schorsing wordt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel toegepast op de relevante uitgaven van de lidstaat waar de tekortkomingen bestaan, en wel voor een periode die in de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen wordt bepaald en niet langer mag zijn dan twaalf maanden. Indien de schorsingsvoorwaarden daarna nog steeds geldig zijn, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin die periode verder wordt verlengd met telkens maximaal twaalf maanden. Bij de vaststelling van de in artikel 53 bedoelde uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met de geschorste bedragen.

De schorsing wordt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel toegepast op de relevante uitgaven van de lidstaat waar de ernstige tekortkomingen bestaan, en niet op het hele financieringspakket, voor een periode die niet langer mag zijn dan twaalf maanden. Indien de schorsingsvoorwaarden daarna nog steeds geldig zijn, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin die periode verder wordt verlengd met telkens maximaal twaalf maanden. Bij de vaststelling van de in artikel 53 bedoelde uitvoeringshandelingen wordt rekening gehouden met de geschorste bedragen.

Amendement    48

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 2 – alinea 2 – letter a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen;

(a)  vóór 1 december maar niet vóór 16 oktober, voorschotten betalen van ten hoogste 75 % voor interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen;

Motivering

Aangezien beide interventies in het kader van de pijler onder hetzelfde GLB-plan vallen, zouden geharmoniseerde tijdschema's en percentages voor voorschotten tussen rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling de doelstelling van vereenvoudiging ten goede komen.

Amendement    49

Voorstel voor een verordening

Artikel 42 – lid 5 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In een spoedeisende situatie kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen die een oplossing bieden voor specifieke problemen die verband houden met de toepassing van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen kunnen afwijken van lid 2, doch slechts voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is.

In een spoedeisende situatie kan de Commissie zo spoedig mogelijk uitvoeringshandelingen vaststellen die een oplossing bieden voor specifieke problemen die verband houden met de toepassing van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen kunnen afwijken van lid 2, doch slechts voor zover en zolang dat strikt noodzakelijk is.

Motivering

De mogelijkheid om in crisissituaties zo snel mogelijk gebruik te maken van een uitvoeringshandeling is zeer belangrijk. Het proces met betrekking tot uitvoeringshandelingen is nauwelijks snel genoeg voor begunstigden die kampen met financiële problemen. Er mag geen sprake zijn van vertraging of onzekerheid voor de lidstaten en de begunstigden wanneer landbouwers moeten worden geholpen en de situatie van landbouwers moet worden verbeterd.

Amendement    50

Voorstel voor een verordening

Artikel 44 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De Commissie brengt om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van dit artikel.

5.  De Commissie brengt om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van dit artikel in overeenstemming met artikel 7.

Amendement    51

Voorstel voor een verordening

Artikel 45 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is overeenkomstig artikel 100 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen wat betreft de voorwaarden waaronder bepaalde soorten uitgaven en ontvangsten in het kader van de fondsen onderling moeten worden verrekend.

De Commissie is overeenkomstig artikel 100 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen wat betreft de voorwaarden ten aanzien van de bijzonderheden van uitgavendeclaraties waaronder bepaalde soorten uitgaven en ontvangsten in het kader van de fondsen onderling moeten worden verrekend.

Motivering

De voorgestelde bevoegdheid is te ruim. Zij moet beperkt blijven tot bijvoorbeeld de voorwaarden voor de uitgavendeclaraties. Anders kan de bevoegdheid ertoe leiden dat alle uitgaven in het kader van steunmaatregelen in een goedgekeurd strategisch GLB-plan een halt wordt toegeroepen.

Amendement    52

Voorstel voor een verordening

Artikel 47 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd de controles die de lidstaten verrichten krachtens hun nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of krachtens artikel 287 van het Verdrag, en onverminderd de controles die krachtens artikel 322 van het Verdrag of op basis van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad worden georganiseerd, kan de Commissie controles in de lidstaten organiseren om met name na te gaan of:

Onverminderd de controles die de lidstaten verrichten krachtens hun nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of krachtens artikel 287 van het Verdrag, en onverminderd de controles die krachtens artikel 322 van het Verdrag of op basis van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad worden georganiseerd, kan de Commissie, met de uitzondering van conditionaliteit, controles in de lidstaten organiseren om met name na te gaan of:

Motivering

Er zijn reeds controleprocedures en -regels ingevoerd met betrekking tot conditionaliteit, waarbij de controles nog steeds tot eindbegunstigden worden uitgebreid, hetgeen niet strookt met de geest van vereenvoudiging. Er moet in dit artikel duidelijk worden vermeld dat de controles geen betrekking hebben op conditionaliteit.

Amendement    53

Voorstel voor een verordening

Artikel 50 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met de specifieke verplichtingen waaraan de lidstaten in het kader van dit hoofdstuk moeten voldoen, en met regels voor met name de criteria ter bepaling van de te rapporteren gevallen van onregelmatigheden in de zin van Verordening (EU, Euratom) nr. 2988/95 en andere gevallen van niet-naleving van de door de lidstaten in het strategisch GLB-plan vastgestelde voorwaarden, en voor de te verstrekken gegevens.

1.  De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met betrekking tot de met het oog op de OLAF-doelstellingen te verstrekken gegevens.

Motivering

In dit artikel moet de delegatie van bevoegdheden gedetailleerder worden verwoord dan nu het geval is ("specifieke verplichtingen"). In plaats van "gedelegeerde handelingen met specifieke verplichtingen" moet de delegatie van bevoegdheden duidelijker worden vastgesteld. Als het gaat om de informatiebehoefte van OLAF is dit mogelijk. De omschrijving van onregelmatigheden moet ook aan de lidstaten worden overgelaten teneinde de subsidiariteit te waarborgen.

Amendement    54

Voorstel voor een verordening

Artikel 52 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis.  De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van dit artikel.

Motivering

Aangezien het nieuwe uitvoeringsmodel voor het GLB prestatiegericht is, wat kan leiden tot financiële correcties, moeten het Europees Parlement en de Raad op de hoogte worden gehouden van de uitvoering van bepaalde bepalingen.

Amendement    55

Voorstel voor een verordening

Artikel 53 – lid 7 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.  De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de uitvoering van dit artikel.

Motivering

Aangezien het nieuwe uitvoeringsmodel voor het GLB prestatiegericht is, wat kan leiden tot financiële correcties, moeten het Europees Parlement en de Raad op de hoogte worden gehouden van de uitvoering van bepaalde bepalingen.

Amendement    56

Voorstel voor een verordening

Artikel 54 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten brengen alle bedragen die als gevolg van een nog in behandeling zijnde onregelmatigheid van een begunstigde, zoals bedoeld in dit artikel, onverschuldigd blijken in mindering op alle toekomstige betalingen aan de begunstigde die het betaalorgaan moet verrichten.

Amendement    57

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan worden ontdekt, verrichten de lidstaten financiële correcties door de betrokken Uniefinanciering geheel of gedeeltelijk in te trekken. De lidstaten houden daarbij rekening met de aard en ernst van de niet-naleving en met de omvang van het financiële verlies voor het Elfpo.

Wanneer onregelmatigheden en andere gevallen van niet-naleving door begunstigden van de voorwaarden van de plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan of van de regionale interventieprogramma's worden ontdekt, verrichten de lidstaten financiële correcties door de betrokken Uniefinanciering geheel of gedeeltelijk in te trekken. De lidstaten houden daarbij rekening met de aard en ernst van de niet-naleving en met de omvang van het financiële verlies voor het Elfpo.

Amendement    58

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan. De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

De ingetrokken bedragen aan Uniefinanciering uit het Elfpo en de geïnde bedragen, inclusief de rente daarop, worden opnieuw toegewezen aan andere plattelandsontwikkelingsinterventies van het strategisch GLB-plan of van het desbetreffende regionale interventieprogramma. De lidstaten kunnen de ingetrokken of geïnde Uniemiddelen echter alleen hergebruiken voor een plattelandsontwikkelingsverrichting in het kader van het nationale strategisch GLB-plan, met dien verstande dat die middelen niet opnieuw worden toegewezen aan plattelandsontwikkelingsverrichtingen waarvoor een financiële correctie heeft plaatsgevonden.

Amendement    59

Voorstel voor een verordening

Artikel 55 – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten brengen alle bedragen die als gevolg van een nog in behandeling zijnde onregelmatigheid van een begunstigde, zoals bedoeld in dit artikel, onverschuldigd blijken in mindering op alle toekomstige betalingen aan de begunstigde die het betaalorgaan moet verrichten.

Amendement    60

Voorstel voor een verordening

Artikel 58 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen voor een controleniveau dat nodig is voor een doeltreffend beheer van de risico's.

De lidstaten zorgen voor een controleniveau dat financieel en administratief in verhouding staat tot een doeltreffend beheer van de risico's, in de vorm die zij het meest passend achten.

Amendement    61

Voorstel voor een verordening

Artikel 60 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onverminderd specifieke bepalingen nemen de lidstaten doeltreffende en evenredige maatregelen die voorkomen dat bepalingen van het Unierecht worden omzeild, en zorgen zij er met name voor dat geen van de voordelen waarin de sectorale landbouwwetgeving voorziet, wordt toegekend aan natuurlijke personen of rechtspersonen van wie is vast komen te staan dat zij kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om voor dergelijke voordelen in aanmerking te komen en dus een voordeel zouden genieten dat niet in overeenstemming is met de doelstellingen van die wetgeving.

Onverminderd specifieke bepalingen nemen de lidstaten doeltreffende en evenredige maatregelen die voorkomen dat bepalingen van het Unierecht worden omzeild, en zorgen zij er met name voor dat geen van de voordelen waarin de sectorale landbouwwetgeving voorziet, wordt toegekend aan natuurlijke personen of rechtspersonen van wie is vast komen te staan dat zij kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om voor dergelijke voordelen in aanmerking te komen en dus een voordeel zouden genieten dat niet in overeenstemming is met de doelstellingen van die wetgeving. De lidstaten kunnen verdere, gedetailleerdere nationale wetgeving over kunstmatige voorwaarden vaststellen.

Motivering

Dit artikel is in de praktijk ondoeltreffend gebleken om te voldoen aan de bewijslast die nodig is om aan te tonen dat er sprake is van omzeiling en om passende maatregelen te nemen. Indien dit artikel niet wordt verbeterd, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om verdere, meer gedetailleerde nationale wetgeving vast te stellen.

Amendement    62

Voorstel voor een verordening

Artikel 63 – lid 4 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  “identificatie- en registratieregeling voor dieren": het systeem voor de identificatie en registratie van runderen zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad33 of het systeem voor de identificatie en registratie van schapen en geiten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad34 ;

(c)  "identificatie- en registratieregeling voor dieren": het systeem voor de identificatie en registratie van runderen zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad33 of het systeem voor de identificatie en registratie van schapen en geiten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad34of het systeem voor de identificatie en registratie van varkens zoals vastgelegd in Richtlijn 2008/71/EG van de Raad en andere databanken voor dieren.

_________________

_________________

33 Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).

33 Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).

34 Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8).

34 Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8).

Motivering

De huidige "identificatie- en registratieregeling voor dieren" heeft geen betrekking op varkens. Voorts moeten ook andere door de lidstaten opgezette databanken voor dieren worden gebruikt – ook al zijn zij niet gebaseerd op individuele dieren – teneinde te voorkomen dat dezelfde informatie twee keer wordt meegedeeld.

Amendement    63

Voorstel voor een verordening

Artikel 63– lid 4 – letter f

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(f)  "claimloos systeem": een aanvraagsysteem voor areaal- of diergebonden interventies waarin de door de overheid vereiste gegevens over ten minste individuele arealen of dieren waarvoor een claim wordt ingediend, beschikbaar zijn in officiële computerdatabanken van de lidstaat.

(f)  "claimloos systeem": een systeem met vooraf ingevulde of andersoortige aanvragen voor areaal- of diergebonden interventies waarin de door de overheid vereiste gegevens over ten minste individuele arealen of dieren waarvoor een claim wordt ingediend, beschikbaar zijn in officiële computerdatabanken van de lidstaat. Het claimloos systeem stelt de overheid in staat de betalingen aan de landbouwers te verrichten met betrekking tot alle interventies en maatregelen waarvoor de landbouwer in aanmerking komt op basis van de gegevens in de officiële computerdatabanken, die zo nodig worden aangevuld met bijkomende informatie van de landbouwer.

Motivering

De subsidiariteit moet worden benadrukt, zodat de lidstaten hun IT-systemen en alle informatie kunnen gebruiken op de manier waarop zij de meest geschikte informatie kunnen vinden en om de landbouwers op de meest praktische manier te kunnen helpen.

Amendement    64

Voorstel voor een verordening

Artikel 65 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De in de eerste alinea bedoelde gegevens en documentatie over het lopende kalenderjaar of verkoopseizoen en over de tien voorgaande kalenderjaren of verkoopseizoenen kunnen via de digitale databanken van de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden ingezien.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens en documentatie over het lopende kalenderjaar of verkoopseizoen en over de tien voorgaande kalenderjaren of verkoopseizoenen kunnen via de digitale databanken van de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden ingezien. Relevante informatie uit de databank kan ook in de vorm van samenvattingen worden verstrekt.

Motivering

Er bestaat bezorgdheid over de kosten van de verplichting om alle gegevens te bewaren. Het waarborgen van de toegankelijkheid gedurende tien jaar kan erg duur uitvallen. Vergelijkbare en relevante informatie kan in de vorm van samenvattingen veel goedkoper worden verstrekt.

Amendement    65

Voorstel voor een verordening

Artikel 66 – lid 2 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  informatie bevat die van belang is voor de rapportage over de indicatoren als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen].

Schrappen

Motivering

Onder d) is bepaald dat het identificatiesysteem voor landbouwpercelen (LPIS) informatie bevat die van belang is voor de rapportage over de indicatoren als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen]. Dit betekent dat het LPIS lagen voor elk jaar moet bevatten die 10 jaar moeten worden bewaard, hetgeen dus zeer kostbaar is. Het LPIS moet alleen achtergrondinformatie bevatten met betrekking tot gebieden die klaar zijn om naar andere databanken te worden overgebracht.

Amendement    66

Voorstel voor een verordening

Artikel 68 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten zetten een areaalmonitoringsysteem op.

1.  De lidstaten zetten een areaalmonitoringsysteem op. Om naar behoren gemotiveerde redenen kan de Commissie een overgangsperiode met betrekking tot het areaalmonitoringsysteem toestaan voor lidstaten die de afgelopen jaren geen gebruik hebben gemaakt van een teledetectiesysteem.

Motivering

Er moet een overgangsperiode met betrekking tot het nieuwe verplichte areaalmonitoringsysteem komen voor lidstaten die nog niet eerder gebruik hebben gemaakt van een teledetectiesysteem, zodat zij de kans krijgen het systeem te voltooien en het in de praktijk te laten werken.

Amendement    67

Voorstel voor een verordening

Artikel 84 – lid 3 – letter d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  stellen de lidstaten jaarlijks de controlesteekproef voor de onder a) bedoelde controles op basis van een risicoanalyse vast en nemen zij daarin ook een aselecte component op en bepalen zij dat de controlesteekproef ten minste 1 % van de begunstigden van de steun omvat waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet.

(d)  stellen de lidstaten jaarlijks de controlesteekproef voor de onder a) bedoelde controles op basis van een risicoanalyse vast en nemen zij daarin ook een aselecte component op en bepalen zij dat de controlesteekproef ten minste 1 % van de begunstigden van de steun omvat waarin titel III, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) .../... [verordening inzake de strategische GLB-plannen] voorziet. In afwijking van het vorige punt kunnen de lidstaten beslissen het minimumcontrolepercentage met 0,5 % te verlagen op het niveau van elk besluit of elke norm of groep besluiten of normen, indien het in de ter plaatse gecontroleerde aselecte steekproef geconstateerde percentage niet-nalevingen in de voorgaande twee claimjaren niet meer dan 2 % bedraagt.

Motivering

In het systeem van conditionaliteit moet het mogelijk zijn om het minimumcontrolepercentage van 1 % te verlagen als in de voorgaande jaren een klein aantal niet-nalevingen is geconstateerd.

Amendement    68

Voorstel voor een verordening

Artikel 85 – lid 2 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  bepalen de lidstaten dat geen administratieve sanctie wordt opgelegd wanneer de niet-naleving te wijten is aan overmacht.

(c)  bepalen de lidstaten dat geen administratieve sanctie wordt opgelegd in de volgende gevallen:

 

i)  de niet-naleving is te wijten aan overmacht,

 

ii)  de niet-naleving is te wijten aan een fout van de bevoegde autoriteit of van een andere autoriteit, en de fout kon door de persoon aan wie de administratieve sanctie is opgelegd is, redelijkerwijs niet worden geconstateerd,

 

iii)  de betrokkene kan ten genoegen van de bevoegde autoriteit aantonen dat hij geen schuld heeft aan de niet-naleving van de in lid 1 genoemde verplichtingen, of de bevoegde autoriteit oordeelt anderszins dat de betrokkene geen schuld treft.

Motivering

In artikel 85, lid 2, onder c), is bepaald dat geen administratieve sanctie wordt opgelegd wanneer de niet-naleving te wijten is aan overmacht. In artikel 57, lid 3, worden ook andere gevallen genoemd waarin geen sancties worden opgelegd, bijvoorbeeld wanneer de niet-naleving te wijten is aan een vergissing van een autoriteit. Al deze andere punten van artikel 57, lid 3, moeten ook van toepassing zijn op het systeem van conditionaliteit.

Amendement    69

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 1 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

In de lidstaten waar diergebonden vrijwillige gekoppelde steun en diergebonden steun voor plattelandsontwikkeling worden toegepast, wordt een administratieve sanctie op grond van de niet-naleving van diergebonden uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen alleen opgelegd ten aanzien van diergebonden vrijwillige gekoppelde steun en diergebonden steun voor plattelandsontwikkeling van de begunstigde. Evenzo wordt een administratieve sanctie op grond van de niet-naleving van areaalgebonden uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en/of goede landbouw- en milieunormen alleen opgelegd ten aanzien van areaalgebonden rechtstreekse betalingen en areaalgebonden steun voor plattelandsontwikkeling van de begunstigde.

Motivering

Momenteel zijn de sancties met betrekking tot cross-compliance niet billijk en evenredig, met name voor landbouwers in verschillende productiesectoren (veehouderij/gewassenteelt). Bijvoorbeeld wanneer bij landbouwbedrijven, die slechts enkele dieren hebben maar honderden hectaren, een niet-naleving is geconstateerd van de diergebonden beheerseisen en wanneer de sanctie wordt toegepast op alle areaalgebonden rechtstreekse betalingen en betalingen voor plattelandsontwikkeling, lijkt de sanctie te zwaar in verhouding tot het aantal dieren. Hetzelfde geldt vice versa, voor landbouwbedrijven met slechts enkele hectares maar veel dieren. Dit oneerlijke systeem moet veranderen in het systeem van conditionaliteit. Derhalve moet de nieuwe alinea wordt ingevoegd na de eerste alinea van artikel 86, lid 1, voor die lidstaten waar diergebonden vrijwillige gekoppelde steun en diergebonden steun voor plattelandsontwikkeling worden toegepast.

Amendement    70

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Voor de berekening van die verlagingen en uitsluitingen wordt rekening gehouden met de ernst, de omvang, het permanente karakter, de herhaling en de opzettelijkheid van de geconstateerde niet-naleving. De opgelegde sancties zijn afschrikkend en evenredig en voldoen aan de criteria van de leden 2 en 3.

Voor de berekening van die verlagingen en uitsluitingen wordt rekening gehouden met de ernst, de omvang, het permanente karakter of de herhaling van de geconstateerde niet-naleving. De opgelegde sancties zijn afschrikkend en evenredig en voldoen aan de criteria van de leden 2 en 3.

Motivering

De beoordeling van opzettelijkheid is uiterst moeilijk gebleken en kan leiden tot dubbelzinnige interpretaties waarbij landbouwers niet gelijk worden behandeld. Er moet ook rekening mee worden gehouden dat de definitie van "opzettelijkheid" niet van toepassing is op de steunregelingen (zie artikel 57, lid 3, eerste alinea waar opzettelijkheid niet wordt vermeld).

Amendement    71

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 2 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In het geval van niet-naleving die aan nalatigheid te wijten is, bedraagt het verlagingspercentage in de regel 3 % van het totale bedrag van de in lid 1 bedoelde betalingen.

Schrappen

Motivering

Het lid bevat een nogal strikte algemene regel (3 %) voor sancties. Ofwel moet het lid worden geschrapt, ofwel moeten de sancties worden vastgesteld op 1 %, 3 % en 5 %.

Amendement    72

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten kunnen een systeem voor vroegtijdige waarschuwing opzetten voor individuele gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en gelet op de geringe ernst, geringe omvang en het geringe permanente karakter ervan geen aanleiding geven tot een verlaging of uitsluiting. Wanneer bij een latere controle binnen drie opeenvolgende kalenderjaren wordt vastgesteld dat de niet-naleving niet is verholpen, wordt de verlaging uit hoofde van de eerste alinea met terugwerkende kracht toegepast.

De lidstaten kunnen een systeem voor vroegtijdige waarschuwing opzetten voor individuele gevallen van niet-naleving die zich voor het eerst voordoen en gelet op de geringe ernst, geringe omvang en het geringe permanente karakter ervan geen aanleiding geven tot een verlaging of uitsluiting. Wanneer bij een latere controle binnen drie opeenvolgende kalenderjaren wordt vastgesteld dat de niet-naleving niet is verholpen, wordt de verlaging uit hoofde van de eerste alinea toegepast voor het jaar waarin de niet-naleving blijkt niet te zijn verholpen.

Motivering

Wat het systeem van vroegtijdige waarschuwing betreft, mogen geen administratieve sancties met terugwerkende kracht worden toegepast, omdat sancties met terugwerkende kracht zowel voor de landbouwers als voor de overheid ingewikkeld zijn. Het zou dus moeten volstaan om alleen een sanctie toe te passen voor het jaar waarin de niet-naleving blijkt niet te zijn verholpen.

Amendement    73

Voorstel voor een verordening

Artikel 86 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen de lidstaten en voor de doeltreffendheid en een afschrikkend effect van het sanctiesysteem, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 100 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen met verdere regels voor de toepassing en berekening van sancties.

Schrappen

Motivering

Alle regels inzake administratieve sancties moeten bij de lidstaten bekend zijn vanaf het moment dat de horizontale verordening wordt aangenomen. Verdere regelgeving door middel van gedelegeerde handelingen ondersteunt de subsidiariteit niet en bemoeilijkt het proces voor de opstelling van het GLB-plan.

Amendement    74

Voorstel voor een verordening

Artikel 88 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten verstrekken de Commissie regelmatig informatie over de toepassing van het in titel IV, hoofdstuk II, bedoelde geïntegreerd systeem. De Commissie organiseert gedachtewisselingen over dit onderwerp met de lidstaten.

2.  De Commissie organiseert gedachtewisselingen over het in titel IV, hoofdstuk II, bedoelde geïntegreerd systeem met de lidstaten.

Motivering

In het artikel is onduidelijk bepaald welke soort informatie de Commissie verwacht over de toepassing van het GBCS en wanneer zij deze informatie verwacht. Dit moet preciezer worden bepaald.

Amendement    75

Voorstel voor een verordening

Artikel 90 – alinea 1 – letter a – sub vii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

vii)  de informatie over de krachtens artikel 57 genomen maatregelen;

Schrappen

Motivering

Het is onduidelijk welke soort informatie de Commissie verwacht over de toepassing van de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Dit moet preciezer worden bepaald.

Amendement    76

Voorstel voor een verordening

Artikel 90 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  de toezending door de lidstaten van informatie, documenten, statistieken en verslagen aan de Commissie, en de uiterste data voor en wijze van toezending ervan.

Schrappen

Motivering

Voor de planning van de gegevenssystemen is het van groot belang om van tevoren te weten welke soort informatie, documenten enz. moeten worden verstrekt en wat de termijnen en methoden voor deze toezendingen zijn.

Amendement    77

Voorstel voor een verordening

Artikel 96

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 96

Schrappen

Publicatie van informatie over begunstigden

 

1.  Overeenkomstig [artikel 43, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EU) .../... CPR] en de leden 2, 3 en 4 van dit artikel zorgen de lidstaten ervoor dat de begunstigden van de fondsen jaarlijks achteraf bekend worden gemaakt.

 

2.  [Artikel 44, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EU) .../... CPR] geldt in voorkomend geval voor begunstigden van het Elfpo en het ELGF; de bedragen van de nationale bijdrage en het medefinancieringspercentage waarin artikel 44, lid 3, onder h) en i), van die verordening voorziet, gelden echter niet voor het ELGF.

 

3.  Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

 

  "verrichting": een maatregel of interventie;

 

  "locatie": de gemeente waar de begunstigde zijn woonplaats heeft of is ingeschreven, en, indien voorhanden, de postcode of het deel daarvan dat de gemeente identificeert.

 

4.  De in artikel 44, leden 3, 4 en 5, van die verordening bedoelde informatie wordt in elke lidstaat op één website gepubliceerd. De informatie blijft twee jaar lang beschikbaar, gerekend vanaf de datum van de eerste bekendmaking.

 

De lidstaten publiceren de in artikel 44, lid 3, onder a) en b), van Verordening (EU) .../... [CPR] bedoelde informatie niet indien het steunbedrag dat een begunstigde in één jaar heeft ontvangen, gelijk is aan of lager is dan 1 250 EUR.

 

Amendement    78

Voorstel voor een verordening

Artikel 96 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 96 bis

 

Bekendmaking van de begunstigden

 

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat de begunstigden van de fondsen jaarlijks achteraf bekend worden gemaakt. De bekendmaking omvat de volgende informatie:

 

a)   de naam van de begunstigde, als volgt:

 

i)  de voornaam en de familienaam van de begunstigde als die een natuurlijke persoon is;

 

ii)  de volledige officiële naam zoals deze is ingeschreven, indien de begunstigde, overeenkomstig de wetgeving van de betrokken lidstaat, een rechtspersoon met een eigen rechtspersoonlijkheid is;

 

iii)  de volledige naam van de vereniging zoals deze is ingeschreven of anderszins officieel is erkend, indien de begunstigde een vereniging zonder eigen rechtspersoonlijkheid is;

 

b)  de gemeente waar de begunstigde zijn woonplaats heeft of is ingeschreven, en, indien voorhanden, de postcode of het deel daarvan dat de gemeente aanduidt;

 

c)  de omvang van de betaling die elke begunstigde in het betrokken begrotingsjaar in het kader van elke uit de fondsen gefinancierde maatregel heeft ontvangen;

 

d)  het type en de omschrijving van de uit de fondsen gefinancierde maatregelen, waarbij ook wordt aangegeven in het kader waarvan de onder c) bedoelde betaling is toegekend.

 

De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt in elke lidstaat op één website gepubliceerd. De informatie blijft twee jaar lang beschikbaar, gerekend vanaf de datum van de eerste bekendmaking.

 

2.  Bij de betalingen in het kader van de uit het Elfpo gefinancierde maatregelen als bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder c), hebben de bekend te maken bedragen betrekking op de totale overheidsfinanciering en omvatten deze dus zowel de bijdrage van de Unie als de nationale bijdrage.

 

3.  De lidstaten publiceren de naam van een begunstigde als bedoeld in de eerste alinea, onder a), niet indien het steunbedrag dat de begunstigde in één jaar heeft ontvangen, gelijk is aan of lager is dan 1 250 EUR.

Motivering

Het voorgesteld systeem zou leiden tot een aanzienlijke administratieve last en daarom lijkt het ons beter het huidige systeem voor de bekendmaking van de begunstigden van het ELGF en het Elfpo te handhaven (jaarlijkse bekendmaking, de verplichting van het betaalorgaan om gegevens te publiceren, de lijst van gegevens openbaar te maken, één website voor het Elfpo en het ELGF), uitsluitend op basis van de HzV.

Amendement    79

Voorstel voor een verordening

Artikel 103 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 101 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen of waarmee van deze verordening wordt afgeweken, wanneer zulks nodig is.

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 101 gedelegeerde handelingen vast te stellen die deze verordening aanvullen of waarmee van deze verordening wordt afgeweken, wanneer zulks nodig is. Deze handelingen worden onmiddellijk opgesteld zodra daartoe de behoefte ontstaat.

Motivering

Om de begunstigden te helpen, moet er mogelijk in veel soorten afwijkingsbepalingen worden voorzien, omdat het niet mogelijk is om alles van tevoren te voorzien. Deze handelingen moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd zodra de noodzaak daartoe blijkt.

Amendement    80

Voorstel voor een verordening

Artikel 104 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.

Motivering

De toepassingstermijn 2021 zal moeilijk haalbaar zijn, aangezien er tijdig uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld, de nodige fondsen beschikbaar moeten zijn en er voldoende tijd moet worden uitgetrokken voor de ontwikkeling van nieuwe IT‑systemen (monitoring, bijhouden van de vooruitgang die geboekt wordt bij de verwezenlijking van de doelstellingen met behulp van indicatoren enz.).

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Document- en procedurenummers

COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

AGRI

11.6.2018

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

REGI

11.6.2018

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Franc Bogovič

20.6.2018

Behandeling in de commissie

22.11.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

17.1.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

33

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Pascal Arimont, Franc Bogovič, Rosa D’Amato, Tamás Deutsch, Aleksander Gabelic, Iratxe García Pérez, Michela Giuffrida, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Sławomir Kłosowski, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Martina Michels, Iskra Mihaylova, Andrey Novakov, Younous Omarjee, Konstantinos Papadakis, Mirosław Piotrowski, Stanislav Polčák, Liliana Rodrigues, Fernando Ruas, Monika Smolková, Ruža Tomašić, Ramón Luis Valcárcel Siso, Monika Vana, Matthijs van Miltenburg, Lambert van Nistelrooij, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Ivana Maletić, Bronis Ropė, Maria Gabriela Zoană, Damiano Zoffoli

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

33

+

ALDE

Iskra Mihaylova, Matthijs van Miltenburg

ECR

Sławomir Kłosowski, Mirosław Piotrowski, Ruža Tomašić

EFDD

Rosa D’Amato

GUE/NGL

Martina Michels, Younous Omarjee,

PPE

Pascal Arimont, Franc Bogovič, Tamás Deutsch, Krzysztof Hetman, Marc Joulaud, Ivana Maletić, Lambert van Nistelrooij, Andrey Novakov, Stanislav Polčák, Fernando Ruas, Ramón Luis Valcárcel Siso, Joachim Zeller

S&D

Aleksander Gabelic, Iratxe García Pérez, Michela Giuffrida, Constanze Krehl, Louis-Joseph Manscour, Liliana Rodrigues, Monika Smolková, Derek Vaughan, Kerstin Westphal, Gabriela Zoană, Damiano Zoffoli

VERTS/ALE

Bronis Ropė, Monika Vana

1

-

NI

Konstantinos Papadakis

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Financiering, beheer en monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Document- en procedurenummers

COM(2018)0393 – C8-0247/2018 – 2018/0217(COD)

Datum indiening bij EP

1.6.2018

 

 

 

Bevoegde commissie

       Datum bekendmaking

AGRI

11.6.2018

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

DEVE

5.7.2018

BUDG

11.6.2018

CONT

11.6.2018

ENVI

11.6.2018

 

REGI

11.6.2018

 

 

 

Geen advies

       Datum besluit

ENVI

21.6.2018

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Ulrike Müller

4.7.2018

 

 

 

Datum goedkeuring

8.4.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

7

2

Bij de eindstemming aanwezige leden

John Stuart Agnew, Clara Eugenia Aguilera García, Eric Andrieu, Daniel Buda, Nicola Caputo, Matt Carthy, Michel Dantin, Albert Deß, Herbert Dorfmann, Luke Ming Flanagan, Karine Gloanec Maurin, Martin Häusling, Anja Hazekamp, Esther Herranz García, Jan Huitema, Jarosław Kalinowski, Norbert Lins, Philippe Loiseau, Ulrike Müller, James Nicholson, Maria Noichl, Maria Lidia Senra Rodríguez, Ricardo Serrão Santos, Czesław Adam Siekierski, Tibor Szanyi, Marc Tarabella, Maria Gabriela Zoană, Marco Zullo

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Maria Heubuch, Elsi Katainen, Gabriel Mato, Sofia Ribeiro, Annie Schreijer-Pierik, Molly Scott Cato, Vladimir Urutchev, Tom Vandenkendelaere, Hilde Vautmans

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Christelle Lechevalier

Datum indiening

15.5.2019

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

28

+

ALDE

Elsi Katainen, Ulrike Müller, Hilde Vautmans

ECR

James Nicholson

GUE/NGL

Matt Carthy, Luke Ming Flanagan

PPE

Daniel Buda, Michel Dantin, Herbert Dorfmann, Esther Herranz García, Jarosław Kalinowski, Norbert Lins, Gabriel Mato, Sofia Ribeiro, Czesław Adam Siekierski, Vladimir Urutchev, Tom Vandenkendelaere

S&D

Clara Eugenia Aguilera García, Eric Andrieu, Nicola Caputo, Karine Gloanec Maurin, Maria Noichl, Ricardo Serrão Santos, Tibor Szanyi, Marc Tarabella

VERTS/ALE

Martin Häusling, Maria Heubuch, Molly Scott Cato

7

-

EFDD

Marco Zullo

ENF

John Stuart Agnew, Christelle Lechevalier, Philippe Loiseau

GUE/NGL

Anja Hazekamp, Maria Lidia Senra Rodríguez

PPE

Albert Deß

2

0

ALDE

Jan Huitema

PPE

Annie Schreijer-Pierik

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

Laatst bijgewerkt op: 13 juni 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid